MIGRATIEVERZOEK
Versie A
Migratieverzoek – 1417SD321A
Sociaal Juridische Dienstverlening
Docent: S. Alisentono
Datum: 07-06-2022
Aantal woorden: 4587
,Inhoudsopgave
Hoofdstuk 1 Algemene casus......................................................................................................................... 2
Vraag 1: Eyden Rada............................................................................................................................................2
Vraag 2: Mahir.....................................................................................................................................................2
Vraag 3: Stelling migratierecht............................................................................................................................3
Vraag 4: Johan de boer en Estelle Kournikova.....................................................................................................4
Vraag 5: Alan Rashid............................................................................................................................................5
Vraag 6: Jurisprudentie........................................................................................................................................6
Vraag 7: Isabel Perez............................................................................................................................................7
Hoofdstuk 2 Casus Jeffrey Druiventak............................................................................................................ 8
Vraag 8: Obstakels aanvraag...............................................................................................................................8
Vraag 9: Mogelijkheden aanvraag.......................................................................................................................8
Vraag 10: Relevante bewijsstukken.....................................................................................................................9
Bibliografie.................................................................................................................................................. 10
Bijlagen....................................................................................................................................................... 11
Bijlage 1 Aanvraagformulier 7018.....................................................................................................................11
1
, Hoofdstuk 1 Algemene casus
Vraag 1: Eyden Rada
‘Noem de argumenten van het beroep van Eyden. Motiveer met relevante wetsartikelen.’
Eyden heeft op grond van art. 29 lid 1 sub b VW 2000 recht op een verblijfsvergunning voor asiel
bepaalde tijd. Om in aanmerking te komen voor asiel moet er aan één van de volgende voorwaarden
worden voldaan:
1 U hebt gegronde redenen om in uw land van herkomst te vrezen voor vervolging vanwege
uw ras, godsdienst, nationaliteit, politieke overtuiging. Of omdat u behoort tot een bepaalde
sociale groep. Deze redenen staan in het Vluchtelingenverdrag.
2 U hebt gegronde redenen om te vrezen voor doodstraf of executie, marteling. Of een andere
onmenselijke of vernederende behandeling in uw land van herkomst.
3 U hebt gegronde redenen om te vrezen dat u slachtoffer wordt van willekeurig geweld door
een gewapend conflict in uw land van herkomst.
4 Uw echtgenoot of echtgenote, partner, vader, moeder of minderjarig kind heeft kortgeleden
een verblijfsvergunning asiel in Nederland gekregen.
Eyden maakt voldoende aannemelijk dat als hij terugkeert naar Irak, hij dan persoonlijk gevaar op zal
lopen. Eyden heeft namelijk een dreigbrief ontvangen die aan hem geadresseerd was en waarin een
kogel van een geweer bij zat. Hiermee wordt vrij duidelijk gemaakt dat Eyden gevaar loopt. Tevens
bestond de dreigbrief uit teksten die bedreigend en beledigend overkomen. Op basis hiervan kan er
aangetoond worden dat er sprake is van ernstige en individuele bedreiging van het leven zoals
geregeld in art. 29 lid 1 sub b onder 3 VW 2000. De dreigbrief kan als bewijsstuk gebruikt worden,
omdat hij hiermee kan aantonen dat hij een reëel risico loopt op ernstige schade in zijn persoonlijke
situatie. Verder heeft Eyden na het ontvangen van de bedreiging, aangifte gedaan. Hij was zich ervan
bewust dat hij niet meer veilig was. Hij is dan ook ondergedoken tot hij het land kon verlaten
Conclusie: Eyden kan met zijn verhaal en de dreigbrief als bewijsstuk voldoende aannemelijk maken
dat hij een reëel risico loopt op ernstige schade als hij terug moet keren naar Irak. Dit is gebaseerd op
het feit dat er gevaar ontstaat in zijn persoonlijke situatie als gevolg van ernstige en individuele
bedreiging van het leven. Hij voldoet dan ook aan de derde voorwaarde dat staat geregeld in art. 29
lid 1 sub b VW 2000. Dit betekent dat Eyden recht heeft op een verblijfsvergunning asiel bepaalde
tijd.
Vraag 2: Mahir
‘Leg uit of Mahir in aanmerking kan komen voor een visum.’
Mahir heeft de Marokkaanse nationaliteit en wil voor 14 dagen in Nederland verblijven. Als men de
Marokkaanse nationaliteit heeft, betekent het dat deze persoon visumplichtig is. 1 Om voor 14 dagen
in Nederland te kunnen verblijven, is het voor een visumplichtige van belang dat er een visum kort
verblijf wordt aangevraagd. Dit is een visum dat voor maximaal 90 dagen wordt afgegeven en
waarmee een persoon 90 dagen per 180 mag verblijven in Nederland of een ander schengenland. Dit
valt onder de EU-visumcode. 2Hierbij moet er ook aan bepaalde voorwaarden worden voldaan
voordat iemand hiervoor in aanmerking komt.
1
‘Welke landen hebben visum nodig voor Nederland?’, Schengenvisum.info
2
Samim 2020, p. 44-47.
