Economie B
0. Inleiding Economie B
• Idee van minimale staat
o Volledig ongereguleerde economie kan niet goed werken
▪ Natuurlijke anarchie
▪ Overheid als sociaal contract
o Nood aan minimale staat
▪ Eigendomsrechten, contractwetgeving, rechtshandhaving
▪ Geen verdere overheidsinmenging nodig?
• Marktefficiëntie
o Vraagcurve
▪ Marginale bereidheid tot betalen curve (MBTB)
o Aanbodcurve
▪ MK-curve
o Stel Q2, P2 > CS en PS?
▪ Welvaartsverlies
▪ Maar, Invisible hand!
o Marktevenwicht P* en Q*
▪ MBTB = MK = P
▪ CS + PS = TS maximaal
• Markten en pareto-efficiëntie
o Handel
▪ Marktpartijen beschikken over goederen
▪ Kunnen deze goederen ruilen
▪ Ruil is vrijwillig
▪ > Marktpartijen ruilen enkel als ze er beiden op vooruit gaan
▪ Handel zorgt voor Pareto-verbeteringen
o Voorbeeld: Bertel en Stijn
▪ Bertel: heeft enkel brood ter beschikking > nut = 10, maar heeft dorst
▪ Stijn: heeft enkel water ter beschikking > nut = 10, maar heeft honger
▪ Ruilhandel
> Bertel geeft brood en ontvangt water
> Stijn geeft water en ontvangt brood
> Analyse van Pareto-efficiëntie > ‘Paretogrens’ (PMG)
o Alle punten op de paretogrens zijn maximale nutsniveaus
o b is een Pareto-verbetering t.o.v. a maar niet t.o.v. c
o Er zijn veel Pareto-efficiënte punten, die zijn niet Pareto vergelijkbaar. Vergelijk
b en d…
1
,• 3 taken van de overheid
o Allocatie (totale welvaart)
▪ Marktfaling (H18-20)
▪ Overheidsfaling (H22)
▪ Belastingen (H7&23)
o Distributie (verdeling van welvaart)
▪ Ongelijkheid en herverdeling (H21)
o Stabilisatie
19. Externe effecten
19.0 Inleiding
• Externe eFFecten
o “Wanneer het handelen van de ene persoon gevolgen heeft voor het
welvaartsniveau van minstens één andere persoon, zonder dat er vergoeding
of compensatie tegenover staat”
o Problemen
▪ Leiden tot welvaartsverlies (allocatief probleem)
▪ Eigendomsrechten slecht omschreven
▪ Telkens andere mensen (derden) ondervinden eFFect op hun nutsniveau
o Positief <-> negatief
Positieve externe eFFecten Negatieve externe eFFecten
Externe baten Externe kosten
Positieve externaliteiten Negatieve externaliteiten
MBTB bevat niet alle baten… MK bevat niet alle kosten…
• 2 manieren om externaliteiten te analyseren
o Pigou: (negatieve) externaliteit in een markt
▪ Vervuiling door productie van een product levert externaliteit op
▪ Externaliteit zorgt voor welvaartsverlies
▪ ‘Maatschappelijke’ kostprijs van een product is hoger dan de
‘private’ kostprijs. Niet alle kosten verrekend in de private prijs
▪ Doordat eigendomsrechten op het milieu niet goed zijn omschreven
o Een ‘markt’ voor de externaliteit
▪ Schadeveroorzakers (vervuilers) versus schadelijders (gedupeerden)
▪ Voorbeeld milieuvervuiling: Reductiekosten en Externe kosten
▪ ‘Optimaal niveau van vervuiling’
19.1 Negatieve externe effecten
• Productie van product > uitstoot
o Bv. lozing afvalwater in rivier, geurhinder, lawaai, CO2-uitstoot …
o > Marginale externe kosten (MEK) (EUR)
• Private kost
o Private aanbodcurve Aprivaat (=MK)
o Enkel productiekosten (lonen, grondstoFFen …)
2
,• Maatschappelijke/sociale kost
o Aanbodcurve Asociaal (MK+MEK)
o Alle kosten voor de samenleving: privaat + extern
• MEK
o Marginale externe kost
o MEK = TEK’ (afgeleide van totale externe kosten)
