Comfort: thermisch
Kwalitatieve eisen voor gebouw
- Comfort van de gebruiker
o Thermisch
o Akoestisch
o Testen doen
- Gezondheidsnoden van de gebruiker
o Psychologisch/fysisch
o Dummyramen voor psychologische redenen
- Duurzaamheid van de bouwconstructie
o Randvoorwaarden
▪ Ecologisch
• Geen nadelen op ecologisch vlak
• Ecologische materialen
▪ Economisch
• Budget beheersen
o Onderhoud van gebouw!!
▪ Sociologisch
• Culturele uitwisseling
o Link tussen 2 buurten
• Vb. brug, plein
o Toetscriteria
▪ Breean
• Vragenlijst met score
o 85-90% goed, 90-100% zeer goed
Evolutie van de isolatienormen
- Vlaanderen
o 1992: 4cm
o 2010: 7cm
o 2012: 9cm
o 2014: 13cm
o Ondertussen al 16cm
▪ Geen plaats meer voor spouwruimte
• Kiezen voor andere uitwerking buitenspouwlaag
Isolatielaag
- Minerale wol
o “jasje” dat men in 1 laag rond het gebouw kan aanbrengen
- Moet continu zijn
- Ruimte tussen buitengevel en isolatie: spouw
o Buitengevel = esthetisch en beschermen van isolatie
Evolutie van de isolatienormen voor daken
- Dak = lichte constructie & dubbele constructie
,- Vlaanderen
o 1992: 8cm
o 2010: 11cm
o 2014: 14cm
- Dakisolatie altijd minerale wol (bij lichte, houten constructie)
o Thermisch isolerend & akoestisch absorberend
o Ook bij plat dak
▪ Niet bij plat dak in beton, enkel lichte constructies
Bouwfysische principes
- Geluid
- Licht
- Warmte
- Koude
- Ventilatie
➔ Ontwerpen zodat alle principes in gebouw geïntrigeerd zitten (integraal bouwfysisch)
Integrale toepassing gevelschil
- Stabiliteit: structurele integriteit onder verschillende belasting
- Akoestisch: isolatie
- Winddichting: windscherm (meestal folie)
- Waterdichtheid: waterscherm (folie of ‘verf’) 5 verschillende lagen in de gevel
- Thermisch: isolatie
- Luchtdichtheid: luchtscherm (dampscherm)
- Brandweerstand
- Gebouwschil
o Isolatie akoestisch
o Windscherm samen in 1 folie: onderdakfolie
o Waterscherm
o Isolatie thermisch
▪ Continu
• Zo niet: koude brug
o Luchtscherm/ dampscherm
▪ Langs binnenkant
▪ Dampscherm: volledig vlak
▪ Luchtscherm: soms enkel bij snijlijn van vlakken
Vocht
- Van buitenaf
o Microperforaties in onderdakfolie zodat water nog kan ontsnappen
▪ Zadeldaken: waterscherm = onderdakfolie
• Dakpannen beschermen maar deels tegen water
▪ Platte daken : waterscherm = dakdichting
• Geen microperforaties
• Impermeabel
o Gevelsteen zorgt al voor waterdichtheid
▪ Toch water binnen → folie
, o Freatisch wateroppervlak langs onder
▪ Extra beschermen met bitumineuze verf
- Langs de binnenkant
o Kan geen water meer uit
o Bij bouwen zorgen dat er zich geen waterdamp meer bevindt binnen
▪ Bouwen bij droge periodes
Akoestiek
- Parameter R (geluidsverzwakkingsindex)
- Harde constructieschil (dubbele muur, enkele muur)
- Zwakke plekken
o Vensters
o Deuren
o Kieren/ naden
o Lichte constructies (zadeldak, inadequate houten constructies, sandwichpanelen)
- Conflict met ventilatiesysteem A, B, C (dure oplossingen)
o Want perforatie in de gevel
- Geen conflict met stabiliteit
Winddichting
- Tegen stroming van buiten naar binnen
- Verhinderen vochtig worden en afkoeling van thermische isolatie van buitenaf
- Dichte constructieschil (gevelmuur, onderdak)
