100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached 4.2 TrustPilot
logo-home
Summary

Voedingsmiddelenchemie, complete samenvatting

Rating
-
Sold
-
Pages
61
Uploaded on
03-10-2022
Written in
2020/2021

Complete samenvatting, gegeven door Heidi Van Limbergen

Institution
Course











Whoops! We can’t load your doc right now. Try again or contact support.

Written for

Institution
Study
Course

Document information

Uploaded on
October 3, 2022
Number of pages
61
Written in
2020/2021
Type
Summary

Subjects

Content preview

Voedingsmiddelenchemie
1. Eiwitten
1.1 Algemeen
 Macromolecule: 10.000 – 7.000.000 Dalton
 Gebonden met niet- eiwtitten: glyco-, lipo-, fosfoproteiden, metallo-, nucleo- en chromoproteiden (kleur en
kerndeeltjes gebonden)
- Aminozuren
 Alle 20 AZ minstens 1NH2 en 1COOH – groep (en H- en R-groep)
 AZ met apolaire restgroep kunnen geen lading krijgen
 AZ met een polaire restgroep wel
 Sommige AZ gevormd door basis- AZ na inbouw peptide keren
 In veel eiwitten komen na biosynthese modificaties in de zijketens voor van sommige AZ, waarop extra
functionele groepen worden ingebracht (bv. methyl)
 8 essentiele AZ die niet door lichaam kunnen worden gemaakt




 Optische activiteit: L-configratie (geen activiteit bij glycine)
 4 isomeren bij isoleucine en threonine
 AZ beperkt in vrije vorm voor
 Zwitterion + en – geladen in water  H can COOH gaat naar NH2  COO- en NH3+
 In waterig milieu: + als – geladen AZ = amfoteer, bij restgroep
 In genoom is 1 codon = 3 nucleotiden  code voor 1 AZ
- Eigenschappen AZ
1

,  Smaken AZ varieren
o Zoet: gly, D-try
o Bitter: L-try
o Smaakloos
o Vlees: L-glu
 Vrije AZ  reactief met andere componenten
o + reducerende suikers  specifieke aroma’s = maillard reactie
o Verhitting vlees (aroma’s)  AZ worden afgebroken
o Snelle bederfreacties (bv. vis)  AZ afgebroken worden  amides vormen (stinken)
 Criterium authenticiteit: karakteristieke verhouding AZ in fruitsap als controle voor de echtheid
- Peptiden
 Peptidebinding door verlies van H2O
 R-groepen steeds trans (sterische hinder)
 Di- , tri-, en oligopeptiden
o Synthetische dipeptide aspartaam smaakt zeer zoet
o GHS als reductiemiddel in alle eukaryote cellen
 Polypeptide > 10 (bv insuline)
 Eiwitten > 100 (> 10.000 Dalton)
 Meeste peptiden zijn hydrolyseproducten van eiwitten (bv. gerijpte kaas)
 Bacteriele en enzymatische rijping van kaas
o Melk + melkzuurtbacterien + stremsel  (wei en) wrongel pekelen en rijpen  kaas
o Lactose  melkzuur en koolzuurgas
o Eiwitten  AZ en peptiden (smaak)
o Vet (lipase enzyme)  beperkte afbraak, (typische kaassmaak)
o Vochtgehalte naar beneden
 Enzymatische rijping van maatjesharing
o Haring vet (mei- juni) vangen + licht pekelen + kaken (bloed verwijderen)  blanke vette vis rijpt 
maatjesharing rauw eten
o Alle ingewanden verwijderen behalve alvleesklier
o Enzymen uit de alvleesklier zorgen voor de typische malse, zachte, zilte smaak
o Voor opdienen alvleesklier verwijderen
- Eiwitstructuur
 Primaire structuur
o AZ- sequentie
o Jaren ’50 (Sanger)
o 1ste volledige polypeptide structuur, insuline als enige
 Secundaire structuur
o Alfa-helix: 3 windingen 11 AZ, niet proline, polair buiten
o Beta- vouwbladstructuur: zig zag, zijketen boven en onderuit
o Random coiled: ongeordend, caseine, gedenatureerd eiwit  Domeinen
o Waterstofbrug: H + (C)O/ N / F
o Beta- turn (haarspelt): waterstofbrug van CO-groep + NH- groep van restgroep van 3 AZ verder
o Bijzondere structuur: 3-dubbele helix collageen  door H- bruggen (proline, glycine en hyroxyproline)
 Collageen streng bevat GXY repeats
 Glycine (G) klein en past in binnenste van helix
 X = meestal proline: geen normale alfa- helix vorming

