100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
hoorcollege 1-9 rechtssociologie $6.06   Add to cart

Class notes

hoorcollege 1-9 rechtssociologie

  • Course
  • Institution

Alle hoorcollege-aantekeningen van het vak Rechtssociologie (Radboud Universiteit Nijmegen). In detail, dus geen onzin! Met alle voorbeelden die werden genoemd en enkele voorbeeld-tentamenvragen.

Preview 2 out of 49  pages

  • January 21, 2016
  • 49
  • 2015/2016
  • Class notes
  • Unknown
  • 1 t/m 9
avatar-seller

Available practice questions

Flashcards 10 Flashcards
$3.31 0 sales

Some examples from this set of practice questions

1.

Wat onderscheidt rechtssociologische vragen van juridische vragen?

Answer: Ze vragen niet naar de inhoud maar naar de werking. Ze vragen ook niet welk recht van toepassing is. En ook niet of iets rechtvaardig/juridisch juist is. Ze vragen naar de functie en de werking van het recht.

2.

Hoe toets je effectiviteit bij een nieuwe wet?

Answer: In deze volgorde bij een nieuwe wet: - Wat waren de doelen? - Wat is er in de praktijk gewijzigd? - Zijn de wijzigingen in de praktijk een gevolg van de gewijzigde regels? (causaliteit) - Zo ja, dan waren het effecten. - Zijn het beoogde effecten? - Zo ja, dan is de nieuwe wet effectief - Zo nee, dan zijn het neveneffecten (positief of negatief)

3.

Wat is effectiviteit?

Answer: - Enge zin: worden de regels van de wet nageleefd? - Ruime zin: wordt het beoogde doel bereikt? (incl causaliteit) - Ruimste zin: niet alleen beoogde, maar ook kijken of er neveneffecten zijn opgetreden (zowel positieve als negatieve)

4.

Wat is law in books en law in action? en wie heeft het verzonnen?

Answer: Roscoe Pound: Law in the books: wetteksten, jurisprudentie Law in action: het functioneren van de juridische instituties, personen en structuren in de praktijk.

5.

Wat is rechtssociologie?

Answer: De wisselwerking tussen recht en samenleving: Sociale werking van het recht: de invloed van recht op de samenleving (instrumentele functie) -> worden oa bepaald door arbeidsverhoudingen. Stel u moet over drie jaar de langstudeerboete evalueren. Hoe pakt u dat aan? De effectiviteit, beoogde/onbeoogde, neveneffecten? Sociale genese van het recht: de invloed van de samenleving op het recht -> recht is een living-instrument. Recht verandert mee met maatschappelijke veranderingen. Sociale genese van de langstudeerboete? Hoe is de wet tot stand gekomen (welke actoren en factoren hebben daar invloed op gehad, hoeveel invloed en waar blijkt dat uit) Werking van juridische instituties (advocaten/politie/notarissen/handhavers etc.)

Flashcards 8 Flashcards
$3.31 0 sales

Some examples from this set of practice questions

1.

Wat is wetenschap?

Answer: - Streven naar waarheid - Objectiviteit: echt objectieve waarneming is onmogelijk daarom bij voorkeur metingen door verschillende personen = intersubjectief - Verklaring van fenomenen (oorzaken achterhalen) - Streven naar generaliseerbare kennis (algemene gelding)

2.

Wat is de kritisch rationalistische wetenschapsopvatting van Popper?

Answer: Karl Popper Voor zijn tijd was er ook een idee wat wetenschap was. Maar onze definitie is echt Popperiaans. Waarheid kun je niet vaststellen. Theorie neem je als uitgangspunt, je falsificeert hem. Theorie kan ook alleen maar voorlopig waar zijn = validilisme

3.

Het idee van Popper vinden we terug in de empirische cyclus van A.D de Groot:leg uit wat dat inhoudt en geef een voorbeeld.

