Micro-economie
1 Inleiding
Micro-economische analyse onderzoekt optimaliserend gedrag
Menselijk gedrag = WIL + KAN = DOE
Doelfunctie + beperkingen = gedrag
Kan ook weergegeven worden door de Lagrange vergelijking:
Consumenten kiezen de BESTE bundel die ze zich kunnen veroorloven
1
,2 De budgetbeperking
Algemeen gedrag van de consument: consumenten kiezen de beste bundel die ze zich kunnen
veroorloven
2.1 De budgetrecht
2
,2.2 Vaak volstaan 2 goederen
p1 x 1 + p2 x 2 ≤m
Goed 1 is dan het goed dat je wil en goed 2 is het geld dat je hebt om alle andere goederen te kopen
p2 = 1 want €1 = €1 samengesteld goed!
p1 x 1 + x 2 ≤ m
2.3 Meerdere beperkingen
Er kunnen meerdere beperkingen zijn niet enkel budgettaire een bundel is pas haalbaar wanneer aan
alle beperkingen is voldaan
Vb.
DUS het rood zijn de enige mogelijkheden
3 Voorkeuren
Beste = wat de consument zelf als beste bestempelt = voor iedereen persoonlijk=
consumentensoevereiniteit
3.1 Voorkeuren
Persoonlijke keuze!!
3
, 3.2 Assumpties i.v.m. voorkeuren
Volledigheid = consument kent alle opties en kan alle bundels met elkaar vergelijken
LET OP: slechts assumpties: in de realiteit is dit vaak niet zo
3.3 Indifferentiecurves
Bundel D heeft de voorkeur
Indifferentie curves kunnen nooit kruisen!!!
3.4 Voorbeelden van indifferentiecurves
! belangrijk om die te herkennen!! En belangrijk om te weten dat we telkens te maken hebben met
veronderstellingen, realiteit kan steeds anders zijn!
4
1 Inleiding
Micro-economische analyse onderzoekt optimaliserend gedrag
Menselijk gedrag = WIL + KAN = DOE
Doelfunctie + beperkingen = gedrag
Kan ook weergegeven worden door de Lagrange vergelijking:
Consumenten kiezen de BESTE bundel die ze zich kunnen veroorloven
1
,2 De budgetbeperking
Algemeen gedrag van de consument: consumenten kiezen de beste bundel die ze zich kunnen
veroorloven
2.1 De budgetrecht
2
,2.2 Vaak volstaan 2 goederen
p1 x 1 + p2 x 2 ≤m
Goed 1 is dan het goed dat je wil en goed 2 is het geld dat je hebt om alle andere goederen te kopen
p2 = 1 want €1 = €1 samengesteld goed!
p1 x 1 + x 2 ≤ m
2.3 Meerdere beperkingen
Er kunnen meerdere beperkingen zijn niet enkel budgettaire een bundel is pas haalbaar wanneer aan
alle beperkingen is voldaan
Vb.
DUS het rood zijn de enige mogelijkheden
3 Voorkeuren
Beste = wat de consument zelf als beste bestempelt = voor iedereen persoonlijk=
consumentensoevereiniteit
3.1 Voorkeuren
Persoonlijke keuze!!
3
, 3.2 Assumpties i.v.m. voorkeuren
Volledigheid = consument kent alle opties en kan alle bundels met elkaar vergelijken
LET OP: slechts assumpties: in de realiteit is dit vaak niet zo
3.3 Indifferentiecurves
Bundel D heeft de voorkeur
Indifferentie curves kunnen nooit kruisen!!!
3.4 Voorbeelden van indifferentiecurves
! belangrijk om die te herkennen!! En belangrijk om te weten dat we telkens te maken hebben met
veronderstellingen, realiteit kan steeds anders zijn!
4