- Zwakke plekken
o Samenkomen dakvlak en gevel
o Aansluitingen scheidingsconstructies – gevel
o Deuren
o Kieren/ naden
o Thermische isolatie in spouw (waterdichting bij volle spouwvulling of luchtspouw bij
gedeeltelijke spouwvulling)
- Dampopen: ‘ademend’
- Geen conflict met akoestiek µ
- Onderdakfolie geplaatst op dakstructuur, onder tengellatten (verticaal) en panlatten
(horizontaal)
Waterdichting
- Langs de buitenkant
- Verhinderen vochtig worden van constructie (inwendig) door regen en sijpelwater (onderbouw)
en opstijgend vocht
- Dichte constructieschil (gevelmuur, dakbedekking- onderdak, polymeerfolies (DPC))
- Zwakke plekken
o Verbindingen vloer-muur
o Uitzettingsvoegen
o Kieren/naden
- Folie tussen spouwruimte en isolatie: polymeerfolie
o Waterinval bij opbouw
o Bij langdurige regen kan water door gevel sijpelen
o Weggevoerd via de folie → open stootvoeg
, o Deze folie ook boven ramen
o Bij zwembad vb. beton met polymeer gemengd voor meer waterdichtheid
▪ Water mag niet uit zwembad maar grondwater ook niet in zwembad
Thermisch
- Parameter λ (warmtegeleidingscoëfficiënt)
- Isolatiemateriaal met laagst mogelijke lambda en hoogste plaatsingscomfort = reële thermische
prestatie
- Thermisch isolerend product enkel als λ < 0.07
- W/mK
- Zwakke plekken
o Ventilatie
▪ 20-30% van warmteverlies
o Vensters
o Deuren
o Kieren/ naden
o Verbindingsvlakken tussen gevelvlakken
o Funderingsaanzet
o Dakranden
Bouwdetails
- Massief
o Fundering (plaat op volle grond)
(video 1, 1:09:16)
▪ Isolatie is geen minerale wol → stijve isolatieplaat (haaientanden op tekening)
Kwalitatieve eisen voor gebouw
- Comfort van de gebruiker
o Thermisch
o Akoestisch
o Testen doen
- Gezondheidsnoden van de gebruiker
o Psychologisch/fysisch
o Dummyramen voor psychologische redenen
- Duurzaamheid van de bouwconstructie
o Randvoorwaarden
▪ Ecologisch
• Geen nadelen op ecologisch vlak
• Ecologische materialen
▪ Economisch
• Budget beheersen
o Onderhoud van gebouw!!
▪ Sociologisch
• Culturele uitwisseling
o Link tussen 2 buurten
• Vb. brug, plein
o Toetscriteria
▪ Breean
• Vragenlijst met score
o 85-90% goed, 90-100% zeer goed
Evolutie van de isolatienormen
- Vlaanderen
o 1992: 4cm
o 2010: 7cm
o 2012: 9cm
o 2014: 13cm
o Ondertussen al 16cm
▪ Geen plaats meer voor spouwruimte
• Kiezen voor andere uitwerking buitenspouwlaag
Isolatielaag
- Minerale wol
o “jasje” dat men in 1 laag rond het gebouw kan aanbrengen
- Moet continu zijn
- Ruimte tussen buitengevel en isolatie: spouw
o Buitengevel = esthetisch en beschermen van isolatie
Evolutie van de isolatienormen voor daken
- Dak = lichte constructie & dubbele constructie
,- Vlaanderen
o 1992: 8cm
o 2010: 11cm
o 2014: 14cm
- Dakisolatie altijd minerale wol (bij lichte, houten constructie)
o Thermisch isolerend & akoestisch absorberend
o Ook bij plat dak
▪ Niet bij plat dak in beton, enkel lichte constructies
Bouwfysische principes
- Geluid
- Licht
- Warmte
- Koude
- Ventilatie
➔ Ontwerpen zodat alle principes in gebouw geïntrigeerd zitten (integraal bouwfysisch)
Integrale toepassing gevelschil
- Stabiliteit: structurele integriteit onder verschillende belasting
- Akoestisch: isolatie