Answer: empirische cyclus: het skelet van ieder onderzoek binnen kritisch rationalisme, ziet er als volgt uit: - Idee: waarover gaat het onderzoek - Inductiefase: opstellen hypothese - Deductiefase: vastlegging hoe je het onderzoek gaat uitvoeren en definities - Toetsingsfase: veldwerk en uitvoering, op gestandaardiseerde manier gegevens verzamelen - Evaluatiefase: analyse, hoe verhouden gegevens zich tov de theorie. Dan krijg je weer een nieuw idee en dan ga je weer toetsen aan bovenstaande fasen. Die analyse moet voldoen aan een aantal eisen: - Absolute eisen: o Logische consistentie o Toetsbaarheid (als een ander eenzelfde onderzoek uitvoert, moet die hetzelfde uitkomst krijgen) - Relatieve eisen: o Parsimonie (de eenvoudigste verklaring kiezen) o Contabiliteit (het moet aansluiten aan bij wat je al dacht) je moet wel kritisch blijven. Toch: beste verklaring is meestal datgene wat het meest aansluit bij je hypothese. VB empirische cyclus: in de vorm van een spiraal. Je begint met de theorie: er is vast verschil te zien in uitspraken van meervoudige kamers en enkelvoudige kamers (in kwalitatieve zin). Daarvan maak je een hypothese (inductie). Dan ga je naar de deductiefase; uitwerken, hoe meet ik kwaliteit ? dan kom je bij de toetsingsfase: uitvoeren bijvoorbeeld uitspraken verzamelen over dezelfde rechtsvragen. Daarna ga je evalueren: stel dat het onderzoek gelukt is en dat je zegt het klopt idd maar wat zie je dan? Bij ene rechtsgebied wel bij andere niet. Dan ga je denken hoe zou dat toch komen. En dan moet je dus een nieuwe theorie maken over waarom dat zou kunnen. Daar begin je dus overnieuw.

4.

Wat zijn de kenmerken rechtssociologisch onderzoek?

Answer: - Het onderwerp: rechtssociologie onderzoekt de wisselwerking tussen recht en maatschappij. - Vermenging met normatieve vragen (en feitelijke = hoe vindt men dat het hoort) - Factoren zijn confounded = ze zijn niet te scheiden. Je kunt niks isoleren. Er is geen laboratoriumsituatie waar te maken. - De methode - Onderzoek beïnvloedt zelf ook de maatschappij weer. (bv als je onderzoek gaat doen naar hoe bekend kortingen op de rechtsbijstand zijn bij mensen, op het moment dat je dat vraagt aan mensen weten ze het)

Flashcards 15 Flashcards
$3.31 0 sales

Some examples from this set of practice questions

1.

TTVRAAG: Welke functies van het recht vervult de politie?

Answer: -> het recht heeft de volgende functies: - Instrumenteel - Geschilbeslechting - Normatief - Ordenend De politie: normatieve functie. Politie treedt op als de normen worden overtreden. Maar ook de andere functies! Geschilbeslechting (bij verkeersovertredingen) de ordenende functie (als orde handhaver) en de instrumentele functie (teweegbrengen van sociale verandering)

2.

Geef een voorbeeld van legaliteit en legitimeit

Answer: Politie: - Zijn ze bijv. bevoegd om te bekeuren? Legaliteit - Is er vertrouwen in het werk van de politie? Legitimiteit

3.

Wat is een rechtsstaat?

Answer: Sociale verhouding tussen de staat en de burgers. Als de burgers het recht niet als recht aanvaarden, zal het niet werken. Legitimiteit moet voorop staan. - De rechtsstaat als norm (we vinden dat NL een rechtsstaat moet zijn) - De rechtsstaat als feit (empirisch is vastgesteld dat de NL’se democratie voldoet aan eisen) - De rechtsstaat onderzocht (we willen onderzoeken of NL een rechtsstaat is)

4.

Wat zijn de kenmerken van een democratische rechtsstaat?

Answer: - Bevoorrechte positie van rechtsnormen boven andere normen = primaat van de wet o Geweldsmonopolie ligt bij de overheid (geen eigenrichting) o Rechtsnormen kunnen worden afgedwongen - Procedurele grondslag van de democratische rechtsstaat: (eisen aan een dem. rechtsst.) o Rule of law – overheidsinterventie moet een wettelijke basis hebben. (Max Weber) o Trias politica: scheiding machten o Bescherming minderheden tegen wil van de meerderheid (ook in een dem. wordt ruimte gegeven aan minderheden) o Garantie volksinvloed (mogelijkheid van verkiezingen, passief en actief. Is dat wel voldoende als volksinvloed? Of is er behoefte aan meer inspraak?)

5.

Wat is de Rule of law?

Answer: grenzen aan en controle op de wijze waarop een gemeenschap regels mag stellen en normen mag opleggen aan haar leden. (The government not by men but by law (Weber)) overheid is onderworpen aan zn eigen wetten Ook wel: Interne moraal van het recht (Fuller - > morality of law in 8 beginselen)

Flashcards 15 Flashcards
$3.31 0 sales

Some examples from this set of practice questions

1.

Welke instrumenten hanteert de overheid om het gedrag van burgers te sturen?

Answer: Communicatieve, Economische, Juridische (stimulerend of repressief) Verschil tussen stimulerend en repressief: stimulerend is meer kennis, zelfstandige oordeelsvorming maar propaganda is meer sturend, eenzijdige vorm van voorlichting.

2.

Wat zijn de soorten effecten van wetgeving?

