Samenvatting Economie
H1: Inleiding
Economen bestuderen creatie van welvaart
-economie is goed indien welvaart creëert en investeert in de toekomstige welvaart
Economische kringloop
-natuurlijk evenwicht tussen productie en consumptie
Loon, huur, Uitgaven
interest, winst aan G&D
Gezinnen
Arbeid, diensten, Geleverde G&D
land, kapitaal
Factormar Arbeid, diensten,
Goederen en
Geleverde G&D
kt land, kapitaal diensten
Loon, huur,
interest, winst
+overheid (belastingen etc) en buitenland
Uitgaven
Hoe gaat het met de economie?
aan G&D
-relatief lage werkloosheid, opnieuw groei na de
krimp in 2020 MAAR skill Bedrijven mismatch
-budgettaire situatie van de overheid ☹
-(zeer) hoge beurskoersen ? Goeie economie nee
Bedrijven maken meer winst dan ooit
vooral dominante topbedrijven hebben grotere winst
HOE?
-innovatie
-afschermen van hun markten via schaalvoordelen, patenten
-killer acquisitions: concurrentie elimineren laat hoge prijzen toe
(niet per se hogere lonen voor de werknemers)
Hoge prijzen om winst te maximaliseren leidt tot
-lagere verkoop dan bij lagere prijzen
lagere productie lagere tewerkstelling
lagere lonen, minder kansen
-arbeider: lager loon, minder jobs, hogere prijzen, geen aandelen
-kenniswerker: hoger loon, meet job mogelijkheden, hogere prijzen, meer aandelen
=marktmacht van bedrijven voedt de ongelijkheid
Welvaart = containerbegrip waar economie als discipline ook zijn eigen invulling aan geeft
Vanaf 19e eeuw grote veranderingen tussen landen door IR – kapitalisme
1
, -productie binnen bedrijven
-markten = plaats waar bedrijven en klanten producten vrijwillig ruilen tegen prijs >
productiekost om de eigenaars te vergoeden voor ondernemingsinitiatief
-private eigendom kapitaalgoederen
Daarna geografische expansie van lokale nationale internationale markt
=verdere mogelijkheid tot welvaart verhogende specialisatie en ruil
Kapitalisme geen garantie op welvaart
=veel landen hebben bedrijven, private eigendommen en markten, maar hun economieën
slagen er toch niet in om de welvaart te verhogen
-rol overheid:
Slaagt er niet in om private eigendommen voldoende te beschermen
Markten zijn niet competitief
Overheid gecapteerd door rent-seekers = voordeel halen via politiek
Ecologie
Stijging welvaart gepaard met gebruik van gezamenlijk natuurbudget
Milieu-impact (I) = f(P,A,T) = f(populatie, consumptie, technologie)
Ecologische voetafdruk = grond- & wateroppervlak waar iedereen recht op heeft =
1.8 hectare
Duurzaamheidsuitdaging = maatschappelijk probleem
2
,H2: Welvaart en marktevenwicht
2.1 Wat is economie?
Moderne economie = complex systeem van productie en consumptie met beperkte
middelen
Private bedrijven produceren G&D + tewerkstelling
Overheden voorzien aanbod G&D , kopen aan bij bedrijven + tewerkstelling
!reguleren, maatschappelijke projecten
Consumenten kopen aan + betalen belastingen + vormen menselijk kapitaal
dat de eco doet draaien
Activiteiten en transacties gebeuren op markten
2.2 Allocatieprobleem
Welvaart = in welke mate leidt de inzet van schaarse middelen (allocatie) tot
economische baten
Schaarste middelen goed middelenbeheer is belangrijk, de maatschappij
kan niet alle gewenste G&D produceren omdat middelen beperkt zijn
Welvaartsanalyse = verschil tussen baten en kosten van de inzet van middelen
!goede allocatie vereist goede info (systeem kan inefficient zijn vanuit allocatief
oogpunt) zie voorbeelden gezondheidszorg en lifestyle diseases
=> zoektocht naar welvaart is multi- en interdisciplinair
2.3 Markten
Markten voor welvaart optimaliserende allocatie
Welke voordelen halen kopers en verkopers uit marktparticipatie?
Hoe zijn de voordelen zo groot mogelijk voor de samenleving?
