, Week 1 -
10 feb
-
onderwerp
• 100s :
het regent
• herhalend :
mijn broer , die zou .
.
.
plaats Er stond een agent
•
-
:
getal stond eenagent
•
:
er
-
naamwoord
-
zelfstandig
singulare tantum kennis
:
•
plurale tantum hersenen
:
•
-
bijvoeglijk naamwoord
•
attributief : vóór znw (de blauwe broek)
•
predicatie : na znw (de broek is blauw)
- lidwoorden
nu
µ
en
onbepaalde /
bepaald de / de
een ¢
10 feb
-
onderwerp
• 100s :
het regent
• herhalend :
mijn broer , die zou .
.
.
plaats Er stond een agent
•
-
:
getal stond eenagent
•
:
er
-
naamwoord
-
zelfstandig
singulare tantum kennis
:
•
plurale tantum hersenen
:
•
-
bijvoeglijk naamwoord
•
attributief : vóór znw (de blauwe broek)
•
predicatie : na znw (de broek is blauw)
- lidwoorden
nu
µ
en
onbepaalde /
bepaald de / de
een ¢