Anatomie: H14: Lymfestelsel &
immuniteit
Primaire en secundaire immuunreactie
- Antigeen = ziekteverwekker
- Primaire immuunreactie:
= reactie van het lichaam na een eerste contact met een antigeen
- Secundaire immuunreactie:
= reactie van het lichaam na een tweede of volgende contact met
hetzelfde antigeen
Immuunreactie:
= reactie van het lichaam op een contact met een antigeen
1. Aangeboren/ niet specifieke afweer
Fagocytose door neutrofielen (leukocyten)
Interferonen laten cellen antivirale eiwitten vormen
= kleine eiwitten die worden afgegeven door geactiveerde lymfocyten
Complementsysteem
= 11 eiwitten die de werking van antistoffen aanvullen
Ontstekingsreactie: calor, tumor, rubor, dolor
Koorts door pyrogenen ( vb. antigenen, gifstoffen die afgegeven worden door
bacteriën of vorming van antigeen antistofcomplex)
1. Adaptief (verworven na de geboorte) / specifiek (tegen één bepaalde
antigeen)
Vorming van immunoglobuline M Vorming van immunoglobuline G
Elimineert het antigeen door het Aangemaakt door: B – lymfocyten
vormen van antigeen – antistof – Na contact met een specifiek
complex antigeen
Geven die af in het bloed
De concentratie van Ig M neemt af
wanneer de concentratie Ig G
toeneemt
1
, 3 grote verschillen tussen een primaire en secundaire
immuunreactie
Immunoglobuline G
- Bij een 2de en verdere blootstelling aan hetzelfde antigeen…
1. Zijn er veel sneller ig G (antistof) te zien in het bloed dan bij eerste
blootstelling
2. Veel snellere toename van ig G in het bloed (3-5 dagen)
3. Veel meer Ig G bij 2de blootstelling
Bij een secundaire immuunreactie: niet ziek
Fysiologische verklaring voor het verschil
- Juiste groep B – lymfocyten moet geactiveerd worden
Differentiëren zich tot
1. Plasmacellen die Ig G vormen
2. B – geheugencellen die sneller differentiëren tot plasmacellen dan B –
lymfocyten
Vb. Vaccinatie
= men brengt doelbewust een antigeen in het lichaam binnen
Maar: maakt de persoon niet ziek (verzwakt antigeen, dood antigeen, deel van antigeen,…)
Lokt primaire immuunreactie uit
Aanmaak plasmacellen
Aanmaak van B – geheugencellen
Als persoon dan in contact komt met echt antigeen is er een secundaire
immuunreactie
persoon niet ziek
2
immuniteit
Primaire en secundaire immuunreactie
- Antigeen = ziekteverwekker
- Primaire immuunreactie:
= reactie van het lichaam na een eerste contact met een antigeen
- Secundaire immuunreactie:
= reactie van het lichaam na een tweede of volgende contact met
hetzelfde antigeen
Immuunreactie:
= reactie van het lichaam op een contact met een antigeen
1. Aangeboren/ niet specifieke afweer
Fagocytose door neutrofielen (leukocyten)
Interferonen laten cellen antivirale eiwitten vormen
= kleine eiwitten die worden afgegeven door geactiveerde lymfocyten
Complementsysteem
= 11 eiwitten die de werking van antistoffen aanvullen
Ontstekingsreactie: calor, tumor, rubor, dolor
Koorts door pyrogenen ( vb. antigenen, gifstoffen die afgegeven worden door
bacteriën of vorming van antigeen antistofcomplex)
1. Adaptief (verworven na de geboorte) / specifiek (tegen één bepaalde
antigeen)
Vorming van immunoglobuline M Vorming van immunoglobuline G
Elimineert het antigeen door het Aangemaakt door: B – lymfocyten
vormen van antigeen – antistof – Na contact met een specifiek
complex antigeen
Geven die af in het bloed
De concentratie van Ig M neemt af
wanneer de concentratie Ig G
toeneemt
1
, 3 grote verschillen tussen een primaire en secundaire
immuunreactie
Immunoglobuline G
- Bij een 2de en verdere blootstelling aan hetzelfde antigeen…
1. Zijn er veel sneller ig G (antistof) te zien in het bloed dan bij eerste
blootstelling
2. Veel snellere toename van ig G in het bloed (3-5 dagen)
3. Veel meer Ig G bij 2de blootstelling
Bij een secundaire immuunreactie: niet ziek
Fysiologische verklaring voor het verschil
- Juiste groep B – lymfocyten moet geactiveerd worden
Differentiëren zich tot
1. Plasmacellen die Ig G vormen
2. B – geheugencellen die sneller differentiëren tot plasmacellen dan B –
lymfocyten
Vb. Vaccinatie
= men brengt doelbewust een antigeen in het lichaam binnen
Maar: maakt de persoon niet ziek (verzwakt antigeen, dood antigeen, deel van antigeen,…)
Lokt primaire immuunreactie uit
Aanmaak plasmacellen
Aanmaak van B – geheugencellen
Als persoon dan in contact komt met echt antigeen is er een secundaire
immuunreactie
persoon niet ziek
2