= groep kopers en verkopers van een bepaald goed/dienst
Kopers bepalen vraag en verkopers bepalen aanbod bepalen de prijs en
hoeveelheid (ie allocatie)
Voorlopig uitgangspunt:
Producten zijn identiek (homogeen)
Veel kopers en verkopers zodat niemand invloed heeft op de prijs
VRAAG
Ceteris paribus = bij ongewijzigde omstandigheden (al de rest hetzelfde)
Gevraagde aantal zal dalen als de prijs stijgt = negatieve relatie
3
, Verandering in gevraagde aantal door:
Prijsverandering: BEWEGING langs de vraagcurve
Elke andere factor: VERSCHUIVING/WENTELING langs de vraagcurve
= verandering die bij elke prijs de gevraagde hoeveelheid wijzigt
Consumenteninkomen
Smaken/voorkeuren
Aantal kopers
Verwachtingen
Prijs van verwante producten
-substitutiegoederen
o Prijsdaling van A daling in vraag van B
o Yoghurt en choco
o Bier en sinaasappelsap
o Elektriciteit en verwarmingsketels op aardgas
-complementaire goederen
o Prijsdaling van A toename in vraag van B
o Yoghurt en bosvruchten
o Confituur en brood
o Benzine en benzinewagens
AANBOD
Aangeboden hoeveelheid zal dalen indien de prijs daalt
Kosten verkoper:
-kapitaalkost/item
-materiaalkost/item
Marginale kost: bijkomende productiekost per extra geproduceerde eenheid
Verandering in aangeboden aantal door;
Prijsverandering: BEWEGING langs de aanbodcurve
Andere factor: VERSCHUIVING van de aanbodcurve
Prijzen van gerelateerde goederen
Inputprijzen (prijzen van G die een kost zijn in de productie)
Productiviteit (technologische vooruitgang)
Verwachtingen
VRAAG EN AANBOD SAMEN
Evenwicht = prijs heeft een zodanig niveau bereikt zodat:
aangeboden hoeveelheid = gevraagde hoeveelheid
kopers noch verkopers hebben incentive om iets te veranderen
4
H1: Inleiding
Economen bestuderen creatie van welvaart
-economie is goed indien welvaart creëert en investeert in de toekomstige welvaart
Economische kringloop
-natuurlijk evenwicht tussen productie en consumptie
Loon, huur, Uitgaven
interest, winst aan G&D
Gezinnen
Arbeid, diensten, Geleverde G&D
land, kapitaal
Factormar Arbeid, diensten,
Goederen en
Geleverde G&D
kt land, kapitaal diensten
Loon, huur,
interest, winst
+overheid (belastingen etc) en buitenland
Uitgaven
Hoe gaat het met de economie?
aan G&D
-relatief lage werkloosheid, opnieuw groei na de
krimp in 2020 MAAR skill Bedrijven mismatch
-budgettaire situatie van de overheid ☹
-(zeer) hoge beurskoersen ? Goeie economie nee
Bedrijven maken meer winst dan ooit
vooral dominante topbedrijven hebben grotere winst
HOE?
-innovatie
-afschermen van hun markten via schaalvoordelen, patenten
-killer acquisitions: concurrentie elimineren laat hoge prijzen toe
(niet per se hogere lonen voor de werknemers)
Hoge prijzen om winst te maximaliseren leidt tot
-lagere verkoop dan bij lagere prijzen
lagere productie lagere tewerkstelling
lagere lonen, minder kansen
-arbeider: lager loon, minder jobs, hogere prijzen, geen aandelen
-kenniswerker: hoger loon, meet job mogelijkheden, hogere prijzen, meer aandelen
=marktmacht van bedrijven voedt de ongelijkheid
Welvaart = containerbegrip waar economie als discipline ook zijn eigen invulling aan geeft
Vanaf 19e eeuw grote veranderingen tussen landen door IR – kapitalisme
1
, -productie binnen bedrijven
-markten = plaats waar bedrijven en klanten producten vrijwillig ruilen tegen prijs >
productiekost om de eigenaars te vergoeden voor ondernemingsinitiatief
-private eigendom kapitaalgoederen
Daarna geografische expansie van lokale nationale internationale markt
=verdere mogelijkheid tot welvaart verhogende specialisatie en ruil
Kapitalisme geen garantie op welvaart
=veel landen hebben bedrijven, private eigendommen en markten, maar hun economieën
slagen er toch niet in om de welvaart te verhogen
-rol overheid:
Slaagt er niet in om private eigendommen voldoende te beschermen
Markten zijn niet competitief
Overheid gecapteerd door rent-seekers = voordeel halen via politiek
Ecologie
Stijging welvaart gepaard met gebruik van gezamenlijk natuurbudget
Milieu-impact (I) = f(P,A,T) = f(populatie, consumptie, technologie)
