psychologie
1. EEN SOCIAAL-DEMOGRAFISCHE BLIK: SUPERDIVERSITEIT ................................................... 2
2. OVER IDENTITEIT EN CULTUUR ........................................................................................... 10
2.1 Intersectionaliteit: een identiteitstheorie ........................................................................................ 10
2.2 Cultuur ............................................................................................................................................ 15
3. ARMOEDE ............................................................................................................................ 19
3.1 Armoede en armoedemechanismen ................................................................................................ 19
3.2 Opgroeien in armoede: gevolgen voor kinderen .............................................................................. 26
3.3 Armoede en hulpverlening: de relatie centraal ................................................................................ 27
4. CULTUURSENSITIEF HANDELEN .......................................................................................... 29
4.1 Rationele en de risico’s van culturalisme ......................................................................................... 29
4.2 Cultuursensitief handelen op structureel niveau ............................................................................. 32
4.3 Cultuursensitief handelen op individueel niveau ............................................................................. 33
5. DIAGNOSTIEK ...................................................................................................................... 38
6. MIGRATIE EN TRAUMA ....................................................................................................... 46
6.1 De leefwereld van niet-begeleide minderjarigen: het kind op de vlucht .......................................... 46
6.2 Vluchtelingen .................................................................................................................................. 47
Bron: lessen en powerpoints gegeven door prof. Veerle Soyez 1
, 1. Een sociaal-demografische blik: superdiversiteit
Waarover gaat het?
- 2 verwante begrippen: grootstedelijkheid en urbanisation/urban studies
- > 100.000 inwoners = grootstad
- > 1.000.000 = metropool
- Meer dan de helft van de wereldbevolking leeft in (groot)steden en het aantal stijgt
- Toenemend belang van de stad als leefomgeving
o Uitdagingen in de (groot)stad zijn vooral gelinkt aan het samenwonen
§ We ‘zijn’ de stad
o Hoe organiseren we dit?
§ Dan vooral ovv ruimtelijke ordening, mobiliteit, hoe richten we de
publieke ruimte in, sociale organisatie
o Hoe kijken we ernaar en hoe beleven we dit?
§ Wat zijn onze representaties?
§ Het zichtbare komt eerst
• Etnisch-culturele verschillen
• Dit is vooral door migratie op de radar gekomen
§ Angst voor wat we niet kennen
§ Vaak foute onderliggende assumpties
- Angst voor wat we niet kennen
o Chicago School: verlies aan sociale controle als gevolg van migratie en
verstedelijking (sociale desorganisatie-theorie)
o Migranten vertonen deviant en crimineel gedrag
o In de moderne stedelijke samenlevingen zijn er onvoldoende
controlemechanismen om dit te kunnen corrigeren
- Inherente (foute) assumpties
o Migranten vormen een homogene groep, afkomstig uit ruraal, landelijk
gebied, die komen naar een dichtbevolkte, diverse, meertalige, stedelijke
context
o Als je een goede hulpverlener wilt zijn, dan moet je leren om door die
homogene assumptie te kijken
§ Je moet mensen ruimte kunnen geven om te kunnen zijn wie ze zijn
Complexiteit heeft verschillende lagen
- Interdisciplinaire benadering van de uitdagingen is noodzakelijk
o Een contextuele blik waar er alijtd een samenspel is tussen het individuele en
het collectieve, met aandacht voor:
§ Historische invloeden
• Hoe zijn mensen daar in de loop van de tijd mee omgegaan?
§ Politiek-economisch invloeden
• Neo-liberaal denken
• Beleidswerk (bv.: voorwaarden rond migratie)
o Publiek debat en bewustzijn (frames en communicatie)
§ Hoe omgaan met complexiteit en gelaagdheid?
§ Ethiek: oordeel over wat het goede of het juiste doen is
• Wat is de norm?
