1. Verklaringsfactoren
Deels heeft de westerse wereld de dekolonisering in de hand gewerkt want zo kwamen een aantal
mensen uit die kolonies, die gingen studeren in het westen, in aanraking met de westerse idealen:
vrijheid, gelijkheid en zelfbeschikking: ieder volk heeft recht op een eigen land
Die westerse landen in die kolonies zorgen ook onbewust voor een nationaal bewustzijn, soms
zorgen ze voor conflicten in kolonies: door verschillende groepen van mensen samen te brengen in
één land die voordien niks met elkaar te maken hebben. Ze gaan ook nationaal bewustzijn creëren
door het aanleggen van infrastructuur: veel meer mensen uit het land komen met elkaar in contact.
Nationaal bewustzijn = verbondenheid voelen, samen één natie, één volk
In WOI komen de kolonies hier vechten en willen hiervoor beloond, wat niet gebeurt. In WOII gaan
ze ook hun steun uitspreken, maar willen ook wel iets in de plaats. (de westerse idealen werden hen
ontzegd). Na WOII waren de Europese mogendheden verzwakt zoals GB en Frankrijk: kampen met
binnenlandse problemen, dat zou te veel zijn om zich bezig te houden met kolonies.
Koude oorlog: SU en VS stellen zich antikoloniaal op, gaan dat kolonialisme afwijzen; zij zeggen dat
dat niet goed is en dat kolonies onafhankelijk moeten worden. Dit is wel voor eigenbelang. Als zij
onafhankelijk worden dan wil dat zeggen dat VS/SU die landen voor zich kunnen winnen en dat ze op
die manier hun invloedssfeer over heel de wereld kunnen gaan uitbreiden.
De VN gaan sterk het kolonialisme gaan veroordelen omdat dit schending van mensenrechten is,
geen vrijheden en geen zelfbeschikkingsrecht.
2. Verloop
In de jaren ‘50 gaan er veel Aziatische landen onafhankelijk worden. GB die gaat daar snel mee
instemmen en vinden het niet realistisch dat zij die kolonies gaan aanhouden. Bijvoorbeeld .
onafhankelijkheid Brits-Indië (1947) Ghandi.
Frankrijk: koloniaal bezit niet uit handen geven: bloedige oorlogen als gevolg
Na Indië wil Afrika ook allemaal onafhankelijk worden en ze hopen hierbij dat dat de economie ten
goede gaat komen en dat er sprake gaat zijn van sociale rechtvaardigheid.
3. Congo Belgische kolonie
Congo wordt kolonie van België, o.l.v. Leopold II die daar geen menselijke dingen heeft gedaan toen
met die rubber explotatie. Er komt heel veel kritiek op van de internationale gemeenschap. In 1908
wordt dat overgedragen aan de Belgische overheid Belgisch Congo. De Belgische overheid gaat zich
focussen op drie pijlers: investeren in een infrastructuur, onderwijs uitbouwen en gezondheidszorg,
maar ze gaan wel een paternalistische houding aannemen. De Belgen die het bestuur ginder aan het
doen zijn, gedragen zich zeer vaderlijk tegenover de Congolezen: zij kunnen niks, het zijn maar
kindjes die ze moeten beschermen omdat ze niet voor zichzelf kunnen zorgen. Belgen zien zichzelf als
noodzakelijk, zij moeten daar beschaving gaan brengen, want zonder hen zijn die Congolezen
verloren: ze hebben een harde hand en een goede opvoeding nodig.
In tegenstelling tot GB hadden de Belgen helemaal geen langetermijnvisie met Congo. Na WOII komt
de dekolonisering op gang, maar er gaat bij de Belgen geen belletje doen rinkelen dat dat bij hun
kolonie ook kan gebeuren. Ze hebben geen plan over wat ze dan gaan doen want Belgen dachten dat
zij heel belangrijk waren voor die Congolezen en zij gaan nooit tegen hen in opstand komen. Die
Belgen hadden niet nagedacht over hoe ze die Congolezen gaan helpen of gaan begeleiden als zij een
onafhankelijke staat gaan worden. België gaat zich focussen op onderwijs, maar alleen op
basisonderwijs. De Congolezen hadden geen toegang tot hoger onderwijs. Zij waren heel laag
opgeleid, wat heel moeilijk gaat zijn als later de Belgen zich gaan terugtrekken en de Congolezen op
hun eigen benen moeten gaan staan. Weinig Congolezen opgeleid voor verantwoordelijke functies.
