Module 2 – visie & basishouding van de sociaal werker
● De student kan het vakjargon van de sociaal werker hanteren dat in “deel 1: visie & basishouding”
wordt behandeld (blz. 15-28).
- Zelfredzaamheid: het vermogen om jezelf te redden op alle levensterreinen met zo min
mogelijk hulp van professionele ondersteuning en zorg. Door behoud en/of versterking van
zelfredzaamheid kan zorg of intensivering van zorg worden voorkomen of uitgesteld.
- Veerkracht: over het vermogen beschikken dat ze ondanks moeilijke levensomstandigheden
nog steeds hun leven positief kunnen ontwikkelen.
- Vindplaatsgericht werken = mensen zoeken voor wie je iets kunt betekenen bij locaties in
de buurt.
● De student kan in eigen woorden het belang van het methodisch werken voor een sociale werker
uitleggen (blz. 17).
- Kern sociaal werk: mensen in hun sociale omgeving sterker maken door hen toegang te
laten krijgen tot persoonlijke, sociale en maatschappelijke hulpbronnen.
Methodisch werken biedt sociaal werkers handvatten om mensen te ondersteunen op een
manier die hen vaardiger maakt in het oplossen van hun problemen en in het ontdekken en
realiseren van hun mogelijkheden.
Doel sociaal werk: bijdragen aan rechtvaardige maatschappij waarin iedereen voldoende
kansen krijgt om tot zijn recht te komen.
● De student kan in eigen woorden uitleggen wat we bedoelen met “empowerment” (blz. 19-20).
- Empowerment is een proces van versterking waarbij individuen, organisaties en
gemeenschappen greep krijgen op de eigen situatie en hun omgeving en dit via het
verwerven van controle, het aanschepen van het kritisch bewustzijn en het stimuleren van
participatie.('Iemand tot iets in staat stellen')
● De student kan in eigen woorden de drie niveaus van empowerment uitleggen en bij elk niveau een
zelf bedacht voorbeeld geven.
- Individueel niveau: zich op het bevorderen van eigen regie, aanspreken v/d eigen
kwaliteiten, ontwikkelen van vaardigheden, stimuleren van sociale contacten,
zelfvertrouwen en zelfbewustzijn en het stimuleren van maatschappelijke participatie.
Vergroten van zelfvermogenheid. Vb: Je hoort iemand zingen en je vindt dat hij of zij heel
goed kan zingen. Je spreekt de persoon aan op zijn talenten en moedigt hem of haar aan om
mee te doen aan De Voice.
- Collectief niveau: Zich op het bevorderen van zelforganisatie en zelfhulp, zoals bij
lotgenotencontact en het versterken van krachtbronnen in de directe omgeving.
Vb. Er komt een cliënt naar jou (OCMW) en ze zijn nog niet lang in België. Je merkt dat het
kindje die ze mee hebben, nogal ziek is. Je ziet dat ze niet weten waar ze naartoe kunnen dus
empower je de cliënt om eens langs te gaan bij de huisarts die achter de hoek is.
- Politiek-maatschappelijk niveau: betrekking op het vergroten van v/d macht om
verandering door te voeren in de maatschappij. Organiseren in belangengroepen en
zelforganisaties (VB: ouderenbonden) kan je veel bereiken en heeft het invloed. Sociaal
werker kan hierin stimuleren en ondersteunen van dit soort organisaties bijdragen aan het
versterken van de macht van burgers om politiek-maatschappelijke veranderingen door te
voeren. Vb: Hoger komen te staan in sociale positie. Iemand die zich uitgesloten voelt omdat
hij ADHD heeft, ondersteunen en aanmoedigen om zichzelf te accepteren hoe hij of zij is
zodat hij meer open wordt.
● De student kan in eigen woorden uitleggen wat we bedoelen met het economisch, cultureel en
sociaal kapitaal van de belanghebbende (blz. 20-21) en kan bij elke vorm een eigen voorbeeld geven.
- Economisch kapitaal: het geld dat men bezit, materiële zaken als onroerend goed. Alles wat
te maken heeft met geld.
