Anatomie
Huid en lymfestelsel/immuniteit
Huid
Onderdelen:
Epidermis/opperhuid
Dermis/lederhuid
Hypodermis/onderhuidse laag
Accessoire structuren:
Haar en haarfollikels
Exocriene klieren:
Talgklieren
Talg smeert de haarschacht, zodat er bij het groeien van de haar minder wrijving
ontstaat en daardoor biedt talg bescherming voor de haarschacht.
Zweetklieren
Je kunt vocht in de vorm van zweet verliezen, vaak is dit hormonaal gestuurd.
Wanneer je bijvoorbeeld stress hebt en je temperatuur stijgt, kun je de
temperatuur het snelste afvoeren door zweet met een bepaalde temperatuur vrij
te zetten.
Functies huidlaag:
Bescherming
Talg (zie vorig kopje)
Haren -> beschermen de huid tegen factoren van buitenaf
Fysieke barrière tegen indringers van buitenaf
UV-stralen
Temperatuurregeling
Afstaan en reguleren van zweet
Bloedvaten, wanneer de bloedvaten open staan (vasodilatatie) verlies je warmte.
Wanneer je bijvoorbeeld alcohol drinkt gaan zowel de zweetklieren als de
bloedvaten open staan waardoor je warmte verliest terwijl je het voor je gevoel
warmer hebt.
Vorming en opslag van voedingsstoffen
Vet-opslag -> dient als brandstof, je kunt vet afbreken wat zorgt voor energie.
Zintuiglijke gewaarwording
, Zenuwuiteinden -> tastzintuigen, warmtezintuigen, pijnzintuigen.
Uitscheiding en afscheiding
Zweet -> afscheiding
Verschil uitscheiding en afscheiding: je hebt een klierproduct nodig om af te
scheiden en vervolgens gaat het uit het lichaam. Uit betekent naar buiten,
afscheiden betekent een product maken.
epidermis/opperhuid
Gelaagd plaveiselepitheel
Verschillende cellagen
Dikke huid – 5 lagen (op handpalmen en voetzolen)
Dikke huid – 4 lagen (op rest van lichaam)
De opperhuid is een meerlagige, buigzame barrière die vochtverlies voorkomt, beschermt
tegen UV-stralen, vitamine D3 produceert en beschadiging door afschuring, chemicaliën en
ziektekiemen tegengaat.
Cellagen
1. Kiemlaag met …
2. … Basaalmembraan
3. Laag met stekelcellen (spinosum)
4. Laag met keratinekorrels (granuleus)
5. Doorzichtige laag
6. Hoornlaag
Keratine maakt de laag hard
Dermis/lederhuid
Biedt mechanische sterkte, buigzaamheid en bescherming voor onderliggend weefsel
Goed doorbloed (in tegenstelling tot de epidermis, deze is wel doorvoed maar niet
doorbloed)
Verscheidenheid aan zintuiglijke receptoren die informatie over de externe omgeving
leveren
Papillaire laag
1. Ligt onder de opperhuid
2. Genoemd naar de huidpapillen
3. Los bindweefsel
4. Steunt en voedt de opperhuid
5. Bevat gevoelszenuwen, lymfevaten en haarvaten
, Reticulaire laag (netvormige laag)
Netvormige laag omdat er vezels in zitten
1. Stevige, dichte, vezelige laag
2. Collageenvezels: beperken de buigzaamheid
3. Elastische vezels: zorgen voor flexibiliteit
4. Versmelt met papillaire laag (erboven)
5. Versmelt met subcutane laag (eronder)
Hypodermis/onderhuidse of subcutane laag
Bestaat uit los bindweefsel
Stabiliseert de positie van de huid
Bevat veel vetcellen
Door de vetcellen geeft het een goede stabilisatie van de huid. Vet geeft
namelijk ook de vorm van de huid.
Geschikt voor injecties
Pigmentatie opperhuid en doorbloeding lederhuid
Melanocyten
Maken melanine (-korrels)
Melanine beschermt tegen UV-stralen
Maakt de huid roodbruin tot donkerbruin (pigmentatie van de
opperhuid)
Caroteen
Maakt huid oranje-geel
Komt uit voedsel
Hemoglobine
Bloedpigment
Als je geen pigment hebt, kijk je in principe doorheen de huid naar de
bloedrijke hypodermis (bijvoorbeeld bij albino’s) het enige wat je dan nog
ziet is het bloedpigment.
