Hoofdstuk 1 Observeren, eenvoudig… of toch niet?
Verbaal gedrag omvat alles wat de persoon in woorden uitdrukt.
Non-verbaal gedrag omvat alle signalen die je niet in woorden uitdrukt.
De zogeheten basisgevoelens hebben een universeel karakter.
De basisgevoelens zijn boosheid, vreugde, verdriet en angst.
De eerste indruk zijn de eerste gedachten en gevoelens die je je over iemand
vormt op basis van je allereerste waarneming van de persoon.
Bij observatie vervul je meerdere doelen. Je verwerft informatie over:
o Anderen
o Relaties en situaties
o Jezelf
Zelfobservatie is de waarneming van je eigen gedrag en innerlijke prikkels.
Afgeleide observatie is jouw waarneming van hoe anderen zich tegenover jou
verhouden, waaruit je gaat afleiden wat anderen over jou denken en voelen.
Spiegelneuronen zijn hersencellen die actief worden door het observeren van wat
iemand anders doet.
Spiegelneuronen in je brein ‘spiegelen’ de handelingen van anderen alleen door
observatie, ook al handel je zelf niet.
Attributie is het automatisch toekennen van betekenis aan het zoeken naar
verklaringen voor het gedrag van anderen en jezelf.
Alledaags observeren omvat het voortdurend en ongemerkt waarnemen,
verwerken en interpreteren van zintuiglijke prikkels.
Waarnemen bestaat zuiver gesteld uit het opnemen van prikkels via zintuigen.
Professioneel observeren is bewust en met doelgerichte aandacht via de zintuigen
waarnemingsprikkels in zich opnemen en verwerken.
Professioneel observeren bestaat uit vier onderdelen:
o Ten eerste is er sprake van ‘op bewuste wijze’ informatie opnemen.
o Ten tweede is er sprake van doelgerichte aandacht.
o Ten derde gebeurt observatie via de zintuigen.
o Ten vierde wens je de observaties meestal ook op de ene of andere manier
te registreren en te bewaren.
Perceptie is de verdere bewerking van de zintuiglijke prikkels of gewaarwording
door het brein tot zinvolle gehelen.
De selectiviteit van de waarneming betekent dat wat je bewust waarneemt altijd
een ongemerkt gekozen gedeelte is van alle prikkels die je zintuigen bereiken.
De subjectieve waarneming betekent dat de verdere bewerking van de prikkels in
je brein gebeurt volgens je gebruikelijke denk- en voelwijzen, ervaringen en
belevingen.
Het impliciete of niet-declaratieve geheugen zorgt voor informatieopslag zonder
dat je je daarvan bewust bent.
Het expliciete of declaratieve geheugen laat je toe opgeslagen kennis bewust op
te roepen.
Een overwegende cognitieve situatie is bijvoorbeeld het gebruik van een
boodschappenlijstje.
Een situatie met emotionele betrokkenheid is bijvoorbeeld eerst opschrijven welke
argumenten je hebt voor loonsverhoging.
Observeren is een cognitief en emotioneel gestuurd proces van
informatieverwerking.
De vergelijking tussen professioneel en alledaags observeren is als volgt: