GEDRAGSWETENSCHAPPEN
GW1: EMOTIES
Wat is een emotie?
- Een innerlijke beleving of gevoel dat door een bepaalde situatie wordt opgeroepen of spontaan kan
optreden. Het is een reactie op een stimulus, waarbij de beoordeling van de stimulus optreedt.
Emoties komen altijd onbewust, ze komen en gaan
- Emoties bestaan uit:
o Subjectieve gevoelens
o Lichamelijke reactie/ fysiologische arousal
o Gedragsmatige expressie
- Belangrijke elementen in een emotie:
o Evolutie – lichamelijke ervaring – biologie – emotie en leren – cognities
Nature versus nurture
- Basis emoties
Blij, bang, bedroefd, boos, verrast, minachtig, affectie
o 6-8 basisemoties, te herkennen aan de gelaatsexpressie
o Onafhankelijk van taal of cultuur
o Worden ook vertoond door blinde en dove kinderen
o Evolutionair belangrijke stimuli kunnen specifieke emoties snel uitlokken
- Aangeleerde emoties?
Liefde, schaamte, schuld, spijt, trots, bewondering, dankbaarheid
o Komen pas later in de ontwikkeling
o Belangrijke voorwaarde: dat men zichzelf in een spiegel herkent
o Meer twijfel over het universele karakter – grotere rol voor cultuur?
o Belangrijker voor interpersoonlijk en maatschappelijk functioneren dan voor overleving
De evolutionaire ontwikkeling van emoties
Vaak omvat een proces meerdere emoties en lopen emoties in
elkaar over. Hier is getracht een stamboom te maken om de
oorsprong van emoties in kaart te brengen. Achter emoties zit vaak
een diepliggende behoefte, die niet altijd direct te herleiden is en
waar iemand zich niet bewust van is. Denk aan de ‘need-to-belong’
die we allemaal hebben: een sterke aangeboren behoefte ‘ergens
bij te horen’. Als iemand bv tijdens een behandeling ineens in
tranen uitbarst, is dit op basis van een emotie die de patiënt
mogelijk niet kan verklaren.
> Positieve emoties; motiveren je om gebruik te maken van
omgevingsmogelijkheden en om te herkennen wanneer het gelukt
is om te doen
> Negatieve emoties; motiveren je om ongelukken of tegenslagen
te vermijden door te vluchten of vecht
1. Schachter- Singer Theory1964 - two factor theory of emotion
, Zeggen dat er een stimulus is, op basis hiervan een fysiologische respons en pas als je een verklaring vind
voor je fysiologische respons ontstaat er een emotie
2. William-Lange Theory 1884
Je hebt een fysiologische respons en een ervaring hebt met die fysiologische respons kun je het pas
ervaren. Zegt eigenlijk dat er alleen sprake kan zijn van een emotie als je je er bewust van bent
3. Cognitive Appraisal theorys Smith & Elisworth 1985, Roseman 1996, Lazarus
Op basis van 2 is deze ontstaan. Basis is dat er 3 factoren zijn in plaats van 2. Er is een beoordeling van de
prikkel, interessant hiervan is dat dit bewust en onbewust kan plaats vinden. Daarnaast is er een
motivational respons, als het noodzakelijk is komt er een fysiologische respons
4. Facial Expression theory 1988
Zegt dat er een verandering in je gezicht moet zijn voordat er een emotie plaats kan vinden. Er is een
relatie tussen een glimlach en een positieve emotie
5. Cannon-Bard Theory
FFF= reactie. De thalamus is de belangrijkste factor, de stimulus die binnenkomt waarop je thalamus
reageert met een signaal. Die je emoties kan versterken en er komt een fysiologische respons
6. Skinner
Belonen of straffen. Als je negatieve ervaring hebben bij een bepaalde handeling kun je door die
herinnering direct een emotie aanmaken. Je hebt een patroon aangeleerd waardoor je voor jezelf weet
hoe je moet reageren
GW1: EMOTIES
Wat is een emotie?
