Logic
Hoofdstuk 3.1
Logica (Logos) wordt gedefinieerd als ‘’betekenis, woord, idee, argument, rede of
principe’’.
Logica biedt een manier om de verschillen tussen correct en incorrect denken te
herkennen. Dit kan ‘’science of correct thinking’’ worden genoemd. De studie van
logica kan in twee categorieën worden ingedeeld; inductieve en deductieve
logica. (Klassieke logica Aristoteles 384-322 V.Chr)
Inductie: Bijzonder > algemeen
Bijvoorbeeld; De eerste zwaan is wit, de tweede zwaan is ook wit dus alle zwanen
zijn wit
Deductie: algemeen > bijzonder
Bijvoorbeeld; Alle mensen zijn sterfelijk (majorpremissie), Edgar is een mens
(minorpremissie), Edgar is sterfelijk (conclusie) Ook wel syllogisme genoemd
Symbolische logica: een moderne uitbreiding van Aristotelische logica waar
symbolen, in plaats van uitdrukkingen uit de menselijke taal, worden gebruikt om
uitspraken van waarheid te vertegenwoordigen
Rationaliteit: consistent handelen, op basis van de rede
Hoofdstuk 3.2
Boolean logica: een logica systeem dat is ontworpen door wiskundige George Boole (1815
– 1864) omstreeks 1850. Er zijn twee mogelijkheden; een voorstel is waar of niet waar.
Voorstel (proposition): een uitspraak dat waar of niet waar kan zijn bits 1 of 0
Ook kan een voorstel simpel of samengesteld zijn. Een simpel voorstel kan niet verbroken
worden tot kleinere delen, terwijl een voorstel dat is samengesteld gecombineerd is door
simpele voorstellen.
Er bestaan vier ‘logical connectives/ logical operators’, namelijk de woorden ‘en (^), of
(v), niet (¬) en impliceren’.
Simpel: ‘Ik heb het koud’
Simpel: ‘Ik heb honger’
Samengesteld: ‘Ik heb het koud en ik heb honger’
Hoofdstuk 3.2.1
Regel 1: Elke onderstaande bewering is simpel
a) Elke letter
b) Waar
c) Niet waar
Regel 2: Het blokje ([]) staat voor een bewering (simpel of samengesteld). Buiten dat elk
blokje een bewering is, zijn dat ook alle andere onderstaande zinnen
Hoofdstuk 3.1
Logica (Logos) wordt gedefinieerd als ‘’betekenis, woord, idee, argument, rede of
principe’’.
Logica biedt een manier om de verschillen tussen correct en incorrect denken te
herkennen. Dit kan ‘’science of correct thinking’’ worden genoemd. De studie van
logica kan in twee categorieën worden ingedeeld; inductieve en deductieve
logica. (Klassieke logica Aristoteles 384-322 V.Chr)
Inductie: Bijzonder > algemeen
Bijvoorbeeld; De eerste zwaan is wit, de tweede zwaan is ook wit dus alle zwanen
zijn wit
Deductie: algemeen > bijzonder
Bijvoorbeeld; Alle mensen zijn sterfelijk (majorpremissie), Edgar is een mens
(minorpremissie), Edgar is sterfelijk (conclusie) Ook wel syllogisme genoemd
Symbolische logica: een moderne uitbreiding van Aristotelische logica waar
symbolen, in plaats van uitdrukkingen uit de menselijke taal, worden gebruikt om
uitspraken van waarheid te vertegenwoordigen
Rationaliteit: consistent handelen, op basis van de rede
Hoofdstuk 3.2
Boolean logica: een logica systeem dat is ontworpen door wiskundige George Boole (1815
– 1864) omstreeks 1850. Er zijn twee mogelijkheden; een voorstel is waar of niet waar.
Voorstel (proposition): een uitspraak dat waar of niet waar kan zijn bits 1 of 0
Ook kan een voorstel simpel of samengesteld zijn. Een simpel voorstel kan niet verbroken
worden tot kleinere delen, terwijl een voorstel dat is samengesteld gecombineerd is door
simpele voorstellen.
Er bestaan vier ‘logical connectives/ logical operators’, namelijk de woorden ‘en (^), of
(v), niet (¬) en impliceren’.
Simpel: ‘Ik heb het koud’
Simpel: ‘Ik heb honger’
Samengesteld: ‘Ik heb het koud en ik heb honger’
Hoofdstuk 3.2.1
Regel 1: Elke onderstaande bewering is simpel
a) Elke letter
b) Waar
c) Niet waar
Regel 2: Het blokje ([]) staat voor een bewering (simpel of samengesteld). Buiten dat elk
blokje een bewering is, zijn dat ook alle andere onderstaande zinnen