Answer: - Directe effecten: onmiddellijk door de wetgever beoogde gedragingen (dat je een gordel moet dragen) - Indirecte effecten: effecten die de rechtvaardiging vormen van de directe effecten (verkeersveiligheid bij dragen van gordel) - Algemene effecten: betekenis van een norm voor alle mensen voor wie de norm geldt (taakstraf; delict vindt minder plaats door die straf) - Speciale effecten: betekenis van een norm voor partijen betrokken in een juridische procedure (taakstraf: mensen die taakstraf hebben gekregen, plegen dit minder, minder recidive)

3.

Wat zijn SAS-velden? (Sally Moore)

Answer: ) in een samenleving zijn er allemaal SAS-velden: een groep /netwerk van mensen (bijv uni/bedrijf/dorp/kerk) die ook eigen regels hebben . Die velden zijn autonoom omdat ze eigen regels kunnen maken en handhaven en vaak dringender zijn dan wettelijke regels. Maar ze zijn SEMI-autonoom omdat ze blootgesteld kunnen worden aan de wet (of aan regels van andere SAS-velden.

4.

Wat zijn de factoren die naleving van een wet beïnvloeden?

Answer: - Factoren rond de totstandkoming (wetgeving probeert om onderling tegenstrijdige doeleinden met elkaar te verenigen) let op: o Compromiskarakter o Symboolwetgeving; aan de ene kant belooft het wel is maar aan de andere kant heeft het niet de middelen om die beloften waar te maken. o Aandacht voor naleving - Aard van de sociale relatie waarop de norm betrekking heeft (om te kunnen voorspellen of een wet wordt nageleefd) - Kenmerken handhavend apparaat c.q belanghebbende organisaties - Aard van de sancties - Mate van aanvaarding van de norm

5.

Geef twee definities van sociale gelijkheid

Answer: - Ongelijke verdeling van schaarse goederen (bezit) - Ongelijke verdeling van zeggenschap (macht)

Flashcards 17 Flashcards
$3.31 0 sales

Some examples from this set of practice questions

1.

Wat is het verschil tussen primaire en secundaire uitvoeringsinstanties?

Answer: - Primaire uitvoeringsinstanties o Zelf toepassen van regels o Bijvoorbeeld vreemdelingendienst - Secundaire uitvoeringsinstanties o Toezicht op en handhaving van regels o Toezichthouders: controleren namens de overheid de naleving van regels en voorschriften door burgers en organisaties o Handhavers: nalevingsplichtigen dwingen tot naleving. o Bijv VWA-inspectie

2.

Wat is street-level bureaucracy?

Answer: uitvoeringsinstantie die veelvuldige contact heeft met clientèle die daar niet voor de lol zit (onvrijwillige clientèle)

3.

Wat is etnisch profileren?

Answer: het gebruik door de politie van criteria of overwegingen omtrent, ‘ras’, huidskleur, etniciteit, nationaliteit, taal en religie bij opsporing en rechtshandhaving – zowel op operationeel als organisatorisch niveau – terwijl daarvoor geen objectieve rechtvaardiging bestaat

4.

Hoe is het probleem van discretie op te lossen?

Answer: - Door regels nader te specificeren (meer regelgeving) o Het probleem hier is: paradox van regelgeving biedt meer keuze en meer interpretatieruimte voor de ambtenaar (meer regelgeving, meer ruimte) - Interne controle en productienormen o Probleem: richt zich op meetbare activiteiten o Ontwijkingsgedrag om aan maatstaven te voldoen.

5.

TT: waarom komt er iets anders uit qua uitvoering en effecten van wetgeving dan de wetgever heeft beoogd en erin gestopt?

Answer: - Uitvoering is een complex proces waarbij vele factoren een rol spelen - Interactie tussen uitvoeringsinstantie en burger/organisaties - Tussen uitvoerders, beleidsmakers en belangengroepen - Doelen, motieven, opvattingen van al deze actoren spelen een rol in uitvoeringspraktijk (bijvoorbeeld Fraudewet) - Vindt plaats in specifieke maatschappelijke en politieke context. - Discretie kan leiden tot rechtsongelijkheid, maar discretie geheel wegnemen ook

Flashcards 12 Flashcards
$3.31 0 sales

Some examples from this set of practice questions

1.

wat wil men in 2018 bereikt hebben in de rechtsspraak?

Answer: - Speerpunt 1 = snellere rechtspraak. Doelstelling”: in 2018 duren rechtspraken 40% korter (oa door de digitalisering) - Speerpunt 2: toegankelijke rechtsspraak, doelstelling: ten minste 70% van partijen zijn tevreden over de begrijpelijkheid en digitale toegankelijkheid van uitspraken en rechtspraak - Speerpunt 3: deskundige rechtsspraak: doelstelling; de rechtsspraak moet zich merkbaar opstellen in de steeds complexer wordende samenleving en de deskundig wordt versterkt.

2.

Wrm hoort onderzoek naar rechters bij de rechtssociologie?

