Hoofdstuk 1
Bedrijven hebben vaak een mix van verschillende doelen. Om deze doelstellingen
meetbaar en beter hanteerbaar te maken, moet men ze operationaliseren (meetbaar
maken). Het doel wordt zodanig beschreven dat het achteraf kan worden bepaald of het
behaald is. Doelen moeten natuurlijk wel zo gemaakt worden dat het haalbaar is.
De activiteiten in een bedrijf zijn dus ook gericht op het halen van de doelstellingen.
Maar dit is niet altijd zo omdat medewerkers hun persoonlijke doelen ook nastreven. Het
management moet erop toezien dat privédoelstellingen niet de bedrijfsdoelstellingen gaan
overheersen.
Een organisatie is bedoeld om organisatiedoelstellingen te realiseren. Bij een grote
organisatie worden businessunits opgezet om onder te verdelen. Zelfs afdelingen kunnen
worden onderverdeeld. Veel bedrijven kennen een informatiemanager, ofwel een Chief
Information Manager (CIO).
Klanten komen naar een bedrijf omdat iets ze daar aanspreekt. Dat zijn de kritieke
succesfactoren. Een bedrijf bestaat dankzij deze factoren. Een organisatie moet deze ook
kennen zodat zij kan bepalen in hoeverre haar informatievoorziening van belang is voor
elke factor.
1.2
Bedrijven maken steeds vaker gebruik van een ondernemingsplan. Hierin staan de doelen
die bereikt moeten worden in een gedetailleerde uitwerking.
Door het opdelen van een organisatie ontstaan eenheden die doelstellingen gaan bereiken.
Maar het moet als eenheid dienen. Dat is mogelijk door een goede-informatievoorziening.
Veel problemen in de primaire processen zijn gevolg van een gebrekkige
informatievoorziening.
Er zijn 2 soorten informatiestromen:
- Horizontale informatiestromen (primaire proces als een geheel)
- Verticale informatiestromen (omhoog of omlaag)
Op basis van managementinformatie neemt de directie strategische beslissingen.
Met een schematechniek, ofwel data flow diagrams zijn informatiestromen inzichtelijk
te maken.
Met een goed geautomatiseerde informatievoorziening kan het managementniveaus
verkleind worden. Dan kunnen managers meer mensen aansturen. Span of control is
groter en middenmanagement kan verdwijnen.
1.5
Informatie moet aan kwaliteitseisen voldoen:
- Informatie moet tijdig zijn
- Informatie moet juist zijn
- Informatie moet volledig zijn
- Informatie moet de juiste detaillering hebben
, - Informatie moet beschikbaar zijn
Doordat bedrijven steeds meer over geschikte informatiesystemen gaan beschikken, kan het
serviceniveau aan de klant flink worden verbeterd. Voorraadstanden zijn onmiddellijk
opvraagbaar en uit de productieplanning wordt de behoefte aan grondstoffen duidelijk. Door
snelle gegevensuitwisseling via netwerken als internet is het mogelijk grondstoffen precies
op tijd (just in time) door de leverancier geleverd te krijgen. Hierdoor hoeft een bedrijf weinig
of geen dure voorraad grondstof fen op te slaan.
Elk kanaal heeft zijn eigen manier van informatievoorziening:
- De leverancier en klant kunnen beide een onderneming zijn
- Een bedrijf kan ook rechtstreeks aan een consument leveren
Door toename van B2C via elektronische handel op internet worden bestaande
handelskanalen bedreigd. Zij moeten dan weer meer meerwaarde leveren en dat is moeilijk.
Winkeliers moeten zich bewust zijn dat een consument op internet onmiddellijk de geboden
prijs en kwaliteit van een product kan vergelijken met een andere leverancier.
Hetzelfde geldt voor C2C producten.
, Hoofdstuk 3:
De eerste elektronische computers na WOII bevatten elektronenbuizen. Dat vrat energie. De
gegevens werden ingevoerd via het omzetten van elektrische schakelaars. Later werden
ponskaarten gebruikt. Dat was met een getal en letter en gaatjes. Later werd de
gegevensinvoer gedaan met een terminal: een toetsenbord met een printer en een
beeldscherm.
Eind jaren tachtig werden pc's via kabels aan elkaar gekoppeld tot netwerken.
Gemeenschappelijk gegevens konden worden gebruikt, ook voor printers. Ook werden de
gegevens en de software op een centrale pc (de server) geplaatst.
Eind van de vorige eeuw werd de usb-aansluiting geïntroduceerd. Hierdoor kunnen allerlei
apparaten eenvoudig op een computer worden aangesloten en gegevens uitwisselen.