4 stadia van huidherstel
Huid en lymfestelsel/immuniteit
Huid
Onderdelen:
Epidermis/opperhuid
Dermis/lederhuid
Hypodermis/onderhuidse laag
Accessoire structuren:
Haar en haarfollikels
Exocriene klieren:
Talgklieren
Talg smeert de haarschacht, zodat er bij het groeien van de haar minder wrijving
ontstaat en daardoor biedt talg bescherming voor de haarschacht.
Zweetklieren
Je kunt vocht in de vorm van zweet verliezen, vaak is dit hormonaal gestuurd.
Wanneer je bijvoorbeeld stress hebt en je temperatuur stijgt, kun je de
temperatuur het snelste afvoeren door zweet met een bepaalde temperatuur vrij
te zetten.
Functies huidlaag:
Bescherming
Talg (zie vorig kopje)
Haren -> beschermen de huid tegen factoren van buitenaf
Fysieke barrière tegen indringers van buitenaf
UV-stralen
Temperatuurregeling
Afstaan en reguleren van zweet
Bloedvaten, wanneer de bloedvaten open staan (vasodilatatie) verlies je warmte.
Wanneer je bijvoorbeeld alcohol drinkt gaan zowel de zweetklieren als de
bloedvaten open staan waardoor je warmte verliest terwijl je het voor je gevoel
warmer hebt.
Vorming en opslag van voedingsstoffen
Vet-opslag -> dient als brandstof, je kunt vet afbreken wat zorgt voor energie.
Zintuiglijke gewaarwording
, Zenuwuiteinden -> tastzintuigen, warmtezintuigen, pijnzintuigen.
Uitscheiding en afscheiding
Zweet -> afscheiding
Verschil uitscheiding en afscheiding: je hebt een klierproduct nodig om af te
scheiden en vervolgens gaat het uit het lichaam. Uit betekent naar buiten,
afscheiden betekent een product maken.
epidermis/opperhuid
Gelaagd plaveiselepitheel
Verschillende cellagen
Dikke huid – 5 lagen (op handpalmen en voetzolen)
Dikke huid – 4 lagen (op rest van lichaam)
De opperhuid is een meerlagige, buigzame barrière die vochtverlies voorkomt, beschermt
tegen UV-stralen, vitamine D3 produceert en beschadiging door afschuring, chemicaliën en
ziektekiemen tegengaat.
Cellagen
1. Kiemlaag met …
2. … Basaalmembraan
3. Laag met stekelcellen (spinosum)
4. Laag met keratinekorrels (granuleus)
5. Doorzichtige laag
6. Hoornlaag
Keratine maakt de laag hard
Dermis/lederhuid
Biedt mechanische sterkte, buigzaamheid en bescherming voor onderliggend weefsel
Goed doorbloed (in tegenstelling tot de epidermis, deze is wel doorvoed maar niet
doorbloed)
Verscheidenheid aan zintuiglijke receptoren die informatie over de externe omgeving
leveren
Papillaire laag
1. Ligt onder de opperhuid
2. Genoemd naar de huidpapillen
3. Los bindweefsel
4. Steunt en voedt de opperhuid
5. Bevat gevoelszenuwen, lymfevaten en haarvaten
, Reticulaire laag (netvormige laag)
Netvormige laag omdat er vezels in zitten
1. Stevige, dichte, vezelige laag
2. Collageenvezels: beperken de buigzaamheid
3. Elastische vezels: zorgen voor flexibiliteit
4. Versmelt met papillaire laag (erboven)
5. Versmelt met subcutane laag (eronder)
Hypodermis/onderhuidse of subcutane laag
Bestaat uit los bindweefsel
Stabiliseert de positie van de huid
Bevat veel vetcellen
Door de vetcellen geeft het een goede stabilisatie van de huid. Vet geeft
namelijk ook de vorm van de huid.
Geschikt voor injecties
Pigmentatie opperhuid en doorbloeding lederhuid
Melanocyten
Maken melanine (-korrels)
Melanine beschermt tegen UV-stralen
Maakt de huid roodbruin tot donkerbruin (pigmentatie van de
opperhuid)
Caroteen
Maakt huid oranje-geel
Komt uit voedsel
Hemoglobine
Bloedpigment
Als je geen pigment hebt, kijk je in principe doorheen de huid naar de
bloedrijke hypodermis (bijvoorbeeld bij albino’s) het enige wat je dan nog
ziet is het bloedpigment.
4 stadia van huidherstel