● De student kan het vakjargon van de sociaal werker hanteren dat in “deel 1: visie & basishouding”
wordt behandeld (blz. 15-28).
- Zelfredzaamheid: het vermogen om jezelf te redden op alle levensterreinen met zo min
mogelijk hulp van professionele ondersteuning en zorg. Door behoud en/of versterking van
zelfredzaamheid kan zorg of intensivering van zorg worden voorkomen of uitgesteld.
- Veerkracht: over het vermogen beschikken dat ze ondanks moeilijke levensomstandigheden
nog steeds hun leven positief kunnen ontwikkelen.
- Vindplaatsgericht werken = mensen zoeken voor wie je iets kunt betekenen bij locaties in
de buurt.
● De student kan in eigen woorden het belang van het methodisch werken voor een sociale werker
uitleggen (blz. 17).
- Kern sociaal werk: mensen in hun sociale omgeving sterker maken door hen toegang te
laten krijgen tot persoonlijke, sociale en maatschappelijke hulpbronnen.
Methodisch werken biedt sociaal werkers handvatten om mensen te ondersteunen op een
manier die hen vaardiger maakt in het oplossen van hun problemen en in het ontdekken en
realiseren van hun mogelijkheden.
Doel sociaal werk: bijdragen aan rechtvaardige maatschappij waarin iedereen voldoende
kansen krijgt om tot zijn recht te komen.
● De student kan in eigen woorden uitleggen wat we bedoelen met “empowerment” (blz. 19-20).
- Empowerment is een proces van versterking waarbij individuen, organisaties en
gemeenschappen greep krijgen op de eigen situatie en hun omgeving en dit via het
verwerven van controle, het aanschepen van het kritisch bewustzijn en het stimuleren van
participatie.('Iemand tot iets in staat stellen')
● De student kan in eigen woorden de drie niveaus van empowerment uitleggen en bij elk niveau een
zelf bedacht voorbeeld geven.
- Individueel niveau: zich op het bevorderen van eigen regie, aanspreken v/d eigen
kwaliteiten, ontwikkelen van vaardigheden, stimuleren van sociale contacten,
zelfvertrouwen en zelfbewustzijn en het stimuleren van maatschappelijke participatie.
Vergroten van zelfvermogenheid. Vb: Je hoort iemand zingen en je vindt dat hij of zij heel
goed kan zingen. Je spreekt de persoon aan op zijn talenten en moedigt hem of haar aan om
mee te doen aan De Voice.
- Collectief niveau: Zich op het bevorderen van zelforganisatie en zelfhulp, zoals bij
lotgenotencontact en het versterken van krachtbronnen in de directe omgeving.
Vb. Er komt een cliënt naar jou (OCMW) en ze zijn nog niet lang in België. Je merkt dat het
kindje die ze mee hebben, nogal ziek is. Je ziet dat ze niet weten waar ze naartoe kunnen dus
empower je de cliënt om eens langs te gaan bij de huisarts die achter de hoek is.
- Politiek-maatschappelijk niveau: betrekking op het vergroten van v/d macht om
verandering door te voeren in de maatschappij. Organiseren in belangengroepen en
zelforganisaties (VB: ouderenbonden) kan je veel bereiken en heeft het invloed. Sociaal
werker kan hierin stimuleren en ondersteunen van dit soort organisaties bijdragen aan het
versterken van de macht van burgers om politiek-maatschappelijke veranderingen door te
voeren. Vb: Hoger komen te staan in sociale positie. Iemand die zich uitgesloten voelt omdat
hij ADHD heeft, ondersteunen en aanmoedigen om zichzelf te accepteren hoe hij of zij is
zodat hij meer open wordt.
● De student kan in eigen woorden uitleggen wat we bedoelen met het economisch, cultureel en
sociaal kapitaal van de belanghebbende (blz. 20-21) en kan bij elke vorm een eigen voorbeeld geven.
- Economisch kapitaal: het geld dat men bezit, materiële zaken als onroerend goed. Alles wat
te maken heeft met geld.