In de jaren negentig kon iedereen met behulp van goedkope hulpmiddelen en een
telefoonaansluiting gebruikmaken van het internet. Hierdoor kwam e-mail voor grote
groepen beschikbaar. Ook kan via het internet informatie uit computers over de gehele
wereld vanuit de huiskamer of kantoor worden opgevraagd. Via sites had je contact en alles
kon. Er kwam overschot aan informatie. Via het internet of things kunnen via sensoren in
apparaten gegevens worden opgevraagd of apparaten worden bestuurd.
Door de lage prijzen beschikt tegenwoordig elk bedrijf over netwerken van pc's. Ze maken
nu steeds meer gebruik van bedrijfsomvattende software waarbij de bedrijfsgegevens in een
centrale database zijn opgeslagen. Iedere werknemer beschikt over dezelfde, actuele
gegevens. Ook wisselen bedrijven via internet - de Cloud - steeds meer informatie uit met
hun klanten en leveranciers. Daardoor kunnen ze sneller inspelen op een toename van de
vraag naar hun producten.
3.2
Een smartphone is een mobiele telefoon die ook gebruikt kan worden als een personal
digital assistant
Een personal computer (pc) wordt op één moment door één persoon gebruikt. Pc's worden
in een bedrijf via een netwerk aan een server gekoppeld. Bij een multimediatoepassing
worden in een computerprogramma twee of meer media samengevoegd met gegevens. Via
buttons is dat. Multimediatoepassingen hebben vaak een redelijk zware computer nodig.
Een dergelijke computer wordt wel aangeduid met de term multimediacomputer.
Een server is een computer die een bepaalde dienst (service) in een netwerk verricht ten
behoeve van andere computers. Zo zijn er ook: printservers, mailservers etc. Servers
kunnen vele takken (schijnbaar) gelijktijdig uitvoeren. Een 'normale' pc die in een netwerk is
opgenomen, wordt ook wel een werkstation of een cliënt genoemd.
Een supercomputer is ontworpen om snel te rekenen en wordt vooral voor wetenschappelijk
onderzoek en technische berekeningen toegepast.
3.3
De processor (cpu) is het centrale verwerkingsgedeelte van de computer. Het is één enkele
chip die duur is.
Bedrijven hebben vaak een mix van verschillende doelen. Om deze doelstellingen
meetbaar en beter hanteerbaar te maken, moet men ze operationaliseren (meetbaar
maken). Het doel wordt zodanig beschreven dat het achteraf kan worden bepaald of het
behaald is. Doelen moeten natuurlijk wel zo gemaakt worden dat het haalbaar is.
De activiteiten in een bedrijf zijn dus ook gericht op het halen van de doelstellingen.
Maar dit is niet altijd zo omdat medewerkers hun persoonlijke doelen ook nastreven. Het
management moet erop toezien dat privédoelstellingen niet de bedrijfsdoelstellingen gaan
overheersen.
Een organisatie is bedoeld om organisatiedoelstellingen te realiseren. Bij een grote
organisatie worden businessunits opgezet om onder te verdelen. Zelfs afdelingen kunnen
worden onderverdeeld. Veel bedrijven kennen een informatiemanager, ofwel een Chief
Information Manager (CIO).
Klanten komen naar een bedrijf omdat iets ze daar aanspreekt. Dat zijn de kritieke
succesfactoren. Een bedrijf bestaat dankzij deze factoren. Een organisatie moet deze ook
kennen zodat zij kan bepalen in hoeverre haar informatievoorziening van belang is voor
elke factor.
1.2
Bedrijven maken steeds vaker gebruik van een ondernemingsplan. Hierin staan de doelen
die bereikt moeten worden in een gedetailleerde uitwerking.
Door het opdelen van een organisatie ontstaan eenheden die doelstellingen gaan bereiken.
Maar het moet als eenheid dienen. Dat is mogelijk door een goede-informatievoorziening.
Veel problemen in de primaire processen zijn gevolg van een gebrekkige
informatievoorziening.
Er zijn 2 soorten informatiestromen:
- Horizontale informatiestromen (primaire proces als een geheel)
- Verticale informatiestromen (omhoog of omlaag)
Op basis van managementinformatie neemt de directie strategische beslissingen.
Met een schematechniek, ofwel data flow diagrams zijn informatiestromen inzichtelijk
te maken.
Met een goed geautomatiseerde informatievoorziening kan het managementniveaus
verkleind worden. Dan kunnen managers meer mensen aansturen. Span of control is
groter en middenmanagement kan verdwijnen.