- Een innerlijke beleving of gevoel dat door een bepaalde situatie wordt opgeroepen of spontaan kan
optreden. Het is een reactie op een stimulus, waarbij de beoordeling van de stimulus optreedt.
Emoties komen altijd onbewust, ze komen en gaan
- Emoties bestaan uit:
o Subjectieve gevoelens
o Lichamelijke reactie/ fysiologische arousal
o Gedragsmatige expressie
- Belangrijke elementen in een emotie:
o Evolutie – lichamelijke ervaring – biologie – emotie en leren – cognities
Nature versus nurture
- Basis emoties
Blij, bang, bedroefd, boos, verrast, minachtig, affectie
o 6-8 basisemoties, te herkennen aan de gelaatsexpressie
o Onafhankelijk van taal of cultuur
o Worden ook vertoond door blinde en dove kinderen
o Evolutionair belangrijke stimuli kunnen specifieke emoties snel uitlokken
- Aangeleerde emoties?
Liefde, schaamte, schuld, spijt, trots, bewondering, dankbaarheid
o Komen pas later in de ontwikkeling
o Belangrijke voorwaarde: dat men zichzelf in een spiegel herkent
o Meer twijfel over het universele karakter – grotere rol voor cultuur?
o Belangrijker voor interpersoonlijk en maatschappelijk functioneren dan voor overleving
De evolutionaire ontwikkeling van emoties
Vaak omvat een proces meerdere emoties en lopen emoties in
elkaar over. Hier is getracht een stamboom te maken om de
oorsprong van emoties in kaart te brengen. Achter emoties zit vaak
een diepliggende behoefte, die niet altijd direct te herleiden is en
waar iemand zich niet bewust van is. Denk aan de ‘need-to-belong’
die we allemaal hebben: een sterke aangeboren behoefte ‘ergens
bij te horen’. Als iemand bv tijdens een behandeling ineens in
tranen uitbarst, is dit op basis van een emotie die de patiënt
mogelijk niet kan verklaren.
> Positieve emoties; motiveren je om gebruik te maken van
omgevingsmogelijkheden en om te herkennen wanneer het gelukt
is om te doen
> Negatieve emoties; motiveren je om ongelukken of tegenslagen
te vermijden door te vluchten of vecht
1. Schachter- Singer Theory1964 - two factor theory of emotion
, Zeggen dat er een stimulus is, op basis hiervan een fysiologische respons en pas als je een verklaring vind
voor je fysiologische respons ontstaat er een emotie
2. William-Lange Theory 1884
Je hebt een fysiologische respons en een ervaring hebt met die fysiologische respons kun je het pas
ervaren. Zegt eigenlijk dat er alleen sprake kan zijn van een emotie als je je er bewust van bent
3. Cognitive Appraisal theorys Smith & Elisworth 1985, Roseman 1996, Lazarus
Op basis van 2 is deze ontstaan. Basis is dat er 3 factoren zijn in plaats van 2. Er is een beoordeling van de
prikkel, interessant hiervan is dat dit bewust en onbewust kan plaats vinden. Daarnaast is er een
motivational respons, als het noodzakelijk is komt er een fysiologische respons
4. Facial Expression theory 1988
Zegt dat er een verandering in je gezicht moet zijn voordat er een emotie plaats kan vinden. Er is een
relatie tussen een glimlach en een positieve emotie
5. Cannon-Bard Theory
FFF= reactie. De thalamus is de belangrijkste factor, de stimulus die binnenkomt waarop je thalamus
reageert met een signaal. Die je emoties kan versterken en er komt een fysiologische respons
6. Skinner
Belonen of straffen. Als je negatieve ervaring hebben bij een bepaalde handeling kun je door die
herinnering direct een emotie aanmaken. Je hebt een patroon aangeleerd waardoor je voor jezelf weet
hoe je moet reageren