- Winddichting: windscherm (meestal folie)
- Waterdichtheid: waterscherm (folie of ‘verf’) 5 verschillende lagen in de gevel
- Thermisch: isolatie
- Luchtdichtheid: luchtscherm (dampscherm)
- Brandweerstand
- Gebouwschil
o Isolatie akoestisch
o Windscherm samen in 1 folie: onderdakfolie
o Waterscherm
o Isolatie thermisch
▪ Continu
• Zo niet: koude brug
o Luchtscherm/ dampscherm
▪ Langs binnenkant
▪ Dampscherm: volledig vlak
▪ Luchtscherm: soms enkel bij snijlijn van vlakken
Vocht
- Van buitenaf
o Microperforaties in onderdakfolie zodat water nog kan ontsnappen
▪ Zadeldaken: waterscherm = onderdakfolie
• Dakpannen beschermen maar deels tegen water
▪ Platte daken : waterscherm = dakdichting
• Geen microperforaties
• Impermeabel
o Gevelsteen zorgt al voor waterdichtheid
▪ Toch water binnen → folie
, o Freatisch wateroppervlak langs onder
▪ Extra beschermen met bitumineuze verf
- Langs de binnenkant
o Kan geen water meer uit
o Bij bouwen zorgen dat er zich geen waterdamp meer bevindt binnen
▪ Bouwen bij droge periodes
Akoestiek
- Parameter R (geluidsverzwakkingsindex)
- Harde constructieschil (dubbele muur, enkele muur)
- Zwakke plekken
o Vensters
o Deuren
o Kieren/ naden
o Lichte constructies (zadeldak, inadequate houten constructies, sandwichpanelen)
- Conflict met ventilatiesysteem A, B, C (dure oplossingen)
o Want perforatie in de gevel
- Geen conflict met stabiliteit
Winddichting
- Tegen stroming van buiten naar binnen
- Verhinderen vochtig worden en afkoeling van thermische isolatie van buitenaf
- Dichte constructieschil (gevelmuur, onderdak)
- Zwakke plekken
o Samenkomen dakvlak en gevel
o Aansluitingen scheidingsconstructies – gevel
o Deuren
o Kieren/ naden
o Thermische isolatie in spouw (waterdichting bij volle spouwvulling of luchtspouw bij
gedeeltelijke spouwvulling)
- Dampopen: ‘ademend’
- Geen conflict met akoestiek µ
- Onderdakfolie geplaatst op dakstructuur, onder tengellatten (verticaal) en panlatten
(horizontaal)
Waterdichting
- Langs de buitenkant
- Verhinderen vochtig worden van constructie (inwendig) door regen en sijpelwater (onderbouw)
en opstijgend vocht
- Dichte constructieschil (gevelmuur, dakbedekking- onderdak, polymeerfolies (DPC))
- Zwakke plekken
o Verbindingen vloer-muur
o Uitzettingsvoegen
o Kieren/naden
- Folie tussen spouwruimte en isolatie: polymeerfolie
o Waterinval bij opbouw
o Bij langdurige regen kan water door gevel sijpelen
o Weggevoerd via de folie → open stootvoeg
, o Deze folie ook boven ramen
o Bij zwembad vb. beton met polymeer gemengd voor meer waterdichtheid
▪ Water mag niet uit zwembad maar grondwater ook niet in zwembad
Thermisch
- Parameter λ (warmtegeleidingscoëfficiënt)
- Isolatiemateriaal met laagst mogelijke lambda en hoogste plaatsingscomfort = reële thermische
prestatie
- Thermisch isolerend product enkel als λ < 0.07
- W/mK
- Zwakke plekken
o Ventilatie
▪ 20-30% van warmteverlies
o Vensters
o Deuren
o Kieren/ naden
o Verbindingsvlakken tussen gevelvlakken
o Funderingsaanzet
o Dakranden
Bouwdetails
- Massief
o Fundering (plaat op volle grond)
(video 1, 1:09:16)
▪ Isolatie is geen minerale wol → stijve isolatieplaat (haaientanden op tekening)