2
Versie A
Migratieverzoek – 1417SD321A
Sociaal Juridische Dienstverlening
Docent: S. Alisentono
Datum: 07-06-2022
Aantal woorden: 4587
,Inhoudsopgave
Hoofdstuk 1 Algemene casus......................................................................................................................... 2
Vraag 1: Eyden Rada............................................................................................................................................2
Vraag 2: Mahir.....................................................................................................................................................2
Vraag 3: Stelling migratierecht............................................................................................................................3
Vraag 4: Johan de boer en Estelle Kournikova.....................................................................................................4
Vraag 5: Alan Rashid............................................................................................................................................5
Vraag 6: Jurisprudentie........................................................................................................................................6
Vraag 7: Isabel Perez............................................................................................................................................7
Hoofdstuk 2 Casus Jeffrey Druiventak............................................................................................................ 8
Vraag 8: Obstakels aanvraag...............................................................................................................................8
Vraag 9: Mogelijkheden aanvraag.......................................................................................................................8
Vraag 10: Relevante bewijsstukken.....................................................................................................................9
Bibliografie.................................................................................................................................................. 10
Bijlagen....................................................................................................................................................... 11
Bijlage 1 Aanvraagformulier 7018.....................................................................................................................11
1
, Hoofdstuk 1 Algemene casus
Vraag 1: Eyden Rada
‘Noem de argumenten van het beroep van Eyden. Motiveer met relevante wetsartikelen.’
Eyden heeft op grond van art. 29 lid 1 sub b VW 2000 recht op een verblijfsvergunning voor asiel
bepaalde tijd. Om in aanmerking te komen voor asiel moet er aan één van de volgende voorwaarden
worden voldaan:
1 U hebt gegronde redenen om in uw land van herkomst te vrezen voor vervolging vanwege
uw ras, godsdienst, nationaliteit, politieke overtuiging. Of omdat u behoort tot een bepaalde
sociale groep. Deze redenen staan in het Vluchtelingenverdrag.
2 U hebt gegronde redenen om te vrezen voor doodstraf of executie, marteling. Of een andere
onmenselijke of vernederende behandeling in uw land van herkomst.
3 U hebt gegronde redenen om te vrezen dat u slachtoffer wordt van willekeurig geweld door
een gewapend conflict in uw land van herkomst.
4 Uw echtgenoot of echtgenote, partner, vader, moeder of minderjarig kind heeft kortgeleden
een verblijfsvergunning asiel in Nederland gekregen.
Eyden maakt voldoende aannemelijk dat als hij terugkeert naar Irak, hij dan persoonlijk gevaar op zal
lopen. Eyden heeft namelijk een dreigbrief ontvangen die aan hem geadresseerd was en waarin een
kogel van een geweer bij zat. Hiermee wordt vrij duidelijk gemaakt dat Eyden gevaar loopt. Tevens
bestond de dreigbrief uit teksten die bedreigend en beledigend overkomen. Op basis hiervan kan er
aangetoond worden dat er sprake is van ernstige en individuele bedreiging van het leven zoals
geregeld in art. 29 lid 1 sub b onder 3 VW 2000. De dreigbrief kan als bewijsstuk gebruikt worden,
omdat hij hiermee kan aantonen dat hij een reëel risico loopt op ernstige schade in zijn persoonlijke
situatie. Verder heeft Eyden na het ontvangen van de bedreiging, aangifte gedaan. Hij was zich ervan
bewust dat hij niet meer veilig was. Hij is dan ook ondergedoken tot hij het land kon verlaten
Conclusie: Eyden kan met zijn verhaal en de dreigbrief als bewijsstuk voldoende aannemelijk maken
dat hij een reëel risico loopt op ernstige schade als hij terug moet keren naar Irak. Dit is gebaseerd op
het feit dat er gevaar ontstaat in zijn persoonlijke situatie als gevolg van ernstige en individuele
bedreiging van het leven. Hij voldoet dan ook aan de derde voorwaarde dat staat geregeld in art. 29
lid 1 sub b VW 2000. Dit betekent dat Eyden recht heeft op een verblijfsvergunning asiel bepaalde
tijd.
Vraag 2: Mahir
‘Leg uit of Mahir in aanmerking kan komen voor een visum.’
Mahir heeft de Marokkaanse nationaliteit en wil voor 14 dagen in Nederland verblijven. Als men de
Marokkaanse nationaliteit heeft, betekent het dat deze persoon visumplichtig is. 1 Om voor 14 dagen
in Nederland te kunnen verblijven, is het voor een visumplichtige van belang dat er een visum kort
verblijf wordt aangevraagd. Dit is een visum dat voor maximaal 90 dagen wordt afgegeven en
waarmee een persoon 90 dagen per 180 mag verblijven in Nederland of een ander schengenland. Dit
valt onder de EU-visumcode. 2Hierbij moet er ook aan bepaalde voorwaarden worden voldaan
voordat iemand hiervoor in aanmerking komt.
1
‘Welke landen hebben visum nodig voor Nederland?’, Schengenvisum.info
2
Samim 2020, p. 44-47.
2
