Motorisch leren Samenvatting
Motor skills and motor learning
Impliciet leren kent verschillende vormen van leren namelijk:
Analogie leren
Foutloos leren
Differentieel leren
Leren met een dubbeltaak
Leren met externe focus van aandacht
Analogie leren Leren met een beeldspraak. Je gaat niet zeggen wat je
allemaal precies moet doen met je lichaam maar geeft een beeldspraak.
Tijdens het gooien maak je een zwanenhals, tijdens een koprol de je alsof
je een balletje bent die over de grond rolt.
Foutloos leren Hierbij begin je met een stap waarbij je geen fouten kan
maken. Dan verander je de stap telkens door bijvoorbeeld iets verder te
staan etc. Om te zorgen dat er nog geen fouten gemaakt worden bij de
oefening maar dat er wel iets wordt geleerd.
Zelflerend vermogen Wanneer je fouten maakt dan moet je als
trainer helpen om de eventuele fouten te kunnen verbeteren.
Fouten laten maken leidt tot expliciete kennis
Differentieel lerenWe gaan niet een techniek vertellen en deze zeggen
we gaan juist veel verschillende oefeningen toepassen . Oefeningen niet
herhalen maar oefeningen steeds veranderen door verschillende
materialen. Differentieel leren is niet hetzelfde als differentiatie.
Wanneer je oefeningen steeds veranderd ontstaat er nooit een ideaal
plaatje van hoe een beweging is. Het is dus wel van belang dat er een
ideaal plaatje ontstaat. Dit is een impliciete beweging. Hierbij gebruik je
verschillende gewichten en verschillende materialen.
Verder is er geen ideale techniek voor iedereen. Elk lichaam is anders dus
iedereen vind een andere techniek fijn.
Leren met een dubbeltaak Cogitieve (secundaire) taak.
Leren met externe focus van aandachtSki oefening voeten van links naar
rechts bewegen terwijl je heupen het werk doen zonder dat je hier bij
nadenkt.
Interfereert met natuurlijke sturingsprocessen
Leidt tot slechtere prestaties dan geen instructies
Ski oefening voeten van links naar rechts bewegen terwijl je heupen het
werk doen zonder dat je hier bij nadenkt. Externe focus van aandacht
Motor skills and motor learning
Impliciet leren kent verschillende vormen van leren namelijk:
Analogie leren
Foutloos leren
Differentieel leren
Leren met een dubbeltaak
Leren met externe focus van aandacht
Analogie leren Leren met een beeldspraak. Je gaat niet zeggen wat je
allemaal precies moet doen met je lichaam maar geeft een beeldspraak.
Tijdens het gooien maak je een zwanenhals, tijdens een koprol de je alsof
je een balletje bent die over de grond rolt.
Foutloos leren Hierbij begin je met een stap waarbij je geen fouten kan
maken. Dan verander je de stap telkens door bijvoorbeeld iets verder te
staan etc. Om te zorgen dat er nog geen fouten gemaakt worden bij de
oefening maar dat er wel iets wordt geleerd.
Zelflerend vermogen Wanneer je fouten maakt dan moet je als
trainer helpen om de eventuele fouten te kunnen verbeteren.
Fouten laten maken leidt tot expliciete kennis
Differentieel lerenWe gaan niet een techniek vertellen en deze zeggen
we gaan juist veel verschillende oefeningen toepassen . Oefeningen niet
herhalen maar oefeningen steeds veranderen door verschillende
materialen. Differentieel leren is niet hetzelfde als differentiatie.
Wanneer je oefeningen steeds veranderd ontstaat er nooit een ideaal
plaatje van hoe een beweging is. Het is dus wel van belang dat er een
ideaal plaatje ontstaat. Dit is een impliciete beweging. Hierbij gebruik je
verschillende gewichten en verschillende materialen.
Verder is er geen ideale techniek voor iedereen. Elk lichaam is anders dus
iedereen vind een andere techniek fijn.
Leren met een dubbeltaak Cogitieve (secundaire) taak.
Leren met externe focus van aandachtSki oefening voeten van links naar
rechts bewegen terwijl je heupen het werk doen zonder dat je hier bij
nadenkt.
Interfereert met natuurlijke sturingsprocessen
Leidt tot slechtere prestaties dan geen instructies
Ski oefening voeten van links naar rechts bewegen terwijl je heupen het
werk doen zonder dat je hier bij nadenkt. Externe focus van aandacht
