Fungi en parasieten
H1 Fungi
1. Oppervlakkige infecties
a. Pityriasis versicolor
Oorzaak: malassezia furfur. Huidaantasting met kleurverandering, vooral waar veel sebumklieren.
Hyper of hypogepigmenteerde schilferende maculaire laesies.
b. Tinea nigra
Oorzaak: horteae werneckii. Dimorfe fungus die melanine produceert. Bruine maculaire laesies op
palmen, voetzolen. Via microscopisch onderzoek van huidschraapsels
c. Zwarte piedra
Oorzaak: piedraia hortae. Harde, zwarte noduli op haren via microscopie haren.
d. Witte piedra
Oorzaak door trichosporon beigelii. Zachte creme kleurige groei langs haren via microscopisch
onderzoek
2. Cutane infecties
Dermatofytosen en onychomycosen: door dermatofyten. Symptoom: tinea en onychomycosen
Mucocutane candidiasis: c albicans orale, cutane en genitale.
a. Dermatofytosen en onychomycosen
Meestal in gekeratiniseerde lagen immuunantwoord en pathologie in diepere lagen. Symptoom
dermatofytose: tinea slangachtige of ringvormige laesie huid
Symptoom onychomycose: nagelaantasting
Diagnose via microscopisch onderzoek schraapsels of identificatie fungus via cultuur. Bepalen soort
kan nuttig zijn om oorsprong infectie te kennen
Behandeling: huid: topische agentia (azole derivaten), nagels: topische agentia + systemische
behandeling. Tinea capitis: orale medicatie, langdurige behandeling!!
b. Mucocutane candidiasis
Deel GI commensale flora en op vochtige, beschadigde huid infectie vaak endogeen. Meestal in
combinatie met immuundefecten
Orale: acute en chronische atrofische vorm na ABkuur, orale steroïden. Pseudomembraneuze vorm
bij AIDS, leukemie…
Cutane: erytheem en exsudatie in huidplooien
Genitale: vaginitis, na AB, anticonceptie, ontregelde diabetes…
Diagnose: microscopie en kweek. Behandeling systemisch of lokaal met azolen
, 3. Subcutane infecties
Diepere lagen dermis. Meestal na trauma. Chronische subklinische groei in subcutane weefsels
voorafgaand aan klinische huidletsels. Vooral tropische/subtropische regio’s
a. Sporotrichosis
Door sporothrix schenkii. Nodulaire en ulceratieve laesies langs lymfevaten die primaire site
inoculatie draineren. Gedissemineerde cutane vorm ook mogelijk. Invasie vorm bij
immuungecompromitteerde pt
b. Mycetoma
Traag evoluerende, deformerende zwellingen met multiple drainerende fistels waaruit vocht met
korrels. Aantasting aangrenzende botten. Door heterogene groep fungi alsook bacteriën
Diagnose via anatomopathologisch onderzoek weefsels. Cultuur op 25° voor sporevormingen en op
37° voor kolonies en hyphae.
Behandeling: afhankelijk van oorzakelijk organisme. Chirurgische excisie letsels en chemo
4. Diepe mycosen
Import pathologie of opportunistische mycosen. Immuunstatus pt is belangrijke factor voor ernst !
primaire focus is meestal long, kortdurende infectie en spontane genezing tenzij hoog
inoculum/immuungedeprimeerde pt ernstiger verloop en soms spreiding naar andere organen.
Dimorfe fungi.
4.1. Import mycosen
a. Histoplasmose
Oorzaak: histoplasma capsulatum. In bodem vervuild met excreta vogels en vleermuizen. Via
inhalatie stof uit grotten, kippenhokken. IC vermenigvuldiging in macrofagen
Zieketebeeld afhankelijk van inoculum en immuunstatus:
- Inhalatie beperkt inoculum en gezonde pt? Asymptomatisch, zelden grippaal syndroom
- Hoge inocula, lichte immuun beperking acute pneumonie en mediastinale granulomata
- Ernstiger immuun beperking gedissemineerde vormen met gezwollen gelaat, ernstige
chronische pneumonie
Diagnose: serologie, microscopie, cultuur. Behandeling: amfotericine B, itraconazole
b. Coccidioidomycosis
Oorzaak: coccidioides immitis. Spreiding via zandstormen, inhalatie stof. Huisdieren en wilde dieren
zijn reservoir. Primo infectie in long via inhalatie. 60% asymptomatisch, 40% milde zelf-limiterende
infectie lage luchtwegen met koorts, hoesten, thoracale en gewrichtspijn. 5% caverne’s noduli in
longen. Zelden extrapulmonaire letsels
Diagnose: microscopie, histopathologie, cultuur. Amfo B en fluconazole = behandeling
c. Blastomycosis
Door blastomyces dermatidis. Rivieren met rottend organisch materiaal. Inhalatie met primaire
longinfectie. 50% asympatomatisch en geneest spontaan. Mogelijks acute granulomateuze
pneumonie of chronische fase met letses thv longen, huid, beenderen, genitalia
Serologische diagnose onzeker, microscopie en cultuur. Amfo B en itraconazole
2
H1 Fungi
1. Oppervlakkige infecties
a. Pityriasis versicolor
Oorzaak: malassezia furfur. Huidaantasting met kleurverandering, vooral waar veel sebumklieren.
