WETGEVING
HOOFDSTUK 2: PRIVAATRECHTELIJK PROCESRECHT
De gerechtelijke organisatie
De drie pijlers in de Belgische federale structuur:
1. Wetgevende macht
Kamer van Volksvertegenwoordigers
Senaat
Koning
2. Uitvoerende macht
Koning
Regering
3. Rechterlijke macht
De Rechtbanken en de gerechtshove
Kenmerken wetgevende en de uitvoerende macht:
- Politieke instellingen
- Worden verkozen door het volk
- Brengen recht tot stand
- Wijzigen recht
- Schaffen rechtsregels af
Kenmerken Rechterlijke macht:
- Zuiver juridisch orgaan
- Worden niet verkozen, maar benoemd door de koning op grond van hun kennis
- Houden zich bezig met de concrete toepassing van deze rechtsregels
- Moeten juridische geschillen, conflicten oplossen aan de hand van het geldend recht
Algemene beginselen
1. De eenheid van de rechtspraak
Voor de rechtszekerheid van de rechtzoekenden is het vereist dat de interpretatie en
toepassing van de rechtsregels, gegeven door verschillende rechtscolleges, niet te zeer
verschillend is.
Hoewel er een onafhankelijkheid van de rechters is, zowel t.a.v. de wetgevende macht als
ten aanzien van de andere rechters, heeft men de rechtscolleges piramidaal opgebouwd.
, Politie- en vrederechten Voor geschillen
Rechtbank van eerste aanleg Wanneer men het niet eens is met deze beslissing kan
men hier één maal in beroep gaan
Hof van beroep/cassatie In sommige gevallen (bv. rechter heeft een procedurefout
gemaakt) kan men naar een hoogste gerechtshof gaan.
2. De dubbele aanleg
De partijen die betrokken zijn in een geschil, moeten beschermd worden tegen mogelijke
vergissingen of willekeur van één rechter of rechtscollege. Daarom geldt het principe dat in
beginsel elk geschil in hoger beroep een tweede maal volledig opnieuw behandeld kan
worden voor een andere rechtbank.
Dus
1. Een zaak wordt voor de eerste maal behandeld = eerste aanleg.
Soms kan men niet in beroep gaan, dit is het geval bij:
- Onbelangrijke geschillen (over een bedrag < € 1.860,00 of € 2500,00.)
- Beslissingen van het Hof van Assisen. De rechtbank doet dan uitspraak in eerste en
laatste aanleg.
2. In hoger beroep worden de geschillen volledig opnieuw behandeld = tweede aanleg
3. Indien er procedurefouten gemaakt zijn of wetten geschonden: Je kan je wenden tot
het Hof van Cassatie. Dit is geen derde aanleg! Het Hof van Cassatie doet geen uitspraak
over de grond van de zaak.
De bevoegdheden van de verschillende rechtscolleges
Indien je je geschillen niet buitengerechtelijk wil of kan oplossen, ga je je wenden tot de
rechtscolleges.
1. De materiële bevoegdheid = Een gedeelte van de rechtsmacht van de rechterlijke
macht die aan een bepaald rechtscollege wordt toegekend.
De strafrechtscolleges (vb. politierechtbank): behandelen strafrechtzaken:
o Misdrijven (Bv. diefstal)
o Inbreuken op bijzondere strafwetten (Bv. overtreding van de wegcode).
Burgerrechtelijke rechtscolleges: Houden zich bezig met privaatrechtelijke
geschillen, die voornamelijk betrekking hebben op contracten.
(Bv. koopcontract - huurcontract) en onderlinge rechten en plichten (Bv. huwelijk -
burenruzie).
2. De territoriale bevoegdheid = De territoriale bevoegdheid is de rechtsmacht die aan
een bepaalde rechter in een bepaald gebied toebehoort. De vrederechter is bijvoorbeeld
bevoegd voor een bepaald kanton (aantal gemeenten). De rechtbank van eerste aanleg is
bevoegd voor een bepaald arrondissement (aantal kantons) enz.
