ONTWIKKELINGSPSYCHOLOGIE
Vandenhoven Stefia
Karel de Grote hogeschool
, DEEL 1: EMOTIONELE ONTWIKKELING
Leerdoelen
- Weet je hoe het gevoelsleven evolueert door heen de gehele levensloop
- Ken je de termen empathie, theory of mind en role taking, social referencing en emotion understanding
- Ken je de ontwikkelingsfasen van het rolé-taking perspectief
- Kan je de psychoseksuele ontwikkelingstheorie van Freud uitleggen
- Ken je de basisconcepten van de psychodynamische ontwikkelingstheorie
Beschrijving van de structuur van de emotionele ontwikkeling
Emotionele ontwikkeling bestaat uit
§ Evolutie van de eigen emoties
§ Inzicht in de emoties van anderen
Evolutie van de eigen emoties
De evolutie van de eigen emoties bekijken, onderscheidt men twee elementen
§ Zelfbewustzijn
§ Zelfregulatie
Zelfbewustzijn
De zuigeling
de 3 tal
2 maanden 6 maanden 1 jaar peuter
pasgeborene maanden
•senso- •positieve & •3 drijfveren •verschil drang •uitdrukking van •herkennen
motorische negatieve (genotsdrang, om bij andere te gevoelens zichzelf, nieuwe
ervaringen, lust, gevoelens, sensatiedrang, zijn gevoelens, 1ste
onlust & stemming activiteitsdrang gevoelens naar
opwinding buitenwereld,
1ste
zelfbewustzijn
, De pasgeborene (sensomotorische ervaringen)
- Nog geen onderscheid zichzelf – buitenwereld
- Op zichzelf gericht
- Gevoelig voor omgeving
- Gevoel = opwinding dat ontstaat door
sensomotorische ervaringen Na 2 maanden (stemmingen)
- Gekleurd door lust of onlust - Gevoelens duurzamer
- Stemmingen
o Variëren tussen opgeruimdheid
& neerslachtigheid
Na 3 à 4 maanden (3 drijfveren)
- Scherpe zintuigen
- Op ontdekking in buitenwereld
- Affectieve leven lustvol gekleurd
- 3 drijfveren
o Genotsdrang: lust wordt
herhaald, onlust vermeden Na 6 maanden (bewuster van andere
o Sensatiedrang: kijken en mensen)
(mond-) voelen
- Bewuster van andere mensen
o Activiteitsdrang: speldrang,
- Meer gedifferentieerde gevoelens
nabootsingsgedrag (van
- Kijken naar gevoelsuitdrukkingen à
zichzelf en andere)
hersengolven zie gelijken op die
wanneer volwassenen
gezichtsuitdrukkingen opvangen
Rond 1 jaar (uitdrukken van gevoelens)
De peuter (deelnemen aan het sociale leven)
- Uiting van gevoelens in lichamelijkheid
- Wil actief deelnemen aan sociale leven
- Zelfbewustzijn
o Differentiatie van gevoelens
o 1ste gevoelens naar buitenwereld: willen
deelnemen à succes en faalervaringen
o 1ste zelfbewustzijn
- Gevoelens = directe uitingen op wat zich in
omgeving voordoet
De kleuter
Ontwikkeling van het ik-beleven
• Onderscheid ik <-> niet-ik
o Gevoelens over eigen bezit & over eigenmachtsgevoel
o Egocentrisme : gevoelens geconcentreerd op eigen ik
§ Tot uiting in spel, fantasie, motieven voor gedrag,…
o ziet zichzelf als middelpunt van wereld
o zoals hij voelt & denkt, voelen & denken de andere ook (volgens hem)
o kan geen afstand van zichzelf nemen in poging tot begrijpen
, Uitbreiding van sociale contacten en gevoelens
• naar school à nieuwe situatie (veel kinderen)
o gedwongen om te leren omgaan met andere kinderen
o geleidelijk aan vertrouwd mee
• kleuterleidster = heilig
o juf = belangrijke rol, aan hechten