o Verloop
▪ Hangt af van probleem
> CO2 uitstoot: elke ton uitstoot leidt tot zelfde bijkomende schade
> constante MEK
> Nachtvluchten over een woonwijk
∆ Eerste vlucht is een ‘beetje lastig’
∆ Tiende vlucht in dezelfde nacht is ‘heel lastig’
o Oppervlakte onder MEK = TEK
o MEK kan constant zijn, maar ook stijgend (vergelijk Q1 en Q2)
o MEK = verticale afstand tussen Aprivaat en Asociaal
o TEK = oppervlakte tussen Aprivaat en Asociaal
o Opmerkingen
▪ Eenheden tussen Qoptimum en Qmarkt
> Extra welvaart (+A)
> Extra TEK (-A -B)
> > Gevolg = -B = welvaartsverlies bij Qmarkt
▪ Eenheden tussen Qmarkt en Qoptimum: MBTB < MK+MEK
3
, • Marktfaling
o Privaat marktevenwicht Qmarkt
▪ MBTB < TEK (=MK + MEK)
▪ Niet het ‘maatschappelijk wenselijke evenwicht’
▪ Allocatieprobleem, marktfaling, allocatieve inefficiëntie
o Eenheden tussen Qoptimum en Qmarkt
▪ TEK: vierhoek A+B
▪ CS en PS: driehoek A
▪ Dus: welvaartsverlies: driehoek B
o Bij Qoptimum
▪ MBTB = MK+MEK
▪ Merk op! Vervuiling is niet gelijk aan 0!
o Hoe moeten we Qoptimum bereiken?
▪ Pigouviaanse belasting
> Belastingtarief = MEK in Qoptimum
∆ Bv. vliegen met het vliegtuig heeft marginale externe kost
van 2 euro per km in Qoptimum > belastingtarief van 2 euro
per km opleggen
> > Hogere kost voor bedrijf (MK + taks) > doorrekenen aan
klanten
∆ ‘Internalisering van de externe kost’
∆ Zorgt dat een ‘juiste’ prijs wordt gerealiseerd
∆ P = MK + MEK
Pigouviaanse belasting: Tarief = MEK in Qoptimum
(=dubbele pijl)
> Aanbodprivaat schuift naar boven
Rechthoek = belastinginkomsten voor
de overheid
> Gevolgen voor de welvaart van pigouviaanse belasting
4
0. Inleiding Economie B
• Idee van minimale staat
o Volledig ongereguleerde economie kan niet goed werken
▪ Natuurlijke anarchie
▪ Overheid als sociaal contract
o Nood aan minimale staat
▪ Eigendomsrechten, contractwetgeving, rechtshandhaving
▪ Geen verdere overheidsinmenging nodig?
• Marktefficiëntie
o Vraagcurve
▪ Marginale bereidheid tot betalen curve (MBTB)
o Aanbodcurve
▪ MK-curve
o Stel Q2, P2 > CS en PS?
▪ Welvaartsverlies
▪ Maar, Invisible hand!
o Marktevenwicht P* en Q*
▪ MBTB = MK = P
▪ CS + PS = TS maximaal
• Markten en pareto-efficiëntie
o Handel
▪ Marktpartijen beschikken over goederen
▪ Kunnen deze goederen ruilen
▪ Ruil is vrijwillig
▪ > Marktpartijen ruilen enkel als ze er beiden op vooruit gaan
▪ Handel zorgt voor Pareto-verbeteringen
o Voorbeeld: Bertel en Stijn
▪ Bertel: heeft enkel brood ter beschikking > nut = 10, maar heeft dorst
▪ Stijn: heeft enkel water ter beschikking > nut = 10, maar heeft honger
▪ Ruilhandel
> Bertel geeft brood en ontvangt water
> Stijn geeft water en ontvangt brood
> Analyse van Pareto-efficiëntie > ‘Paretogrens’ (PMG)
o Alle punten op de paretogrens zijn maximale nutsniveaus
o b is een Pareto-verbetering t.o.v. a maar niet t.o.v. c
o Er zijn veel Pareto-efficiënte punten, die zijn niet Pareto vergelijkbaar. Vergelijk
b en d…
1
,• 3 taken van de overheid
o Allocatie (totale welvaart)
▪ Marktfaling (H18-20)
▪ Overheidsfaling (H22)
▪ Belastingen (H7&23)
o Distributie (verdeling van welvaart)
▪ Ongelijkheid en herverdeling (H21)
o Stabilisatie
19. Externe effecten
19.0 Inleiding
• Externe eFFecten
o “Wanneer het handelen van de ene persoon gevolgen heeft voor het
