De elleboog (art. cubiti)
In de praktijk komen er minder snel elleboog klachten voor dan schouderklachten.
3 gewrichten binnen één gewrichtskapsel (relatief gezien vrij dun aan de voor- en achterzijde, aan de
zijkanten verstevigd door ligamentaire structuren).
Art humero-ulnaris,
art humeroradialis
art radio-ulnaris proximalis
De elleboog is een belangrijke mechanische schakel tussen boven- en onderarm die ons toelaat om
voorwerpen naar ons toe en van ons lichaam weg te brengen.
3 synoviale beenverbindingen bekleed met hyalien kraakbeen t.h.v. art. gewrichtsoppervlakken
Voornaamste bewegingen:
Flexie en extensie: art. humero-ulnaris en art. humero-radialis
pro- supinatie: art. radio-ulnaris
Varus/ valgusmobiliteit
CPP (close packed position)
Art. humero-ulnaris: maximale extensie
Art. humero-radialis: 90° flexie + 5° supinatie max. rek op membrana interossea)
Ruststand:
Art. Humero-ulnaris: ± 70° flexie + 10° supinatie
Art. Radio-ulnaris prox. + humerorad.: ± 35° sup. + 70° flexie
Valgusstand: (carrying angle) komt vaker voor bij vrouwen dan bij mannen
Hoe groter de hoek hoe groter de druk op de collaterate ligamenten
1. Art. humero – ulnaris:
Proximale partner: convexe trochlea humeri
Distale partner: concave incisura trochlearis ulnae
Ze zijn beide opgebouwd uit 2 facetten en er is een vrij grote
congruentie
Kleine afwijkingen vormen een groot probleem.
Oriëntatie gewrichtsvlakken:
Ulnair: naar proximaal en ventraal, de normaal door het concave
vlak van de incisura maakt een hoek van 135°met de schacht van
de ulna
Cfr. Tractierichting: naar distaal/dorsaal
deze inclinatie komt in grote mate overeen met de hoekstand van de
trochlea humeri (vertoont een voorwaartse inclinatie van 30 à 45°).
1
, Sagitale coördinatievlak:
Convex: humerus
Concaaf: ulna
Frontale coördinatievlak:
Concaaf: trochlea humeri
Gevolg van centrale groeve die de trochlea in 2 facetten verdeelt.
De 2 facetten zijn beide licht convex
Assymetrische diablo (=vgl)
Hellingshoek van beide facetten in F-vlak heeft gevolgen voor klinisch handelen.
translatie naar med. of lat. moet voldoende distaalwaartst zijn (rekening houden met
hellingshoek)
Translatie med. bij extensie en pro-suppinatie beperking
Translatie lat.: flexie, pro- suppinatie beperkingen ongedaan maken.
Incisura trochlearis heeft ook 2 facetten:
gevolg van een kam die de insisura in 2 delen verdeeld
beide licht concaaf van vorm
De kam v.d. incisura past mooi in de groeve van de trochlea humeri. De discongruentie is vrij beperkt:
Er blijft tijdens flexie en extensie beweging optimaal contact tussen beide beenderen.
Het is een scharniergewricht (flexie/ extensie) ondanks dat er een kleine ab/ adductie
(ulna tov humerus) mogelijk is. Daardoor spreken sommige auteurs over een gemodifeerd
zadelgewricht art. sellaris
- capitulotrochleaire groeve
2. Art. humero-radialis
Kogelgewricht (art.sphaeroidea) beperkte mobiliteit in F-vlak sterk gereduceerd door mechanische
koppeling met
humero-ulnaire gewricht
Proximale partner: convexe bolvorm van capitulum humeri (groot)
Distale partner: licht convave fovea articularis caput radii (klein)
Radius articuleert ook in de capitulotrochleaire groeve aan de laterale zijde van de trochlea humeri
- Actieve flexiemobiliteit: 140° in ellebooggewricht
3. Art. radio-ulnaris proximalis
Draaiverbinding (art. Trochoidea)
- Convex: circumferential articularis capitis radii
- Concaaf: incisura radialis ulnae
2
In de praktijk komen er minder snel elleboog klachten voor dan schouderklachten.