§ grote verantwoordelijkheid à is vertrouwensfiguur voor kinderen
• behoefte aan leeftijdsgenootjes
o mee spelen
o soms creëren in eigen fantasie
o samenspelen = functioneel bepaald
o beginnend empathisch vermogen
o elkaars gedrag sterk beïnvloeden: actie & reactie bepalen gedrag in de toekomst
prestatiedrang en initiatiefname
• rond 3 à 4 jaar
• prestaties vergelijken à stimulatie om beter te doen
• begint zelf meer initiatieven te nemen
• meisje: goedkeuring & lof
• jongen: prestaties
• verwerven van opgavenbewustzijn
o onderscheid: willen bereiken <-> verwachten te bereiken
o overschatten: confrontatie met teleurstelling en mislukking à twijfelen aan zichzelf à
overcompensatie
o ondersteunen in stellen van haalbare doelstellingen
Het lagere schoolkind
• opnieuw in andere wereld terecht
• beoordeeld op kunnen en niet alleen op inzet
• leren eigen prestaties beoordelen à nieuwe reeks gevoelens
• gevoelens over zichzelf:
o meer- / minderwaardigheidsgevoel
o schuldgevoelens
o spijt
o schaamte
o zelfwaardegevoel = verbonden met prestaties
o gevoeligheid voor positieve en negatieve opmerkingen
• gevoelens over anderen:
o bewondering, spot, leedvermaak, ijverzucht,…
• uitbreiding van sociale gevoelens
• ontstaan morele gevoelens
• gevoelens komen meer samen voor (ook bij tegenstrijdigheden)
• stemmingen wisselen gemakkelijk, worden duurzamer
• gevoelens nog weinig diepgang
o verklaart uitlachen van kameraadjes, pijnigen van dieren,…
§ naast aangeboren temperament heeft sociale wereld belangrijke functie in ontstaan van
emoties
Vandenhoven Stefia
Karel de Grote hogeschool
, DEEL 1: EMOTIONELE ONTWIKKELING
Leerdoelen
- Weet je hoe het gevoelsleven evolueert door heen de gehele levensloop
- Ken je de termen empathie, theory of mind en role taking, social referencing en emotion understanding
- Ken je de ontwikkelingsfasen van het rolé-taking perspectief
- Kan je de psychoseksuele ontwikkelingstheorie van Freud uitleggen
- Ken je de basisconcepten van de psychodynamische ontwikkelingstheorie
Beschrijving van de structuur van de emotionele ontwikkeling
Emotionele ontwikkeling bestaat uit
§ Evolutie van de eigen emoties
§ Inzicht in de emoties van anderen
Evolutie van de eigen emoties
De evolutie van de eigen emoties bekijken, onderscheidt men twee elementen
§ Zelfbewustzijn
§ Zelfregulatie
Zelfbewustzijn
De zuigeling
de 3 tal
2 maanden 6 maanden 1 jaar peuter
pasgeborene maanden
•senso- •positieve & •3 drijfveren •verschil drang •uitdrukking van •herkennen
motorische negatieve (genotsdrang, om bij andere te gevoelens zichzelf, nieuwe
ervaringen, lust, gevoelens, sensatiedrang, zijn gevoelens, 1ste
onlust & stemming activiteitsdrang gevoelens naar
opwinding buitenwereld,
1ste
zelfbewustzijn
, De pasgeborene (sensomotorische ervaringen)
- Nog geen onderscheid zichzelf – buitenwereld
- Op zichzelf gericht
- Gevoelig voor omgeving
- Gevoel = opwinding dat ontstaat door
sensomotorische ervaringen Na 2 maanden (stemmingen)
- Gekleurd door lust of onlust - Gevoelens duurzamer
- Stemmingen
o Variëren tussen opgeruimdheid
& neerslachtigheid