welvaartsniveau van minstens één andere persoon, zonder dat er vergoeding
of compensatie tegenover staat”
o Problemen
▪ Leiden tot welvaartsverlies (allocatief probleem)
▪ Eigendomsrechten slecht omschreven
▪ Telkens andere mensen (derden) ondervinden eFFect op hun nutsniveau
o Positief <-> negatief
Positieve externe eFFecten Negatieve externe eFFecten
Externe baten Externe kosten
Positieve externaliteiten Negatieve externaliteiten
MBTB bevat niet alle baten… MK bevat niet alle kosten…
• 2 manieren om externaliteiten te analyseren
o Pigou: (negatieve) externaliteit in een markt
▪ Vervuiling door productie van een product levert externaliteit op
▪ Externaliteit zorgt voor welvaartsverlies
▪ ‘Maatschappelijke’ kostprijs van een product is hoger dan de
‘private’ kostprijs. Niet alle kosten verrekend in de private prijs
▪ Doordat eigendomsrechten op het milieu niet goed zijn omschreven
o Een ‘markt’ voor de externaliteit
▪ Schadeveroorzakers (vervuilers) versus schadelijders (gedupeerden)
▪ Voorbeeld milieuvervuiling: Reductiekosten en Externe kosten
▪ ‘Optimaal niveau van vervuiling’
19.1 Negatieve externe effecten
• Productie van product > uitstoot
o Bv. lozing afvalwater in rivier, geurhinder, lawaai, CO2-uitstoot …
o > Marginale externe kosten (MEK) (EUR)
• Private kost
o Private aanbodcurve Aprivaat (=MK)
o Enkel productiekosten (lonen, grondstoFFen …)
2
,• Maatschappelijke/sociale kost
o Aanbodcurve Asociaal (MK+MEK)
o Alle kosten voor de samenleving: privaat + extern
• MEK
o Marginale externe kost
o MEK = TEK’ (afgeleide van totale externe kosten)
o Verloop
▪ Hangt af van probleem
> CO2 uitstoot: elke ton uitstoot leidt tot zelfde bijkomende schade
> constante MEK
> Nachtvluchten over een woonwijk
∆ Eerste vlucht is een ‘beetje lastig’
∆ Tiende vlucht in dezelfde nacht is ‘heel lastig’
o Oppervlakte onder MEK = TEK
o MEK kan constant zijn, maar ook stijgend (vergelijk Q1 en Q2)
o MEK = verticale afstand tussen Aprivaat en Asociaal
o TEK = oppervlakte tussen Aprivaat en Asociaal
o Opmerkingen
▪ Eenheden tussen Qoptimum en Qmarkt
> Extra welvaart (+A)
> Extra TEK (-A -B)
> > Gevolg = -B = welvaartsverlies bij Qmarkt
▪ Eenheden tussen Qmarkt en Qoptimum: MBTB < MK+MEK
3
, • Marktfaling
o Privaat marktevenwicht Qmarkt
▪ MBTB < TEK (=MK + MEK)
▪ Niet het ‘maatschappelijk wenselijke evenwicht’
▪ Allocatieprobleem, marktfaling, allocatieve inefficiëntie
o Eenheden tussen Qoptimum en Qmarkt
▪ TEK: vierhoek A+B
▪ CS en PS: driehoek A
▪ Dus: welvaartsverlies: driehoek B
o Bij Qoptimum
▪ MBTB = MK+MEK
▪ Merk op! Vervuiling is niet gelijk aan 0!
o Hoe moeten we Qoptimum bereiken?
▪ Pigouviaanse belasting
> Belastingtarief = MEK in Qoptimum
∆ Bv. vliegen met het vliegtuig heeft marginale externe kost
van 2 euro per km in Qoptimum > belastingtarief van 2 euro
per km opleggen
> > Hogere kost voor bedrijf (MK + taks) > doorrekenen aan
klanten
∆ ‘Internalisering van de externe kost’
∆ Zorgt dat een ‘juiste’ prijs wordt gerealiseerd
∆ P = MK + MEK
Pigouviaanse belasting: Tarief = MEK in Qoptimum
(=dubbele pijl)
> Aanbodprivaat schuift naar boven
Rechthoek = belastinginkomsten voor
de overheid
> Gevolgen voor de welvaart van pigouviaanse belasting
4