FYSIOLOGIE
FYS1: TRAININGSLEER, MAXIMALE INSPANNING – DEEL 1
VOLWASSENEN IN HUN ‘PIEKLEEFTIJD’
The ceiling effect: waar ligt de maximale grens?
Wasserman:
- Respiratoir:
o hoeveelheid O2 is geen beperkende factor bij een gezonde mens in een maximale prestatie
o zuurstof versus koolstofdioxide
o ‘drempels’ bij ademgasanalyse:
▪ VT1: overgang van vetverbranding naar glucose
▪ VT2: anaerobe drempel
- Cardiovasculair
o Combinatie van het hart en het perifeer vaatstelsel
o Fick vergelijking:
▪ ∆A-V O2
▪ VO2 = slagvolume x hartfrequentie x arterioveneus O2 verschil
▪ Zuurstoftransportcapaciteit:
• Hematocriet: hoeveelheid rode bloedcellen in het bloed
• Hemoglobine: is een eiwit en het koppelt zuurstof en/ of CO2
▪ ‘engergy cost of locomotion’
- Musculair
o Type spiervezels onderscheiden → hoeveel mitochondriën
o Hoeveelheid capillairen (oppervlakte)
o Spiervermoeidheid?!
o Aeroob versus anaeroob → het verschil kennen
, FYS1: TRAININGSLEER, MAXIMALE INSPANNING – DEEL 2
VOLWASSENEN IN HUN ‘PIEKLEEFTIJD’
Neurofysiologie:
• Een spier reageert op een prikkel van een zenuw →
neuromusculaire verbinding
Motor-unit
• Ons lichaam streeft naar efficiëntie
Henneman’s size principe
- Geeft inzicht in hoe efficient wij ons lichaam
kunnen gebruiken
- Als wij iets gaan doen gebruiken wij altijd eerst
type 1 vezels in, als met deze vezels de beweging niet
tot uiting komt dan gaat het lichaam type 2 vezels
gebruiken. Dus als de kracht toeneemt dan gaat het
over naar type 2 vezels.
- Het zegt dus alles over de verhouding tussen kracht en
welke spiervezel hierbij een rol speelt
Motor units: efficiëntie
- Je spreekt nooit alle spiervezels in 1x aan. Hierdoor zal er geen complete vermoeidheid plaatsvinden.
- We zullen altijd een bepaald aantal percentage spiervezels aanspreken. Als we dit op de goede
volgorde doen dan zullen daar het meest optimale eruit kunnen halen
- Als alle drie de motorunits op de juiste manier samenwerken zullen de spieren zo efficiënt mogelijk
werken.
- In de eerste 2 weken van sporten meeste vooruitgang omdat je neuromusculaire verbeterd
FYS1: TRAININGSLEER, MAXIMALE INSPANNING – DEEL 1
VOLWASSENEN IN HUN ‘PIEKLEEFTIJD’
The ceiling effect: waar ligt de maximale grens?
Wasserman:
- Respiratoir:
o hoeveelheid O2 is geen beperkende factor bij een gezonde mens in een maximale prestatie
o zuurstof versus koolstofdioxide
o ‘drempels’ bij ademgasanalyse:
▪ VT1: overgang van vetverbranding naar glucose
▪ VT2: anaerobe drempel
- Cardiovasculair
o Combinatie van het hart en het perifeer vaatstelsel
o Fick vergelijking:
▪ ∆A-V O2
▪ VO2 = slagvolume x hartfrequentie x arterioveneus O2 verschil
▪ Zuurstoftransportcapaciteit:
• Hematocriet: hoeveelheid rode bloedcellen in het bloed
• Hemoglobine: is een eiwit en het koppelt zuurstof en/ of CO2
▪ ‘engergy cost of locomotion’
- Musculair
o Type spiervezels onderscheiden → hoeveel mitochondriën
o Hoeveelheid capillairen (oppervlakte)
o Spiervermoeidheid?!
o Aeroob versus anaeroob → het verschil kennen
, FYS1: TRAININGSLEER, MAXIMALE INSPANNING – DEEL 2
VOLWASSENEN IN HUN ‘PIEKLEEFTIJD’
Neurofysiologie:
• Een spier reageert op een prikkel van een zenuw →
neuromusculaire verbinding
Motor-unit
• Ons lichaam streeft naar efficiëntie
Henneman’s size principe
- Geeft inzicht in hoe efficient wij ons lichaam
kunnen gebruiken
- Als wij iets gaan doen gebruiken wij altijd eerst
type 1 vezels in, als met deze vezels de beweging niet
tot uiting komt dan gaat het lichaam type 2 vezels
gebruiken. Dus als de kracht toeneemt dan gaat het
over naar type 2 vezels.
- Het zegt dus alles over de verhouding tussen kracht en
welke spiervezel hierbij een rol speelt
Motor units: efficiëntie
- Je spreekt nooit alle spiervezels in 1x aan. Hierdoor zal er geen complete vermoeidheid plaatsvinden.
- We zullen altijd een bepaald aantal percentage spiervezels aanspreken. Als we dit op de goede
volgorde doen dan zullen daar het meest optimale eruit kunnen halen
- Als alle drie de motorunits op de juiste manier samenwerken zullen de spieren zo efficiënt mogelijk
werken.
- In de eerste 2 weken van sporten meeste vooruitgang omdat je neuromusculaire verbeterd