3 gewrichten binnen één gewrichtskapsel (relatief gezien vrij dun aan de voor- en achterzijde, aan de
zijkanten verstevigd door ligamentaire structuren).
Art humero-ulnaris,
art humeroradialis
art radio-ulnaris proximalis
De elleboog is een belangrijke mechanische schakel tussen boven- en onderarm die ons toelaat om
voorwerpen naar ons toe en van ons lichaam weg te brengen.
3 synoviale beenverbindingen bekleed met hyalien kraakbeen t.h.v. art. gewrichtsoppervlakken
Voornaamste bewegingen:
Flexie en extensie: art. humero-ulnaris en art. humero-radialis
pro- supinatie: art. radio-ulnaris
Varus/ valgusmobiliteit
CPP (close packed position)
Art. humero-ulnaris: maximale extensie
Art. humero-radialis: 90° flexie + 5° supinatie max. rek op membrana interossea)
Ruststand:
Art. Humero-ulnaris: ± 70° flexie + 10° supinatie
Art. Radio-ulnaris prox. + humerorad.: ± 35° sup. + 70° flexie
Valgusstand: (carrying angle) komt vaker voor bij vrouwen dan bij mannen
Hoe groter de hoek hoe groter de druk op de collaterate ligamenten
1. Art. humero – ulnaris:
Proximale partner: convexe trochlea humeri
Distale partner: concave incisura trochlearis ulnae
Ze zijn beide opgebouwd uit 2 facetten en er is een vrij grote
congruentie
Kleine afwijkingen vormen een groot probleem.
Oriëntatie gewrichtsvlakken:
Ulnair: naar proximaal en ventraal, de normaal door het concave
vlak van de incisura maakt een hoek van 135°met de schacht van
de ulna
Cfr. Tractierichting: naar distaal/dorsaal
deze inclinatie komt in grote mate overeen met de hoekstand van de
trochlea humeri (vertoont een voorwaartse inclinatie van 30 à 45°).
1
, Sagitale coördinatievlak:
Convex: humerus
Concaaf: ulna
Frontale coördinatievlak:
Concaaf: trochlea humeri
Gevolg van centrale groeve die de trochlea in 2 facetten verdeelt.
De 2 facetten zijn beide licht convex
Assymetrische diablo (=vgl)
Hellingshoek van beide facetten in F-vlak heeft gevolgen voor klinisch handelen.
translatie naar med. of lat. moet voldoende distaalwaartst zijn (rekening houden met
hellingshoek)
Translatie med. bij extensie en pro-suppinatie beperking
Translatie lat.: flexie, pro- suppinatie beperkingen ongedaan maken.
Incisura trochlearis heeft ook 2 facetten:
gevolg van een kam die de insisura in 2 delen verdeeld
beide licht concaaf van vorm
De kam v.d. incisura past mooi in de groeve van de trochlea humeri. De discongruentie is vrij beperkt:
Er blijft tijdens flexie en extensie beweging optimaal contact tussen beide beenderen.
Het is een scharniergewricht (flexie/ extensie) ondanks dat er een kleine ab/ adductie
(ulna tov humerus) mogelijk is. Daardoor spreken sommige auteurs over een gemodifeerd
zadelgewricht art. sellaris
- capitulotrochleaire groeve
2. Art. humero-radialis
Kogelgewricht (art.sphaeroidea) beperkte mobiliteit in F-vlak sterk gereduceerd door mechanische
koppeling met
humero-ulnaire gewricht
Proximale partner: convexe bolvorm van capitulum humeri (groot)
Distale partner: licht convave fovea articularis caput radii (klein)
Radius articuleert ook in de capitulotrochleaire groeve aan de laterale zijde van de trochlea humeri
- Actieve flexiemobiliteit: 140° in ellebooggewricht
3. Art. radio-ulnaris proximalis
Draaiverbinding (art. Trochoidea)
- Convex: circumferential articularis capitis radii
- Concaaf: incisura radialis ulnae
2