WEEK 6 FISCALE BEHANDELING VAN BEZITTINGEN EN SCHULDEN IN
BOX 3 IN DE WET IB 2001
Literatuur
O.C.R. Marres, S.J. Mol-Verver en J.L. van de Streek (red.), Hoofdzaken belastingrecht, 23e
druk, Boom fiscale uitgevers, Den Haag 2021.
Hoofdstuk 2, onderdeel 2.5.
Ratio TBS-regeling in de wet: Stel een ondernemer heeft een onderneming en koopt een
pand aan, dan is dat verplicht ondernemingsvermogen en in box 1 belast. Stel je hebt een
ondernemer en in privé aankoopt in box 3 en hem vervolgens gaat verhuren. Dan zijn de
huurinkomsten in box 1 aftrekbaar en de inkomsten in box 3 niet belast. Dit is niet de
bedoeling.
3.91 lid 1 sub a ziet op winst uit onderneming: is het je minderjarige kind of je partner die het
tbs stelt, dan wordt het in box 1 belast. Is het ongebruikelijk dat je het doet? Bijv. voor 1€
verhuren aan je kind, dan valt het niet onder box 1 omdat het je kinderen zijn, maar omdat het
dan zo een ongebruikelijk tarief is, valt het toch in box 1: art. 3.91 lid 3.
Opgaven
1. Robert is huisarts en oefent zijn praktijk uit in een pand dat hij huurt voor een zakelijke
huursom van zijn broer Bernard (55 jaar). Wat zijn de fiscale gevolgen voor Bernard en
Robert?
Stappenplan TBS – vermogensbestanddeel toch in box 1?
1. Art. 3.91 lid 1 sub c Wet IB
---------------------------------
2. Art. 3.91 lid 1 sub a Wet IB
3. Art. 3.91 lid 2 sub b Wet IB
4. Art. 3.91 lid 3 Wet IB
5. Art. 3.99b Wet IB
Robert: kan de huurkosten in aftrek brengen op inkomen uit onderneming.
Bernard Het fiscale gevolg van de verhuur van vastgoed is dat hij hierover wordt belast in
box 3, art. 5.1 IB.
2. Robert is huisarts en oefent zijn praktijk uit in een pand dat hij huurt voor een zakelijke
huursom van zijn zoon Bernard (25 jaar). Wat zijn de fiscale gevolgen voor Bernard en
Robert?
Zoon Bernard: het fiscale gevolg van de verhuur van vastgoed is dat hij hierover wordt
belast in box 3, art. 5.1 IB.
Robert: het fiscale gevolg is dat hij winst geniet uit onderneming omdat er sprake is van
de vereisten voor een onderneming, art. 3.4 IB.
, 3. In hoeverre verandert uw antwoord op de vragen 1 en 2 indien de huursom € 1 per
jaar bedraagt?
Uit art. 91 lid 3 IB volgen de volgende voorwaarden:
1) ongebruikelijke niet-zakelijke huursom
2) in de rechte lijn van de belastingplichtige
Onder rechte lijn wordt verstaan: ouders -> kinderen -> kleinkinderen
Zoon Bernard
Broer Bernard
In casu is er sprake van een ongebruikelijke niet-zakelijk huursom, omdat men zijn pand
nooit voor €1 zou verhuren aan een derde.
BOX 3 IN DE WET IB 2001
Literatuur
O.C.R. Marres, S.J. Mol-Verver en J.L. van de Streek (red.), Hoofdzaken belastingrecht, 23e
druk, Boom fiscale uitgevers, Den Haag 2021.
Hoofdstuk 2, onderdeel 2.5.
Ratio TBS-regeling in de wet: Stel een ondernemer heeft een onderneming en koopt een
pand aan, dan is dat verplicht ondernemingsvermogen en in box 1 belast. Stel je hebt een
ondernemer en in privé aankoopt in box 3 en hem vervolgens gaat verhuren. Dan zijn de
huurinkomsten in box 1 aftrekbaar en de inkomsten in box 3 niet belast. Dit is niet de
bedoeling.
3.91 lid 1 sub a ziet op winst uit onderneming: is het je minderjarige kind of je partner die het
tbs stelt, dan wordt het in box 1 belast. Is het ongebruikelijk dat je het doet? Bijv. voor 1€
verhuren aan je kind, dan valt het niet onder box 1 omdat het je kinderen zijn, maar omdat het
dan zo een ongebruikelijk tarief is, valt het toch in box 1: art. 3.91 lid 3.
Opgaven
1. Robert is huisarts en oefent zijn praktijk uit in een pand dat hij huurt voor een zakelijke
huursom van zijn broer Bernard (55 jaar). Wat zijn de fiscale gevolgen voor Bernard en
Robert?
Stappenplan TBS – vermogensbestanddeel toch in box 1?
1. Art. 3.91 lid 1 sub c Wet IB
---------------------------------
2. Art. 3.91 lid 1 sub a Wet IB
3. Art. 3.91 lid 2 sub b Wet IB
4. Art. 3.91 lid 3 Wet IB
5. Art. 3.99b Wet IB
Robert: kan de huurkosten in aftrek brengen op inkomen uit onderneming.
Bernard Het fiscale gevolg van de verhuur van vastgoed is dat hij hierover wordt belast in
box 3, art. 5.1 IB.
2. Robert is huisarts en oefent zijn praktijk uit in een pand dat hij huurt voor een zakelijke
huursom van zijn zoon Bernard (25 jaar). Wat zijn de fiscale gevolgen voor Bernard en
Robert?
Zoon Bernard: het fiscale gevolg van de verhuur van vastgoed is dat hij hierover wordt
belast in box 3, art. 5.1 IB.
Robert: het fiscale gevolg is dat hij winst geniet uit onderneming omdat er sprake is van
de vereisten voor een onderneming, art. 3.4 IB.
, 3. In hoeverre verandert uw antwoord op de vragen 1 en 2 indien de huursom € 1 per
jaar bedraagt?
Uit art. 91 lid 3 IB volgen de volgende voorwaarden:
1) ongebruikelijke niet-zakelijke huursom
2) in de rechte lijn van de belastingplichtige
Onder rechte lijn wordt verstaan: ouders -> kinderen -> kleinkinderen
Zoon Bernard
Broer Bernard
In casu is er sprake van een ongebruikelijke niet-zakelijk huursom, omdat men zijn pand
nooit voor €1 zou verhuren aan een derde.