1.5
Informatie moet aan kwaliteitseisen voldoen:
- Informatie moet tijdig zijn
- Informatie moet juist zijn
- Informatie moet volledig zijn
- Informatie moet de juiste detaillering hebben
, - Informatie moet beschikbaar zijn
Doordat bedrijven steeds meer over geschikte informatiesystemen gaan beschikken, kan het
serviceniveau aan de klant flink worden verbeterd. Voorraadstanden zijn onmiddellijk
opvraagbaar en uit de productieplanning wordt de behoefte aan grondstoffen duidelijk. Door
snelle gegevensuitwisseling via netwerken als internet is het mogelijk grondstoffen precies
op tijd (just in time) door de leverancier geleverd te krijgen. Hierdoor hoeft een bedrijf weinig
of geen dure voorraad grondstof fen op te slaan.
Elk kanaal heeft zijn eigen manier van informatievoorziening:
- De leverancier en klant kunnen beide een onderneming zijn
- Een bedrijf kan ook rechtstreeks aan een consument leveren
Door toename van B2C via elektronische handel op internet worden bestaande
handelskanalen bedreigd. Zij moeten dan weer meer meerwaarde leveren en dat is moeilijk.
Winkeliers moeten zich bewust zijn dat een consument op internet onmiddellijk de geboden
prijs en kwaliteit van een product kan vergelijken met een andere leverancier.
Hetzelfde geldt voor C2C producten.
, Hoofdstuk 3:
De eerste elektronische computers na WOII bevatten elektronenbuizen. Dat vrat energie. De
gegevens werden ingevoerd via het omzetten van elektrische schakelaars. Later werden
ponskaarten gebruikt. Dat was met een getal en letter en gaatjes. Later werd de
gegevensinvoer gedaan met een terminal: een toetsenbord met een printer en een
beeldscherm.
Eind jaren tachtig werden pc's via kabels aan elkaar gekoppeld tot netwerken.
Gemeenschappelijk gegevens konden worden gebruikt, ook voor printers. Ook werden de
gegevens en de software op een centrale pc (de server) geplaatst.
Eind van de vorige eeuw werd de usb-aansluiting geïntroduceerd. Hierdoor kunnen allerlei
apparaten eenvoudig op een computer worden aangesloten en gegevens uitwisselen.
In de jaren negentig kon iedereen met behulp van goedkope hulpmiddelen en een
telefoonaansluiting gebruikmaken van het internet. Hierdoor kwam e-mail voor grote
groepen beschikbaar. Ook kan via het internet informatie uit computers over de gehele
wereld vanuit de huiskamer of kantoor worden opgevraagd. Via sites had je contact en alles
kon. Er kwam overschot aan informatie. Via het internet of things kunnen via sensoren in
apparaten gegevens worden opgevraagd of apparaten worden bestuurd.
Door de lage prijzen beschikt tegenwoordig elk bedrijf over netwerken van pc's. Ze maken
nu steeds meer gebruik van bedrijfsomvattende software waarbij de bedrijfsgegevens in een
centrale database zijn opgeslagen. Iedere werknemer beschikt over dezelfde, actuele
gegevens. Ook wisselen bedrijven via internet - de Cloud - steeds meer informatie uit met
hun klanten en leveranciers. Daardoor kunnen ze sneller inspelen op een toename van de
vraag naar hun producten.
3.2
Een smartphone is een mobiele telefoon die ook gebruikt kan worden als een personal
digital assistant
Een personal computer (pc) wordt op één moment door één persoon gebruikt. Pc's worden
in een bedrijf via een netwerk aan een server gekoppeld. Bij een multimediatoepassing
worden in een computerprogramma twee of meer media samengevoegd met gegevens. Via
buttons is dat. Multimediatoepassingen hebben vaak een redelijk zware computer nodig.
Een dergelijke computer wordt wel aangeduid met de term multimediacomputer.
Een server is een computer die een bepaalde dienst (service) in een netwerk verricht ten
behoeve van andere computers. Zo zijn er ook: printservers, mailservers etc. Servers
kunnen vele takken (schijnbaar) gelijktijdig uitvoeren. Een 'normale' pc die in een netwerk is
opgenomen, wordt ook wel een werkstation of een cliënt genoemd.
Een supercomputer is ontworpen om snel te rekenen en wordt vooral voor wetenschappelijk
onderzoek en technische berekeningen toegepast.
3.3
De processor (cpu) is het centrale verwerkingsgedeelte van de computer. Het is één enkele
chip die duur is.