Na 3 à 4 maanden (3 drijfveren)
- Scherpe zintuigen
- Op ontdekking in buitenwereld
- Affectieve leven lustvol gekleurd
- 3 drijfveren
o Genotsdrang: lust wordt
herhaald, onlust vermeden Na 6 maanden (bewuster van andere
o Sensatiedrang: kijken en mensen)
(mond-) voelen
- Bewuster van andere mensen
o Activiteitsdrang: speldrang,
- Meer gedifferentieerde gevoelens
nabootsingsgedrag (van
- Kijken naar gevoelsuitdrukkingen à
zichzelf en andere)
hersengolven zie gelijken op die
wanneer volwassenen
gezichtsuitdrukkingen opvangen
Rond 1 jaar (uitdrukken van gevoelens)
De peuter (deelnemen aan het sociale leven)
- Uiting van gevoelens in lichamelijkheid
- Wil actief deelnemen aan sociale leven
- Zelfbewustzijn
o Differentiatie van gevoelens
o 1ste gevoelens naar buitenwereld: willen
deelnemen à succes en faalervaringen
o 1ste zelfbewustzijn
- Gevoelens = directe uitingen op wat zich in
omgeving voordoet
De kleuter
Ontwikkeling van het ik-beleven
• Onderscheid ik <-> niet-ik
o Gevoelens over eigen bezit & over eigenmachtsgevoel
o Egocentrisme : gevoelens geconcentreerd op eigen ik
§ Tot uiting in spel, fantasie, motieven voor gedrag,…
o ziet zichzelf als middelpunt van wereld
o zoals hij voelt & denkt, voelen & denken de andere ook (volgens hem)
o kan geen afstand van zichzelf nemen in poging tot begrijpen
, Uitbreiding van sociale contacten en gevoelens
• naar school à nieuwe situatie (veel kinderen)
o gedwongen om te leren omgaan met andere kinderen
o geleidelijk aan vertrouwd mee
• kleuterleidster = heilig
o juf = belangrijke rol, aan hechten
§ grote verantwoordelijkheid à is vertrouwensfiguur voor kinderen
• behoefte aan leeftijdsgenootjes
o mee spelen
o soms creëren in eigen fantasie
o samenspelen = functioneel bepaald
o beginnend empathisch vermogen
o elkaars gedrag sterk beïnvloeden: actie & reactie bepalen gedrag in de toekomst
prestatiedrang en initiatiefname
• rond 3 à 4 jaar
• prestaties vergelijken à stimulatie om beter te doen
• begint zelf meer initiatieven te nemen
• meisje: goedkeuring & lof
• jongen: prestaties
• verwerven van opgavenbewustzijn
o onderscheid: willen bereiken <-> verwachten te bereiken
o overschatten: confrontatie met teleurstelling en mislukking à twijfelen aan zichzelf à
overcompensatie
o ondersteunen in stellen van haalbare doelstellingen
Het lagere schoolkind
• opnieuw in andere wereld terecht
• beoordeeld op kunnen en niet alleen op inzet
• leren eigen prestaties beoordelen à nieuwe reeks gevoelens
• gevoelens over zichzelf:
o meer- / minderwaardigheidsgevoel
o schuldgevoelens
o spijt
o schaamte
o zelfwaardegevoel = verbonden met prestaties
o gevoeligheid voor positieve en negatieve opmerkingen
• gevoelens over anderen:
o bewondering, spot, leedvermaak, ijverzucht,…
• uitbreiding van sociale gevoelens
• ontstaan morele gevoelens
• gevoelens komen meer samen voor (ook bij tegenstrijdigheden)
• stemmingen wisselen gemakkelijk, worden duurzamer
• gevoelens nog weinig diepgang
o verklaart uitlachen van kameraadjes, pijnigen van dieren,…
§ naast aangeboren temperament heeft sociale wereld belangrijke functie in ontstaan van
emoties