Geschiedenis Historische thema ; Het Britse rijk, 1585-1900
Hoofdstuk 15: De Engelse koloniën in de Amerika’s (1585-1833)
Tijdvakken:
● tijd van ontdekkers en hervormers 1500 - 1600
● tijd van vorsten en regenten 1600 - 1700
● tijd van pruiken en revoluties 1700 - 1800
● tijd van burgers en stoommachines 1800 – 1900
KA:
15.1 Engelse kolonisatie
Inleiding
De Europese overzeese expansie (KA18) aan het einde van 15e eeuw. handel over land en
zee. Kooplieden met Azië handelen, via Arabische tussenhandelaren. 1453 turken
, veroveren Constantinopel. Turken tolgrens → Kooplieden in west Europa
mogelijkheid zoeken winst van specerijen.
Portugezen als eerste zeeroute om Afrika. Route streng bewaken want, voorkomen
Europese landen nadoen.
Columbus (Spanje) in de 15e eeuw als eerste naar Amerikaanse continent. Opdracht =
nieuwe route naar Azië door naar het westen te varen. Indianen omdat ze dachten dat ze in
Indië waren. Spanje veroverde in 16e eeuw delen van Zuid Amerika. Spanje rijk vanwege
grondstoffen.
Al snel volgde West-Europese landen in de zoektocht naar andere handelsroutes.
Kolonisatie in Noord-Amerika
Tijd van ontdekkers en hervormers 1500-1600:
Engeland liep in de 16e eeuw achter op Portugal en Spanje. Hendrik VII (koning
Engeland, ±1540) brak met de Rooms-katholieke kerk + kerkelijke bezittingen in
beslag → forse groei van de export van wol → veel geld en de vloot (schepen)
uitbreiden.
Elizabeth I (Koningin Engeland, 1533 - 1603) Tegen de katholieke kerk (tegen Spanje).
Oorlog op zee voorkomen met Spanje en Portugal een noordwestelijke route. Eind 16e
eeuw het noorden verkennen van Amerika. → 13 Engelse koloniën gesticht +
Caraïbische gebieden (belangrijk voor de handel).
Voordeel kolonie in Noord-Amerika volgens Sir Humphreys Gilbert:
1. strategisch: marinebasis voor de strijd tegen katholieke Spanje
2. economisch: evt., doorgang naar Azië, vestiging van schepen dat ze
bevoorraden voor de reis naar Azië: visserij, handel in grondstoffen
Sir Humphreys Gilbert claimde Newfoundland (monopolie visserij voor eng).
omstandigheden waren zwaar, winter niet vissen en werd honger geleden. Einde
van de 18e eeuw kwam er een Engelse bestuur → Newfoundland een officiële
Engelse kolonie
Sir walter Raleigh nam in 1585 Virginia (Roanoke eiland) in bezit. naam: Elizabeth was
nog maagd. vestiging duurde kort, indianen waren agressief en kolonisten konden hun
levensonderhoud niet voorzien. Kolonisten terug naar Eng. Engeland in 1588 een zeeoorlog
tegen Spanje (Spaans-Engelse oorlog, 1585-1604). Het eiland bleek verlaten, na het
verslaan van de Spaanse vloot Armada meer aandacht richten op uitbreiding van de
overzeese macht.
Rijke edelen en/of kooplieden hadden compagnieën, particuliere aandelen
maatschappijen → zorgen voor financiering, de schepen en personeel. De
compagnieën toestemming nodig vd koning: handvest (charter). Kolonisten in het
begin zelf besturen met orde en veiligheid.
Tijd van vorsten en regenten 1600 - 1700
Hoofdstuk 15: De Engelse koloniën in de Amerika’s (1585-1833)
Tijdvakken:
● tijd van ontdekkers en hervormers 1500 - 1600
● tijd van vorsten en regenten 1600 - 1700
● tijd van pruiken en revoluties 1700 - 1800
● tijd van burgers en stoommachines 1800 – 1900
KA:
15.1 Engelse kolonisatie
Inleiding
De Europese overzeese expansie (KA18) aan het einde van 15e eeuw. handel over land en
zee. Kooplieden met Azië handelen, via Arabische tussenhandelaren. 1453 turken
, veroveren Constantinopel. Turken tolgrens → Kooplieden in west Europa
mogelijkheid zoeken winst van specerijen.
Portugezen als eerste zeeroute om Afrika. Route streng bewaken want, voorkomen
Europese landen nadoen.
Columbus (Spanje) in de 15e eeuw als eerste naar Amerikaanse continent. Opdracht =
nieuwe route naar Azië door naar het westen te varen. Indianen omdat ze dachten dat ze in
Indië waren. Spanje veroverde in 16e eeuw delen van Zuid Amerika. Spanje rijk vanwege
grondstoffen.
Al snel volgde West-Europese landen in de zoektocht naar andere handelsroutes.
Kolonisatie in Noord-Amerika
Tijd van ontdekkers en hervormers 1500-1600:
Engeland liep in de 16e eeuw achter op Portugal en Spanje. Hendrik VII (koning
Engeland, ±1540) brak met de Rooms-katholieke kerk + kerkelijke bezittingen in
beslag → forse groei van de export van wol → veel geld en de vloot (schepen)
uitbreiden.
Elizabeth I (Koningin Engeland, 1533 - 1603) Tegen de katholieke kerk (tegen Spanje).
Oorlog op zee voorkomen met Spanje en Portugal een noordwestelijke route. Eind 16e
eeuw het noorden verkennen van Amerika. → 13 Engelse koloniën gesticht +
Caraïbische gebieden (belangrijk voor de handel).
Voordeel kolonie in Noord-Amerika volgens Sir Humphreys Gilbert:
1. strategisch: marinebasis voor de strijd tegen katholieke Spanje
2. economisch: evt., doorgang naar Azië, vestiging van schepen dat ze
bevoorraden voor de reis naar Azië: visserij, handel in grondstoffen
Sir Humphreys Gilbert claimde Newfoundland (monopolie visserij voor eng).
omstandigheden waren zwaar, winter niet vissen en werd honger geleden. Einde
van de 18e eeuw kwam er een Engelse bestuur → Newfoundland een officiële
Engelse kolonie
Sir walter Raleigh nam in 1585 Virginia (Roanoke eiland) in bezit. naam: Elizabeth was
nog maagd. vestiging duurde kort, indianen waren agressief en kolonisten konden hun
levensonderhoud niet voorzien. Kolonisten terug naar Eng. Engeland in 1588 een zeeoorlog
tegen Spanje (Spaans-Engelse oorlog, 1585-1604). Het eiland bleek verlaten, na het
verslaan van de Spaanse vloot Armada meer aandacht richten op uitbreiding van de
overzeese macht.
Rijke edelen en/of kooplieden hadden compagnieën, particuliere aandelen
maatschappijen → zorgen voor financiering, de schepen en personeel. De
compagnieën toestemming nodig vd koning: handvest (charter). Kolonisten in het
begin zelf besturen met orde en veiligheid.
Tijd van vorsten en regenten 1600 - 1700