Hyper of hypogepigmenteerde schilferende maculaire laesies.
b. Tinea nigra
Oorzaak: horteae werneckii. Dimorfe fungus die melanine produceert. Bruine maculaire laesies op
palmen, voetzolen. Via microscopisch onderzoek van huidschraapsels
c. Zwarte piedra
Oorzaak: piedraia hortae. Harde, zwarte noduli op haren via microscopie haren.
d. Witte piedra
Oorzaak door trichosporon beigelii. Zachte creme kleurige groei langs haren via microscopisch
onderzoek
2. Cutane infecties
Dermatofytosen en onychomycosen: door dermatofyten. Symptoom: tinea en onychomycosen
Mucocutane candidiasis: c albicans orale, cutane en genitale.
a. Dermatofytosen en onychomycosen
Meestal in gekeratiniseerde lagen immuunantwoord en pathologie in diepere lagen. Symptoom
dermatofytose: tinea slangachtige of ringvormige laesie huid
Symptoom onychomycose: nagelaantasting
Diagnose via microscopisch onderzoek schraapsels of identificatie fungus via cultuur. Bepalen soort
kan nuttig zijn om oorsprong infectie te kennen
Behandeling: huid: topische agentia (azole derivaten), nagels: topische agentia + systemische
behandeling. Tinea capitis: orale medicatie, langdurige behandeling!!
b. Mucocutane candidiasis
Deel GI commensale flora en op vochtige, beschadigde huid infectie vaak endogeen. Meestal in
combinatie met immuundefecten
Orale: acute en chronische atrofische vorm na ABkuur, orale steroïden. Pseudomembraneuze vorm
bij AIDS, leukemie…
Cutane: erytheem en exsudatie in huidplooien
Genitale: vaginitis, na AB, anticonceptie, ontregelde diabetes…
Diagnose: microscopie en kweek. Behandeling systemisch of lokaal met azolen
, 3. Subcutane infecties
Diepere lagen dermis. Meestal na trauma. Chronische subklinische groei in subcutane weefsels
voorafgaand aan klinische huidletsels. Vooral tropische/subtropische regio’s
a. Sporotrichosis
Door sporothrix schenkii. Nodulaire en ulceratieve laesies langs lymfevaten die primaire site
inoculatie draineren. Gedissemineerde cutane vorm ook mogelijk. Invasie vorm bij
immuungecompromitteerde pt
b. Mycetoma
Traag evoluerende, deformerende zwellingen met multiple drainerende fistels waaruit vocht met
korrels. Aantasting aangrenzende botten. Door heterogene groep fungi alsook bacteriën
Diagnose via anatomopathologisch onderzoek weefsels. Cultuur op 25° voor sporevormingen en op
37° voor kolonies en hyphae.
Behandeling: afhankelijk van oorzakelijk organisme. Chirurgische excisie letsels en chemo
4. Diepe mycosen
Import pathologie of opportunistische mycosen. Immuunstatus pt is belangrijke factor voor ernst !
primaire focus is meestal long, kortdurende infectie en spontane genezing tenzij hoog
inoculum/immuungedeprimeerde pt ernstiger verloop en soms spreiding naar andere organen.
Dimorfe fungi.
4.1. Import mycosen
a. Histoplasmose
Oorzaak: histoplasma capsulatum. In bodem vervuild met excreta vogels en vleermuizen. Via
inhalatie stof uit grotten, kippenhokken. IC vermenigvuldiging in macrofagen
Zieketebeeld afhankelijk van inoculum en immuunstatus:
- Inhalatie beperkt inoculum en gezonde pt? Asymptomatisch, zelden grippaal syndroom
- Hoge inocula, lichte immuun beperking acute pneumonie en mediastinale granulomata
- Ernstiger immuun beperking gedissemineerde vormen met gezwollen gelaat, ernstige
chronische pneumonie
Diagnose: serologie, microscopie, cultuur. Behandeling: amfotericine B, itraconazole
b. Coccidioidomycosis
Oorzaak: coccidioides immitis. Spreiding via zandstormen, inhalatie stof. Huisdieren en wilde dieren
zijn reservoir. Primo infectie in long via inhalatie. 60% asymptomatisch, 40% milde zelf-limiterende
infectie lage luchtwegen met koorts, hoesten, thoracale en gewrichtspijn. 5% caverne’s noduli in
longen. Zelden extrapulmonaire letsels
Diagnose: microscopie, histopathologie, cultuur. Amfo B en fluconazole = behandeling
c. Blastomycosis
Door blastomyces dermatidis. Rivieren met rottend organisch materiaal. Inhalatie met primaire
longinfectie. 50% asympatomatisch en geneest spontaan. Mogelijks acute granulomateuze
pneumonie of chronische fase met letses thv longen, huid, beenderen, genitalia
Serologische diagnose onzeker, microscopie en cultuur. Amfo B en itraconazole
2