Ecologische voetafdruk = grond- & wateroppervlak waar iedereen recht op heeft =
1.8 hectare
Duurzaamheidsuitdaging = maatschappelijk probleem
2
,H2: Welvaart en marktevenwicht
2.1 Wat is economie?
Moderne economie = complex systeem van productie en consumptie met beperkte
middelen
Private bedrijven produceren G&D + tewerkstelling
Overheden voorzien aanbod G&D , kopen aan bij bedrijven + tewerkstelling
!reguleren, maatschappelijke projecten
Consumenten kopen aan + betalen belastingen + vormen menselijk kapitaal
dat de eco doet draaien
Activiteiten en transacties gebeuren op markten
2.2 Allocatieprobleem
Welvaart = in welke mate leidt de inzet van schaarse middelen (allocatie) tot
economische baten
Schaarste middelen goed middelenbeheer is belangrijk, de maatschappij
kan niet alle gewenste G&D produceren omdat middelen beperkt zijn
Welvaartsanalyse = verschil tussen baten en kosten van de inzet van middelen
!goede allocatie vereist goede info (systeem kan inefficient zijn vanuit allocatief
oogpunt) zie voorbeelden gezondheidszorg en lifestyle diseases
=> zoektocht naar welvaart is multi- en interdisciplinair
2.3 Markten
Markten voor welvaart optimaliserende allocatie
Welke voordelen halen kopers en verkopers uit marktparticipatie?
Hoe zijn de voordelen zo groot mogelijk voor de samenleving?
= groep kopers en verkopers van een bepaald goed/dienst
Kopers bepalen vraag en verkopers bepalen aanbod bepalen de prijs en
hoeveelheid (ie allocatie)
Voorlopig uitgangspunt:
Producten zijn identiek (homogeen)
Veel kopers en verkopers zodat niemand invloed heeft op de prijs
VRAAG
Ceteris paribus = bij ongewijzigde omstandigheden (al de rest hetzelfde)
Gevraagde aantal zal dalen als de prijs stijgt = negatieve relatie
3
, Verandering in gevraagde aantal door:
Prijsverandering: BEWEGING langs de vraagcurve
Elke andere factor: VERSCHUIVING/WENTELING langs de vraagcurve
= verandering die bij elke prijs de gevraagde hoeveelheid wijzigt
Consumenteninkomen
Smaken/voorkeuren
Aantal kopers
Verwachtingen
Prijs van verwante producten
-substitutiegoederen
o Prijsdaling van A daling in vraag van B
o Yoghurt en choco
o Bier en sinaasappelsap
o Elektriciteit en verwarmingsketels op aardgas
-complementaire goederen
o Prijsdaling van A toename in vraag van B
o Yoghurt en bosvruchten
o Confituur en brood
o Benzine en benzinewagens
AANBOD
Aangeboden hoeveelheid zal dalen indien de prijs daalt
Kosten verkoper:
-kapitaalkost/item
-materiaalkost/item
Marginale kost: bijkomende productiekost per extra geproduceerde eenheid
Verandering in aangeboden aantal door;
Prijsverandering: BEWEGING langs de aanbodcurve
Andere factor: VERSCHUIVING van de aanbodcurve
Prijzen van gerelateerde goederen
Inputprijzen (prijzen van G die een kost zijn in de productie)
Productiviteit (technologische vooruitgang)
Verwachtingen
VRAAG EN AANBOD SAMEN
Evenwicht = prijs heeft een zodanig niveau bereikt zodat:
aangeboden hoeveelheid = gevraagde hoeveelheid
kopers noch verkopers hebben incentive om iets te veranderen
4