H16. Samenwerken in de pedagogische civil society
Pedagogische civil society: een samenleving waarin volwassenen zich, in de rol van professional,
ouder, familielid, vrijwilliger of burger, verantwoordelijk voelen voor het veilig en gezond opgroeien
van alle jeugdigen.
Het participatieve opvoedingsideaal betekent dat jeugdigen de kans dienen te krijgen om mee te
doen aan en invloed te hebben op bestaande sociale instituties (gezin, publieke ruimte, onderwijs,
werk). We spreken van participatiepedagogiek.
- Zelfontwikkeling: jeugdigen helpen ontwikkelen wie zij zijn (identiteit), wat zij kunnen
(capaciteiten), wat zij willen (perspectief) en hoe zij zich willen verhouden tot de ander
(moraliteit).
- Aanpassing: jeugdigen worden zich bewust van de sociale codes en normen, en maken zich
de vaardigheden eigen die nodig zijn om daaraan te kunnen voldoen.
3 invalshoeken afstemming en samenwerking in pedagogische civil society:
1. Samenwerking tussen jeugdigen, hun primaire opvoeders en professionals. Jeugdigen en hun
primaire opvoeders hebben zo veel mogelijk het heft in eigen hand.
2. Samenwerking tussen primaire opvoeders, vrijwilligers en professionals in het 1 e, 2e en 3e
milieu. Inzet het delen van opvoedverantwoordelijkheid en informele sociale controle.
3. Samenwerking tussen professionals van verschillende disciplines. Samenwerking die
disciplines overstijgt.
Jeugdproblematiek in de grote steden is urgenter en intenser. Dat komt vooral doordat de omvang
van jeugdigen die met risicofactoren te maken hebben hier relatief groot is bijvoorbeeld:
- Jeugdigen met een migratieachtergrond
- Leerlingen uit gezinnen met een laag opleidingsniveau
- Lage-inkomenshuishoudens
- Eenoudergezinnen met een laag inkomen
- Uitkeringsgerechtigde jongeren.
Ook is er sprake van een grote diversiteit aan waarden en normen. Elkaar kennen en elkaars waarden
en normen delen lijken voorwaarden voor het delen van opvoedingsverantwoordelijkheid.
2 belangrijke competenties voor multiculturele en multidisciplinaire samenwerking:
Shared decision-making: Samen beslissen over passende hulp.
Interculturele vaardigheden.
Pedagogische civil society: een samenleving waarin volwassenen zich, in de rol van professional,
ouder, familielid, vrijwilliger of burger, verantwoordelijk voelen voor het veilig en gezond opgroeien
van alle jeugdigen.
Het participatieve opvoedingsideaal betekent dat jeugdigen de kans dienen te krijgen om mee te
doen aan en invloed te hebben op bestaande sociale instituties (gezin, publieke ruimte, onderwijs,
werk). We spreken van participatiepedagogiek.
- Zelfontwikkeling: jeugdigen helpen ontwikkelen wie zij zijn (identiteit), wat zij kunnen
(capaciteiten), wat zij willen (perspectief) en hoe zij zich willen verhouden tot de ander
(moraliteit).
- Aanpassing: jeugdigen worden zich bewust van de sociale codes en normen, en maken zich
de vaardigheden eigen die nodig zijn om daaraan te kunnen voldoen.
3 invalshoeken afstemming en samenwerking in pedagogische civil society:
1. Samenwerking tussen jeugdigen, hun primaire opvoeders en professionals. Jeugdigen en hun
primaire opvoeders hebben zo veel mogelijk het heft in eigen hand.
2. Samenwerking tussen primaire opvoeders, vrijwilligers en professionals in het 1 e, 2e en 3e
milieu. Inzet het delen van opvoedverantwoordelijkheid en informele sociale controle.
3. Samenwerking tussen professionals van verschillende disciplines. Samenwerking die
disciplines overstijgt.
Jeugdproblematiek in de grote steden is urgenter en intenser. Dat komt vooral doordat de omvang
van jeugdigen die met risicofactoren te maken hebben hier relatief groot is bijvoorbeeld:
- Jeugdigen met een migratieachtergrond
- Leerlingen uit gezinnen met een laag opleidingsniveau
- Lage-inkomenshuishoudens
- Eenoudergezinnen met een laag inkomen
- Uitkeringsgerechtigde jongeren.
Ook is er sprake van een grote diversiteit aan waarden en normen. Elkaar kennen en elkaars waarden
en normen delen lijken voorwaarden voor het delen van opvoedingsverantwoordelijkheid.
2 belangrijke competenties voor multiculturele en multidisciplinaire samenwerking:
Shared decision-making: Samen beslissen over passende hulp.
Interculturele vaardigheden.
