- Wat is statistiek? -
Statistiek = ‘the science of data’
Verzamelen, classificeren, samenvatten, organiseren, analyseren en
interpreteren van numerieke gegevens.
Statistiek = toegepaste wiskunde
Beschrijven / verklaren / voorspellen / besluiten nemen
Twee soorten statistiek
1. Beschrijvende statistiek
o Beschrijven van verzamelde gegevens
o Vb: er zijn meer vrouwen dan mannen bij dit college
2. Inferentiële statistiek
o Generaliserende uitspraken doen over een groep (de populatie)
gebaseerd op een deel (een steekproef) uit die groep
o Vb: bestuurskunde studenten stemmen vaker D66 dan studenten
politicologie
Waarom is het belangrijk?
Meer en meer data beschikbaar
Zowel politiek als bestuur baseert besluiten op die data
Bijv. doorrekeningen van het CPB bij Prinsjesdag (‘koopkrachtplaatjes’)
Beheersen basisprincipes om:
Gegevens, de presentatie van gegevens en de conclusie die eruit
getrokken worden kritisch te kunnen beoordelen.
Zelf een eenvoudig onderzoek op te kunnen zetten (bijv. als
beleidsmedewerker).
- Soorten gegevens -
Kwalitatief Kwantitatief
Als er in de echte wereld geen cijfers Variabele sowieso al met een cijfer
zijn, maar wel omzetten naar cijfers om gemeten (gemeten op een van nature
iets ermee uit te kunnen rekenen voorkomende numerieke schaal)
(kunnen niet worden gemeten o.b.v.
van nature voorkomende numerieke
schaal)
Gemeten d.m.v. classificatie Gemeten d.m.v. gelijke intervallen
categorieën (waardoor je gegevens mag optellen
en aftrekken)
Categorieën van nominale gegevens interval (relatief nulpunt, zoals
kunnen niet betekenisvol worden temperatuur) of ratio (absoluut
gerangordend (fiets, auto). nulpunt, 0 keer betekent ook echt nul).
Categorieën van ordinale gegevens
,kunnen betekenisvol worden
gerangordend (nooit, soms, vaak)
Eerste stap is altijd: wat is het meetniveau van de variabelen die ik gebruik?
Wat is het meetniveau van de volgende gegevens?
Vervoersmiddel dat je gebruikt om naar de uni te komen nominaal
Aantal biertjes dat je drinkt op vrijdagavond ratio
Hoeveel tijd in studie (helemaal geen, bijna geen, neutraal, behoorlijk
veel, zeer veel) ordinaal (soms in de praktijk doen we alsof interval is)
Aanvangstijden van het hoorcollege interval
Duur van tentamen in minuten ratio
Wel of niet halen van BSA na één jaar nominaal
Gebruik van meetniveaus
Kwalitatieve en kwantitatieve gegevens kunnen bij sommige technieken
tegelijk worden gebruikt.
Kwantitatieve gegevens kunnen worden getransformeerd in kwalitatieve
gegevens d.m.v. categorieën/classificatie
Kwalitatieve gegevens kunnen niet betekenisvol worden omgezet in
kwantiatieve gegevens, met uizondering van: dummy variabelen en likert
schalen.
- Variabelen beschrijven -
Om makkelijker grafieken te krijgen in SPSS: ‘legacy dialogs’ i.p.v.
Graphs.
Als er wordt gevraagd variabelen te beschrijven, welke grafiek laat
het dan het duidelijkst zien? Goed over nadenken!
Kwalitatieve gegevens beschrijven
“Met welke waardering zijn studenten BSK de afgelopen 25 jaar geslaagd?”
, 1. Taart- of cirkeldiagram
Verhoudi9ng tussen categorieën
Laag meetniveau
Slechts enkele categorieën
SPSS: Graphs Legacy Dialogs
Pie
2. Staafdiagram
Verhouding tussen
categorieën
Laag meetniveau
Slechts enkele categorieën
Grafische methoden voor het beschrijven van kwantitatieve
gegevens
1. Histogram
“In welk jaar bent u met de opleiding
bestuurskunde begonnen?
Hoger meetniveau
Vorm van de verdeling
Continue verdeling
Samenhang: kruistabellen