Samenvatting beleidskunde F700002

Beleidskunde eerste bachelor BPM


Beleidskunde Sessie 1: Beleid


1. Definiëren van (overheids-)beleid
- Dagdagelijkse definiëring
 Stelling 1: “Alles wat de overheid doet, is beleid”
 Activiteiten van de overheid ( orkanen)
 Resultaten + effecten ( campagne)

 Stelling 2: “ Het beleid van de overheid zit vervat in haar plannen”
 Septemberverklaring
= plannen van de regering
 Mobiliteit/ Openbare werken
 Scholenbouw
 Sociale huisvestiging
 Economie
 Welzijnsinfrastructuur

- Definiëring
 veel definities
 uiteenlopend
 verschillend

- Wetenschappelijke definiëring
 “Anything a government chooses to do or not to do”
 overheid centraal
 overheid als beleidsvoerder
 kiezen om iets te doen of niet te doen
 ‘alles’ is beleid ??

VB: duurzame gemeente
 steden aanmoedigen voor duurzame ontwikkeling
 Meer dan 80 Vlaamse steden/ gemeenten doen mee

 “A public policy is a purposive course of action followed by an actor or
a set of actors in dealing with a problem or matter of concern”
 Beleid: doelbewust handelen ter aanpak van een probleem
 Beleid is subjectief ( mening)
 Niet alleen overheid doet aan beleid
 Privé-organisaties

VB: ‘Strapdag’
 Duurzaam, veilig naar school verplaatsen
 Ondersteuning: Vlaamse overheid, De lijn, NMBS, Ketnet
 Goed doel


1

,Beleidskunde eerste bachelor BPM
 “…………” (zie PWP)
 Van politiek gedefinieerd probleem naar een oplossing
 Gericht op het wijzigen van het gedrag van de doelgroep
 Ten voordele van de beneficianten van het beleid

VB: ‘Salvini’
 Lid rechtse partij
 Verstrengen vrijheid/ migratiebeleid

 Gelijkenissen ( enkele voorbeelden)
 Beleid wordt subjectief gedefinieerd
 Beleid moet worden onderscheiden van beslissing
 Bij beleid is er sprake van doelgericht handelen
 …

 Verschillen
 Is er sprake van doeleinden/ middelen?
 Is beleid een handelen? Of een plan tot handelen? Beiden?
 Gerefereerd naar een tijdelement?

- Kernelementen van beleid
 Colebatch ( 2002) onderscheidt
 Authority
 Iemands autoriteit om beleid te voeren
 Order
 Erkennen van het systeem van beleid voeren
 Vastheid in gedragingen/ attitudes
 Expertise
 Om problemen aan te pakken zijn kennis/ informatie vereist

- Maddisson & Denniss ( 2009, 2013)




 Authoritative choice: gezaghebbende keuze  verkiezingen
 Structured interaction: gestructureerde interactie




2

,Beleidskunde eerste bachelor BPM
- Althaus ( 2013)
 Policy as authoritative choice
 Bewuste keuzes maken
 Policy as hypothesis
 Veronderstellingen die (al dan niet) uitkomen in realiteit
 Policy as objective
 Doel
 Opdracht sessie 1 ( ZIE PWP)

- Beleid versus politiek
 “ Politics as who gets what, when, how” ( H.Lasswell, 1936)
 Beleid staat eronder

 Meer ruimte voor concepten ‘beleid’ & ‘policy’ vanaf 20ste
eeuw
 opkomst verzorgingsstaat
 ontwikkeling beleidswetenschap
 pejoratieve betekenis van ‘ politiek’ ( ongunstig )

- Conceptuele scheiding tussen beleid en politiek?
 V. Bekkers ( 2007)
 politiek
 Eerst politiek ( gezag) , dan beleid

- Beleid versus administratie
 “‘politics is seen as what leads up to policy and administration as what
flows from it” (Colebatch, 2002)
 Politiek wordt gezien als wat leidt tot beleid en administratie als
wat daaruit voortvloeit

 Scheiding beleid  administratie ??? ( takenverdeling)
 Administratie ( administrators )
 Aan de mouw trekken van beleid/ politiek

 Beleid ( policy-makers)
 Informatie nog niet/ wel verspreiden


- Beleid versus management
 “the ways in which policy objectives can be efficiently and effectively
pursued” (Allison, 1971)
 Management is begaan met: de manier waarop
beleidsdoelstellingen efficiënt en effectief kunnen worden nagestreefd

 Privé spelers die opdrachten van overheid uitvoeren
publieke managers
- Beleid versus Governance


3

, Beleidskunde eerste bachelor BPM
 “a more complex organizational framework for governing, but
retaining a central role for the government” (Pierre, 2000)
 Een complexer organisatiekader voor het besturen, maar centrale
rol voor de overheid behouden

 Policy in beeld brengen
 Beleid kan zich verticaal/ horizontaal/ diagonaal uitstrekken

= Beleidzetting




2. Classificeren en groeperen van beleid
Werkpunten
- Lowi’s typologie (1964, 1972)
 Welk effect heeft beleid op maatschappij?
 Verdelend
 beleid dat diensten/voordelen voorziet voor hele
maatschappij

 Herverdelend
beleid dat rijkdom herverdeelt tussen rijk en arm

 Regulerend
beleid dat het gedrag regelt van individuen/ groepen
VB: muntstukjes 1 cent


- Smith ( 2002)
 Varianten regulerend beleid

4