2

,  Y = hydroxylproline: H-brug tussen OH- groepen stabiliseert de helix
 Vitamine C zorgt voor hydroxyproline  weinig vit C = weinig hydroxyproline  verval structuur
(bv. scheurbuik)
 3 collageen strengen vormt 3-dubbele helix (= tropocollageen)  vormt fibrillen  vormen vezels
 Tertiaire structuur
o Bepaalt vorm van eiwitmolecule, niet door alfa of beta, maar vooral door R-groepen
o Alles in alfa-helixconfiguratie  lange, smalle en starre moleculen (bv. myosine in spieren)
o Globulaire eiwitten  ineengevouwen peptideketen (bv. myoglobuline)
o Meestal hydrofiel naar buiten en hydrofoob naar binnen
o Kleine AZ maken dichtere structuur mogelijk
o Stabilisatie van tertiaire structuren door  meer interacties dan secundaire structuren
 Ionbindingen
 H-bruggen
 Hydrofobe interacties
 Zwavelbruggen (covalente bindingen)
 VDW- krachten
o Rol van H2O
 Quaternaire structuur
o De meeste proteinen zijn enkelvoudige structuren
o Vorming van eiwit- aggregaten
 Uit identieke globulaire eiwitten
 Geconjugeerde eiwitten met een non-proteine component
- Denaturatie
 Gedeeltelijk of geheel verbreken van niet-covalente bindingen binnen secundaire en tertiaire structuren
o S- bruggen worden niet verbroken
o Door openleggen peptideketen kunnen bijkomende SH- groepen nieuwe S-S bindingen aangaan
 Soms renaturatie (kan teruggedraaid worden) anders coagulatie (bv. koken van ei)
 Door PH, temperatuur, ionen (zouten), UV, berviezing, mechanische krachten, behandeling met bepaalde
stoffen (bv. ureum) … tertiaire structuur  primaire structuur
 Denaturatie door warmte
o Meestal irreversibel
 Collageen  gelatine (bij 62 graden, bij vissen 45-50 graden)
o Door opwarmen verbreken H-bruggen, bij afkoelen worden
nieuwe gevormd  gelatine structuur
o Snelheid en hoeveelheid belangrijke parameters
 Groot waterbindend vermogen belangrijke toepassing (voeding, geneesmiddelen, fotografie)
 Gevolgen denaturatie
o Betere enzymatische afbraak  betere vertering
o Verandering oplosbaarheid (onoplosbaar in water)
o Verlies biologische functies
o Enzymen worden geinactiveerd
o Giftige eiwitten verliezen vaak toxiciteit
o Stijging van viscositeit




3

, - Oplosbarheid in water
 Eiwit hydrofiel  collaidaal in water
 Netto lading afhankelijk van PH medium  verhouding zure/ basische groepen  eiwitten onderling afstoten
 Neutrale PH  negatieve netto-lading  afstoting en eiwitten blijven in oplossing
 PH laten dalen  - ladingen nemen protonen op en worden ontladen, basische groepen + lading  als yoghurt
 ISO- elektrisch punt (IEP): PH waarbij de netto lading = ) > neerslag van eiwitten (bv. schiften van melk)
 Zouten  betere oplosbaarheid eiwitten
 Overmaat zout neerslaan eiwitten (uitzonderingen)
 Naast hydrofiele groepen ook hydrofobe groepen
 Emulgerende werking
o Melk emulsie van vet in water gestabiliseerd door eiwitten
 Eiwitketens met weinig ioniseerbare groepen (veel proline)
 oplosbaar in alcohol
 Scleroproteines zijn onoplosbaar, bevatten veel S- bruggen (bv. keratine)
 Veel eiwitten bevinden zich in gehydrateerde toestand

1.2 Enzymen
- Wat is een enzyme
 Een biologische katalyastor die biochemische reacties versnelt en bevordert, blijven onveranderd na de reactie
 Aanwezig in grondstoffen zelf, M.O. of toegevoegd als preparaat
 Gewenst: in rijpingsprocessen
 Ongewenst: kwaliteitsvermindering en/ of bederf
 Verlaagt activatie-energie van een reactie
- Enzymatische reacties
 Enzymen combineren met een specifiek substraat
 Vorming van een enzymen- substraat complex
 Vorming van nieuw product
 2 mogelijke modellen: sleutelslotmodel en induced fitmodel (enzym verandert nadien van vorm)
- Structuur
 Omvat zowel een proteine als een non-proteine
 Non- proteine = co-enzym (bv. NADP+) of een prosthetische groep (vitamine) of een co-facor (mineraal)
 Enzymen: zuiver – holo  apo- proteine en niet eiwitgedeelte  co-enzym – co-factor – prostherische groep
- Factoren die de enzymatische activiteit beinvloeden
 Werking bij optimale condities van pH en T
 Gemakkelijke inactivatie (denaturatie) in aanwezigheid van inhibitoren
- Types inhibitie
 Competitieve
 Niet- competitieve
 Feedbackinhibitie
- Enzymen nomenclatuur
 Naamgeving
o Eindigt op -ase
o Meestal genoemd naar substraat (bv. ureum  urease, lactose  lactase)
o Genoemd naar typische chemische reactie dat ze bevordert (bv. hydrolyse  hydrolase)
o Andere (bv. ficine uit vijgen of papaine uit papayas)

 6 Hoofdklassen

4

Get to know the seller

Seller avatar
Reputation scores are based on the amount of documents a seller has sold for a fee and the reviews they have received for those documents. There are three levels: Bronze, Silver and Gold. The better the reputation, the more your can rely on the quality of the sellers work.
liesbetdh Hogeschool Gent
Follow You need to be logged in order to follow users or courses
Sold
15
Member since
3 year
Number of followers
10
Documents
12
Last sold
11 months ago

2.5

2 reviews

5
0
4
1
3
0
2
0
1
1

Recently viewed by you

Why students choose Stuvia

Created by fellow students, verified by reviews

Quality you can trust: written by students who passed their tests and reviewed by others who've used these notes.

Didn't get what you expected? Choose another document

No worries! You can instantly pick a different document that better fits what you're looking for.

Pay as you like, start learning right away

No subscription, no commitments. Pay the way you're used to via credit card and download your PDF document instantly.

Student with book image

“Bought, downloaded, and aced it. It really can be that simple.”

Alisha Student

Frequently asked questions