HOOFDSTUK 2: PRIVAATRECHTELIJK PROCESRECHT
De gerechtelijke organisatie
De drie pijlers in de Belgische federale structuur:
1. Wetgevende macht
Kamer van Volksvertegenwoordigers
Senaat
Koning
2. Uitvoerende macht
Koning
Regering
3. Rechterlijke macht
De Rechtbanken en de gerechtshove
Kenmerken wetgevende en de uitvoerende macht:
- Politieke instellingen
- Worden verkozen door het volk
- Brengen recht tot stand
- Wijzigen recht
- Schaffen rechtsregels af
Kenmerken Rechterlijke macht:
- Zuiver juridisch orgaan
- Worden niet verkozen, maar benoemd door de koning op grond van hun kennis
- Houden zich bezig met de concrete toepassing van deze rechtsregels
- Moeten juridische geschillen, conflicten oplossen aan de hand van het geldend recht
Algemene beginselen
1. De eenheid van de rechtspraak
Voor de rechtszekerheid van de rechtzoekenden is het vereist dat de interpretatie en
toepassing van de rechtsregels, gegeven door verschillende rechtscolleges, niet te zeer
verschillend is.
Hoewel er een onafhankelijkheid van de rechters is, zowel t.a.v. de wetgevende macht als
ten aanzien van de andere rechters, heeft men de rechtscolleges piramidaal opgebouwd.
, Politie- en vrederechten Voor geschillen
Rechtbank van eerste aanleg Wanneer men het niet eens is met deze beslissing kan
men hier één maal in beroep gaan
Hof van beroep/cassatie In sommige gevallen (bv. rechter heeft een procedurefout
gemaakt) kan men naar een hoogste gerechtshof gaan.
2. De dubbele aanleg
De partijen die betrokken zijn in een geschil, moeten beschermd worden tegen mogelijke
vergissingen of willekeur van één rechter of rechtscollege. Daarom geldt het principe dat in
beginsel elk geschil in hoger beroep een tweede maal volledig opnieuw behandeld kan
worden voor een andere rechtbank.
Dus
1. Een zaak wordt voor de eerste maal behandeld = eerste aanleg.
Soms kan men niet in beroep gaan, dit is het geval bij:
- Onbelangrijke geschillen (over een bedrag < € 1.860,00 of € 2500,00.)
- Beslissingen van het Hof van Assisen. De rechtbank doet dan uitspraak in eerste en
laatste aanleg.
2. In hoger beroep worden de geschillen volledig opnieuw behandeld = tweede aanleg
3. Indien er procedurefouten gemaakt zijn of wetten geschonden: Je kan je wenden tot
het Hof van Cassatie. Dit is geen derde aanleg! Het Hof van Cassatie doet geen uitspraak
over de grond van de zaak.
De bevoegdheden van de verschillende rechtscolleges
Indien je je geschillen niet buitengerechtelijk wil of kan oplossen, ga je je wenden tot de
rechtscolleges.
1. De materiële bevoegdheid = Een gedeelte van de rechtsmacht van de rechterlijke
macht die aan een bepaald rechtscollege wordt toegekend.
De strafrechtscolleges (vb. politierechtbank): behandelen strafrechtzaken:
o Misdrijven (Bv. diefstal)
o Inbreuken op bijzondere strafwetten (Bv. overtreding van de wegcode).
Burgerrechtelijke rechtscolleges: Houden zich bezig met privaatrechtelijke
geschillen, die voornamelijk betrekking hebben op contracten.
(Bv. koopcontract - huurcontract) en onderlinge rechten en plichten (Bv. huwelijk -
burenruzie).
2. De territoriale bevoegdheid = De territoriale bevoegdheid is de rechtsmacht die aan
een bepaalde rechter in een bepaald gebied toebehoort. De vrederechter is bijvoorbeeld
bevoegd voor een bepaald kanton (aantal gemeenten). De rechtbank van eerste aanleg is
bevoegd voor een bepaald arrondissement (aantal kantons) enz.