Deels heeft de westerse wereld de dekolonisering in de hand gewerkt want zo kwamen een aantal
mensen uit die kolonies, die gingen studeren in het westen, in aanraking met de westerse idealen:
vrijheid, gelijkheid en zelfbeschikking: ieder volk heeft recht op een eigen land
Die westerse landen in die kolonies zorgen ook onbewust voor een nationaal bewustzijn, soms
zorgen ze voor conflicten in kolonies: door verschillende groepen van mensen samen te brengen in
één land die voordien niks met elkaar te maken hebben. Ze gaan ook nationaal bewustzijn creëren
door het aanleggen van infrastructuur: veel meer mensen uit het land komen met elkaar in contact.
Nationaal bewustzijn = verbondenheid voelen, samen één natie, één volk
In WOI komen de kolonies hier vechten en willen hiervoor beloond, wat niet gebeurt. In WOII gaan
ze ook hun steun uitspreken, maar willen ook wel iets in de plaats. (de westerse idealen werden hen
ontzegd). Na WOII waren de Europese mogendheden verzwakt zoals GB en Frankrijk: kampen met
binnenlandse problemen, dat zou te veel zijn om zich bezig te houden met kolonies.
Koude oorlog: SU en VS stellen zich antikoloniaal op, gaan dat kolonialisme afwijzen; zij zeggen dat
dat niet goed is en dat kolonies onafhankelijk moeten worden. Dit is wel voor eigenbelang. Als zij
onafhankelijk worden dan wil dat zeggen dat VS/SU die landen voor zich kunnen winnen en dat ze op
die manier hun invloedssfeer over heel de wereld kunnen gaan uitbreiden.
De VN gaan sterk het kolonialisme gaan veroordelen omdat dit schending van mensenrechten is,
geen vrijheden en geen zelfbeschikkingsrecht.
2. Verloop
In de jaren ‘50 gaan er veel Aziatische landen onafhankelijk worden. GB die gaat daar snel mee
instemmen en vinden het niet realistisch dat zij die kolonies gaan aanhouden. Bijvoorbeeld .
onafhankelijkheid Brits-Indië (1947) Ghandi.
Frankrijk: koloniaal bezit niet uit handen geven: bloedige oorlogen als gevolg
Na Indië wil Afrika ook allemaal onafhankelijk worden en ze hopen hierbij dat dat de economie ten
goede gaat komen en dat er sprake gaat zijn van sociale rechtvaardigheid.
3. Congo Belgische kolonie
Congo wordt kolonie van België, o.l.v. Leopold II die daar geen menselijke dingen heeft gedaan toen
met die rubber explotatie. Er komt heel veel kritiek op van de internationale gemeenschap. In 1908
wordt dat overgedragen aan de Belgische overheid Belgisch Congo. De Belgische overheid gaat zich
focussen op drie pijlers: investeren in een infrastructuur, onderwijs uitbouwen en gezondheidszorg,
maar ze gaan wel een paternalistische houding aannemen. De Belgen die het bestuur ginder aan het
doen zijn, gedragen zich zeer vaderlijk tegenover de Congolezen: zij kunnen niks, het zijn maar
kindjes die ze moeten beschermen omdat ze niet voor zichzelf kunnen zorgen. Belgen zien zichzelf als
noodzakelijk, zij moeten daar beschaving gaan brengen, want zonder hen zijn die Congolezen
verloren: ze hebben een harde hand en een goede opvoeding nodig.
In tegenstelling tot GB hadden de Belgen helemaal geen langetermijnvisie met Congo. Na WOII komt
de dekolonisering op gang, maar er gaat bij de Belgen geen belletje doen rinkelen dat dat bij hun
kolonie ook kan gebeuren. Ze hebben geen plan over wat ze dan gaan doen want Belgen dachten dat
zij heel belangrijk waren voor die Congolezen en zij gaan nooit tegen hen in opstand komen. Die
Belgen hadden niet nagedacht over hoe ze die Congolezen gaan helpen of gaan begeleiden als zij een
onafhankelijke staat gaan worden. België gaat zich focussen op onderwijs, maar alleen op
basisonderwijs. De Congolezen hadden geen toegang tot hoger onderwijs. Zij waren heel laag
opgeleid, wat heel moeilijk gaat zijn als later de Belgen zich gaan terugtrekken en de Congolezen op
hun eigen benen moeten gaan staan. Weinig Congolezen opgeleid voor verantwoordelijke functies.