Handboek Psychiatrie en filosofie
Vragen Deel I – Hoofdstuk 2 Wat is een psychiatrische
ziekte?
1. Welk onderscheid maakt Glas tussen diagnosticeren en classificeren? Wat
ziet Glas als de positie van de ‘klinische taal’?
Een diagnose is gericht op het individuele geval en zoekt naar oorzaak en
aanleidingen. Classificatie is gericht op groepen van verschijnselen, je
ordent ze . Volgens Glas neemt de klinische taal(=vaktaal/taal voor
stoornissen in de praktijk) een eigen positie in naast de omgangstaal en
de taal van de vakwetenschap. De klinische taal wordt gebruikt in de
praktijk door degenen die weten wat diagnosticeren is maar geen
wetenschappers zijn.
2. Welke visies op classificeren onderscheidt Glas?
Taxonomie is de wetenschap van het classificeren. Volgens Glas zijn er
twee manieren voor taxonomie die beide nadelen hebben.
- Nummerieke taxonomie; statistische. Je verklaart niks maar je legt
gewoon de verschijnselen vast. (10 gele auto’s)
- Cladistiek; de evolutie ontwikkeld zich, daar is geen speld tussen te
krijgen. Als een mens afwijkt van d evolutie (bijv. een staart hebben)
mag deze als mislukt gezien worden. een soort blauwdruk voor de
mens.
Glas zegt: nummerieke taxonomie is nooit waardevrij. De DSM definities zijn
polythetisch; je hebt maar een deel van de verschijnselen nodig of de stoornis te
hebben. !!!
3. Welke vragen stelt Glas bij het denken over ziekten en het ziektebegrip?
Is ziekte en ding of een toestand, of kan ziekte beter als proces in
een bepaalde context worden gezien?
Hebben de termen waarmee ziekten worden aangeduid betrekking
op discrete entiteiten (bestaan ze los van elkaar), of beduiden ze de
lokalisatie van de stoornis op een bepaald continuüm? Dit dilemma
staat bekend als het dilemma tussen categoriale en dimensionale
benaderingen van psychopathologie.
Zijn de termen voor ziekten slechts beschrijvingen, of impliceren zij
ook een verklaring? Dit thema betreft het dilemma ‘beschrijven of
verklaren’?
Slaan de termen waarmee de arts ziekten aanduidt op reëel
bestaande entiteiten, of zijn het ‘slechts’ ordeningen in diens hoofd?
Moeten ziektetermen met andere woorden realistisch of
nominalistisch worden opgevat?
Verwijzen de termen die naar ziekten verwijzen naar puur
objectieve zaken, of zit er in het hanteren van het criterium voor
ziekte altijd en per definitie ook een normatief of evuatief element?
Vragen Deel I – Hoofdstuk 2 Wat is een psychiatrische
ziekte?
1. Welk onderscheid maakt Glas tussen diagnosticeren en classificeren? Wat
ziet Glas als de positie van de ‘klinische taal’?
Een diagnose is gericht op het individuele geval en zoekt naar oorzaak en
aanleidingen. Classificatie is gericht op groepen van verschijnselen, je
ordent ze . Volgens Glas neemt de klinische taal(=vaktaal/taal voor
stoornissen in de praktijk) een eigen positie in naast de omgangstaal en
de taal van de vakwetenschap. De klinische taal wordt gebruikt in de
praktijk door degenen die weten wat diagnosticeren is maar geen
wetenschappers zijn.
2. Welke visies op classificeren onderscheidt Glas?
Taxonomie is de wetenschap van het classificeren. Volgens Glas zijn er
twee manieren voor taxonomie die beide nadelen hebben.
- Nummerieke taxonomie; statistische. Je verklaart niks maar je legt
gewoon de verschijnselen vast. (10 gele auto’s)
- Cladistiek; de evolutie ontwikkeld zich, daar is geen speld tussen te
krijgen. Als een mens afwijkt van d evolutie (bijv. een staart hebben)
mag deze als mislukt gezien worden. een soort blauwdruk voor de
mens.
Glas zegt: nummerieke taxonomie is nooit waardevrij. De DSM definities zijn
polythetisch; je hebt maar een deel van de verschijnselen nodig of de stoornis te
hebben. !!!
3. Welke vragen stelt Glas bij het denken over ziekten en het ziektebegrip?
Is ziekte en ding of een toestand, of kan ziekte beter als proces in
een bepaalde context worden gezien?
Hebben de termen waarmee ziekten worden aangeduid betrekking
op discrete entiteiten (bestaan ze los van elkaar), of beduiden ze de
lokalisatie van de stoornis op een bepaald continuüm? Dit dilemma
staat bekend als het dilemma tussen categoriale en dimensionale
benaderingen van psychopathologie.
Zijn de termen voor ziekten slechts beschrijvingen, of impliceren zij
ook een verklaring? Dit thema betreft het dilemma ‘beschrijven of
verklaren’?
Slaan de termen waarmee de arts ziekten aanduidt op reëel
bestaande entiteiten, of zijn het ‘slechts’ ordeningen in diens hoofd?
Moeten ziektetermen met andere woorden realistisch of
nominalistisch worden opgevat?
Verwijzen de termen die naar ziekten verwijzen naar puur
objectieve zaken, of zit er in het hanteren van het criterium voor
ziekte altijd en per definitie ook een normatief of evuatief element?