EXAMENMATRIJS PERSONEN-
EN FAMILIERECHT
, 1. De kandidaat onderbouwt voor een situatie op basis van een wetsartikel hoe
verkrijging bij een nalatenschap tot stand komt.
Hoe wordt iemand erfgenaam, wanneer heb je recht op een nalatenschap en hoe kan je dat
aanvaarden.
2. De kandidaat onderbouwt voor een situatie of er sprake is van testamentair of
wettelijk erfrecht.
Testamentair erfrecht: Testament is een akte die door de notaris wordt opgemaakt.
In deze akte legt de erflater vast wat er met zijn vermogen moet gebeuren bij het
overlijden.
Wettelijk erfrecht: Als iemand tijdens zijn leven geen testament maakt, regelt het
wet voor wie het vermogen van de overledene is. De wet wijst de erfgenamen aan.
Vangnet, wordt ook wel versterferfrecht genoemd.
3. De kandidaat onderbouwt voor een situatie of er recht is op een legitieme portie.
Kinderen hebben altijd recht op een bepaald deel van de nalatenschap van hun ouders. Het
gedeelte waar ze recht op hebben, wordt legitieme portie genoemd. De legitieme portie
bedraagt de helft van wat een kind zou hebben gekregen volgens het wettelijk erfrecht.
Alleen kinderen hebben hier recht op.
4. De kandidaat onderbouwt voor een situatie of er sprake is van een legaat in een
testament of in een codicil.
Een legaat is een bepaling die een erflater in zijn of haar testament kan opnemen. Met het
legaat wil de erflater ervoor zorgen dat een bepaalde bezitting bij een specifieke persoon
terecht komt. Voor een beperkt soort spullen kan een legaat ook in een codicil worden
opgenomen. Degene die een legaat krijgt, wordt de legataris genoemd. Dat is dus iets anders
dan erfgenaam. De erfgenaam krijgt een gedeelte van de erfenis en volgt de overledene op
in zijn bezittingen en schulden. De legataris krijgt alleen het legaat.
5. De kandidaat stelt aan de hand van een juridisch document vast of er sprake is van
een verklaring van erfrecht, een testament, een levenstestament of een
boedelvolmacht.
Verklaring van erfrecht: Is een door een notaris opgestelde verklaring waarin staat
wie de erfgenamen zijn.
Levenstestament: is een notariële volmacht waarin je iemand aanwijst die voor je
mag handelen tijdens je leven. Bijvoorbeeld als je zelf niet meer goed kan beslissen.
Testament: Een testament kom na overlijden in orde.
Boedelvolmacht: In een boedelvolmacht wijzen de erfgenamen een van hen aan die
namens hen mag handelen. Deze persoon mag dan zelfstandig namens de
erfgenamen handelen en mag overal voor tekenen.
EN FAMILIERECHT
, 1. De kandidaat onderbouwt voor een situatie op basis van een wetsartikel hoe
verkrijging bij een nalatenschap tot stand komt.
Hoe wordt iemand erfgenaam, wanneer heb je recht op een nalatenschap en hoe kan je dat
aanvaarden.
2. De kandidaat onderbouwt voor een situatie of er sprake is van testamentair of
wettelijk erfrecht.
Testamentair erfrecht: Testament is een akte die door de notaris wordt opgemaakt.
In deze akte legt de erflater vast wat er met zijn vermogen moet gebeuren bij het
overlijden.
Wettelijk erfrecht: Als iemand tijdens zijn leven geen testament maakt, regelt het
wet voor wie het vermogen van de overledene is. De wet wijst de erfgenamen aan.
Vangnet, wordt ook wel versterferfrecht genoemd.
3. De kandidaat onderbouwt voor een situatie of er recht is op een legitieme portie.
Kinderen hebben altijd recht op een bepaald deel van de nalatenschap van hun ouders. Het
gedeelte waar ze recht op hebben, wordt legitieme portie genoemd. De legitieme portie
bedraagt de helft van wat een kind zou hebben gekregen volgens het wettelijk erfrecht.
Alleen kinderen hebben hier recht op.
4. De kandidaat onderbouwt voor een situatie of er sprake is van een legaat in een
testament of in een codicil.
Een legaat is een bepaling die een erflater in zijn of haar testament kan opnemen. Met het
legaat wil de erflater ervoor zorgen dat een bepaalde bezitting bij een specifieke persoon
terecht komt. Voor een beperkt soort spullen kan een legaat ook in een codicil worden
opgenomen. Degene die een legaat krijgt, wordt de legataris genoemd. Dat is dus iets anders
dan erfgenaam. De erfgenaam krijgt een gedeelte van de erfenis en volgt de overledene op
in zijn bezittingen en schulden. De legataris krijgt alleen het legaat.
5. De kandidaat stelt aan de hand van een juridisch document vast of er sprake is van
een verklaring van erfrecht, een testament, een levenstestament of een
boedelvolmacht.
Verklaring van erfrecht: Is een door een notaris opgestelde verklaring waarin staat
wie de erfgenamen zijn.
Levenstestament: is een notariële volmacht waarin je iemand aanwijst die voor je
mag handelen tijdens je leven. Bijvoorbeeld als je zelf niet meer goed kan beslissen.
Testament: Een testament kom na overlijden in orde.
Boedelvolmacht: In een boedelvolmacht wijzen de erfgenamen een van hen aan die
namens hen mag handelen. Deze persoon mag dan zelfstandig namens de
erfgenamen handelen en mag overal voor tekenen.