Bron: lessen en powerpoints gegeven door prof. Veerle Soyez 2
, o Je hebt een norm nodig om jouw ethiek ertegen af te
wegen
• Dit neemt hier ook een zoekende houding aan
o Die norm is niet altijd even duidelijk aanwezig
- Met verschillende brillen kijken:
o Sociaal-demografisch: migratie als basis voor superdiversiteit
o Sociaal-economisch/structureel: grootstedelijkheid, diversiteit en armoede
o Cultureel: culturele diversiteit en identiteit
o Politiek, taalkundig,…
o Psychologisch
Superdiversiteit:
- Is meer dan een synoniem voor diversiteit of multi-culturaliteit
- Nieuwe fase in migratie en demografie
Op amper een halve eeuw tijd zijn we gegaan van een samenleving met beperkte etnisch-
culturele diversiteit naar een immigratiesamenleving
- Om dit te begrijpen, moeten we de geschiedenis van migratie kennen
Vertovec: naar een post-multiculturalisme
- Multiculturalisme = promotie van tolerantie, respect voor collectieve identiteiten en
groepen (vooral migranten en etnische minderheden)
- Kansen bieden om:
o Groep te representeren bij lokaal of nationaal beleid
o Instituties te herstructureren naar pluralistische provisie van dienstverlening
o Maatregelen te nemen om gelijkheid, respect en tolerantie te promoten
- Richt zich tot minderheden, maar ook naar de dominante meerderheid:
o Verantwoordelijkheid ligt niet bij mensen die binnenkomen, maar ook bij ons
o Iedereen moet aangesproken worden om hiermee aan de slag te gaan
- 21ste eeuw: multiculturalisme voor allerhande nieuwe uitdagingen
o Verzet tegen multiculturalisme
§ Veranderende aard van globale migratie
§ Veranderende spanningen in formatie van naties
§ Slechte socio-economische omstandigheden
o Gevolgen
§ Sociaal systeem afbreken
§ Etnische spanning
§ Groei van extremisme en terrorisme
- We gaan reflecteren over wat anders kan
- Problemen met het multiculturalisme:
o Marginalisatie van minderheden
§ Bevinden zich aan de rand van samenleving en voelen zich niet thuis
o Verdeel-en-heers strategie: we spelen bepaalde groepen tegen elkaar uit en
sommige groepen krijgen meer mogelijkheden dan anderen
o Gemeenschap of (sub)groepen worden benaderd als vaststaand
o Meer aandacht voor cultuur dan voor socio-economische deprivatie
o Persistente aanwezigheid van discriminatie en racisme in de samenleving
Bron: lessen en powerpoints gegeven door prof. Veerle Soyez 3
, o Diepe en blijvende ongelijkheid onder etnische minderheden
o Kritiek op de etnische minderheden is zelf gericht
o Drang om eigen culturen, tradities en eigen identiteit te behouden
- We moeten naar het post-multiculturalisme
o Vanuit dit ontstaat het ‘superdiversiteitsparadigma’
De Belgische migratiegeschiedenis in een notendop:
- 1945: aantrekken van contingenten Polen en Italianen voor de heropbouw
- 1956-1969: golden sixties
o Actief aantrekken van gastarbeiders
§ Italië, Spanje en Griekenland in jaren ‘50
§ Marokko en Turkije in jaren ’60
§ Brussel: ook hoogopgeleiden voor de internationale instellingen
o 1974: ‘immigratiestop’
§ Ze gingen stoppen met mensen te laten immigreren dus ze
verwachten dat de mensen gewoon teruggaan naar hun eigen land
§ Maar wat ze niet hadden ingecalculeerd, was dat die mensen ook
families hadden en hier al een leven hadden opgebouwd
§ Ze gingen dus niet meer terug
o Poort voor arbeidsmigratie van buiten de EU werd (deels) gesloten
o Verschuiving naar gezinshereniging en asiel
- Jaren ’70-80: ondanks de ‘tijdelijkheidsgedachte’ worden vele gastarbeiders
migranten
o Er is gebrek aan een echt beleid
De jaren 1990: scharniermoment naar superdiversiteit
- Sterke stijging van de instroom in de jaren ’90 en groeiende diversiteit van landen
van oorsprong
- Verdere gezinshereniging
o Soms echt ganse dorpen die naar hier komen
o Iedereen neemt iedereen mee
- Globalisering: reizen werden goedkoper
- Asielaanvragen
o Crisissen in Bosnië en Kosovo
o 1ste Golfoorlog (Irak/Koeweit)
- En vooral 1989: Val van het IJzeren Gordijn
o Dit zorgde voor super veel migratie uit Oost-Europa
o Uitbreiding van de EU met nieuwe lidstaten
o 2018: 85.000 (7,2%) van de inwoners van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest
Verschil tussen buurten:
- ‘Achterstandswijken’
o Zoveel nieuwe mensen komen in 1 keer toe waardoor het even duurt totdat
ze gesetteld zijn
o Ze moeten nog werk zoeken dus ze hebben niet zoveel geld
- Territoriale segregatie
o Minder sterke betrokkenheid bij de buurt door het stigma dat daarrond hangt
Bron: lessen en powerpoints gegeven door prof. Veerle Soyez 4