Answer: - Driehoek van Schuyt: drie elementen in een rechtssysteem: ideële, operationele en actuele. Rechters hebben een rol in die verschillende elementen. Om te weten hoe en of het recht werkt, moet je weten hoe die juridische professionals werken - Een andere reden is de bijdrage aan de vier functies van het recht: in het bijzonder de geschilbeslechtingsfunctie. Rechters leveren een bijdrage aan alle vier de functies! Instrumentele; bewerkstelligen van sociale gelijkheid, bijdragen aan equality of arms. Ordenende functie: brengen van rechtszekerheid, ordening. Normatieve functie: uitspraken geven inhoud aan normen: interpretatie. Uitleg. En rechters maken zelf ook normen.

3.

noem de 3 typen rechters

Answer: Kadi-rechter (Rechters die hun discretionaire bevoegdheid gebruiken om ethisch gekleurde uitspraken te doen ) -> leidt tot veel meer bestendige oplossingen. Pakt ook het onderliggende conflict en niet alleen het juridische geschil. Werkt veel beter als rechters zich persoonlijk opstellen. Begrip Kadi is ontleend aan Weber: bureaucratisch, afstandelijk, algemeen en systematisch. Wat zou Weber gevonden hebben van zulke rechters? Waarderationaliteit ipv doelrationaliteit. Weber zou dat niets vinden. - Herstel of ordelijke beeindiging relatie partijen - Weinig aandacht voor juridisch gelijk - Streeft naar regeling Actieve rechter (in de zin van: niet-lijdelijk. Niet achterover geleund, stelt veel vragen etc.) - Is weergave partijen conform de werkelijkheid? - Hecht belang aan juridische grondslag van z’n beslissing, maar geeft wel aandacht aan de one-shotter - Geen ongevraagde schikking. Sfinx (klassieke lijdelijke rechter van wie je geen woord hoort tijdens de zitting, ook geen emotie etc.) - Lijdelijk - Geen maatschappelijk werker ; blijft binnen de grenzen van de wet - Oordeelt achteraf welke partij juridisch het sterkst staat Bruinsma meende dat naarmate de overheid formalistischer en bureaucratischer werd, de maatschappelijke behoefte aan praktische en morele oordelen van een onpartijdige derde (rechter/mediator) is toegenomen. Die Kadi-rechters voorzien in die behoefte.

4.

Wat zijn de consequenties van een eenzijdige samenstelling van de RM en hoe denken ze daarover.

Answer: Onderzoek: bij een meer diverse samenstelling is er meer vertrouwen in de rechtspraak door beeldvorming.

5.

Wat zijn de 5 ethische pijlers van de rechterlijke macht?

Answer: - Onafhankelijkheid - Onpartijdigheid - Equality of arms - Professionaliteit - Integriteit

Flashcards 12 Flashcards
$3.31 0 sales

Some examples from this set of practice questions

1.

Op welke manier dragen advocaten bij aan het functioneren van het recht?

Answer: recht heeft vier verschillende functies: instrumentele, ordenende, geschilbeslechting, normatieve functie. Advocaten: alle vier! - Bijdrage aan ordenende functie o Duiden en uitleggen van wetten en regels - Bijdrage aan geschilbeslechtingsfunctie o Plaveien van de weg naar het recht - Bijdrage aan instrumentele functie o Bv. sociale gelijkheid bewerkstelligen o Equality of arms (tijdens de procedure) - Bijdrage aan normatieve functie o Rechtstatelijke controle op overheidsoptreden

2.

waarom bestuderen we de advocatuur in de rechtssociologie?

Answer: Vanwege de driehoek van schuyt: ideële, operationele, actuele element. Je zou kunnen zeggen dat de advocatuur onder het actuele element valt: “de situaties”. We bestuderen deze van buiten

3.

Wat is de kerntaak van advocaten?

Answer: bijdragen aan een goede rechtsbedeling in de rechtsstaat dmv: - Hulpverlening - Controleren van de staatsmacht

4.

Wat zijn de kenmerken van een professie? (ihkv advocatuur)

Answer: - Speciale expertise (het recht) - Dienstverlening (rechtshulpverlening) - Maatschappelijke waarde (goede rechtsbedeling in de rechtsstaat) - Georganiseerde autonomie (blijkt uit: o Monopoliepositie op een kennisterrein o Controle van rekrutering, selectie en opleiding (NOVA) o Eigen regels en toezicht op kwaliteit (ook eigen systeem van tuchtrechtspraak)

5.

Waarom heeft het advocatuur zoveel privileges?

Answer: Omdat het hun in staat zal stellen om daadwerkelijk zorg te dragen voor dat publieke belang. Anders zou iedereen toetreden en zou de kwaliteit niet te waarborgen zijn

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller dryky. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $6.06. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

97255 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$6.06
  • (0)
  Add to cart