1. Interfase als voorbereiding op de celdelingsfase
• Interfase:
- hoge metabolische activiteit.
- G1: prot & nucleotiden gesynthetiseerd
- S-fase: cel voorbereiden voor celdeling: DNA-replicatie -> tot dubbele
hoeveelheid = DNA-replicatie (daarna vorming chormosomen)
- G2: voorbereiding mitose: verdubbeling centriolen..
• Celdelingsfase:
- DNA verdelen onder dochtercellen. (pro-meta-ana-telofase, cytokinese)
1.1 Verloop van DNA-replicatie
• DNA-replicatie: complex proces, gestuurd door arsenaal van enzymen.
1.1.1 start van DNA-replicatie en werking van DNA-helicase
• Begin van replicatie: op bepaalde plaatsen met AT-rijke basenparingen,
want 2 H-bruggen = makkelijker los te maken.
• het gebeurt op meerdere plaatsen tegelijk .
• DNA-helicase (enzym): verbreekt H-bruggen -> strengen tussen basen
stukje uit elkaar -> ontstaan replicatievorken -> 2 open strengen vormen
replicatielussen
• Replicatievorken = punten waar de DNA dubbele helix zich replicatielus
gaffelvormig splitst in 2 enkele strengen.
1.1.2 werking van DNA-polymerasen
• DNA-polymerasen: enzym dat nieuwe nucleotiden aanhecht op een bastaande DNA-enkelstreng.
- hecht zich aan waar de twee strengen uit elkaar gegaan zijn 3' -> hecht nieuwe nucleotiden aan in 5' naar 3'
- complementaire basenparing = cruciale rol!
• Eigenschappen DNA-polymerasen:
1) werken enkele in 1 richting, nieuwe streng opgebouwd: 5' naar 3', dus op oude streng 3' naar 5'.
2) werken zeer snel & secuur. Minder dan 1 fout per miljoen aangehechte nucleotiden.
3) sommigen: herstelenzymen: hun stappen terug te keren om foutive nucleotiden te verwijderen.
• Originele 3' naar 5' streng: DNA-polymerase gaat binnen zone
van replicatielus continu nucleotide na nucleotide aanhechten,
zonder onderbreking. Van lus naar vork.
• Originele 5' naar 3' streng: 3'-einde aan de kant van
replicatievork.
- nucleotiden aanbrengen in tegengestelde richting van het
opengaan van de strengen.
- enzym werkzaam vanaf replicatievork: stukje synthetiseren ->
sprongetje in richting replicatievork -> volgend stukje ->
blokkeert op 5'-einde van vorige fragment = nieuwe streng
discontinu, kleine stukjes met onderbrekingen
1.1.3 werking van DNA-ligase
• DNA-ligase: aaneenplakken van okazaki-fragmenten om zo doorlopende suiker-fosfaatruggengraat te
hebben. (Replicatie van de originele 5' naar 3' streng. DNA-helicase moet altijd sprongetje doen.)
1.2 Resultaat van DNA-replicatie
• DNA-molecule volledig gerepliceerd:
- 2 nieuwe DNA-moleculen zijn ontstaan
- basensequentie van nieuwe DNA-moleculen zijn
onderling identiek en identiek aan de oorspronkelijke
DNA-molecule, want op elke oude streng is een
complementaire nieuwe streng gebouwd.
• DNA-replicatie = semiconservatief: specifieke
werking DNA-polymerase -> nieuwe DNA-molecule
uit 1 oude en 1 nieuwe streng.
celdeling Page 1
• Interfase:
- hoge metabolische activiteit.
- G1: prot & nucleotiden gesynthetiseerd
- S-fase: cel voorbereiden voor celdeling: DNA-replicatie -> tot dubbele
hoeveelheid = DNA-replicatie (daarna vorming chormosomen)
- G2: voorbereiding mitose: verdubbeling centriolen..
• Celdelingsfase:
- DNA verdelen onder dochtercellen. (pro-meta-ana-telofase, cytokinese)
1.1 Verloop van DNA-replicatie
• DNA-replicatie: complex proces, gestuurd door arsenaal van enzymen.
1.1.1 start van DNA-replicatie en werking van DNA-helicase
• Begin van replicatie: op bepaalde plaatsen met AT-rijke basenparingen,
want 2 H-bruggen = makkelijker los te maken.
• het gebeurt op meerdere plaatsen tegelijk .
• DNA-helicase (enzym): verbreekt H-bruggen -> strengen tussen basen
stukje uit elkaar -> ontstaan replicatievorken -> 2 open strengen vormen
replicatielussen
• Replicatievorken = punten waar de DNA dubbele helix zich replicatielus
gaffelvormig splitst in 2 enkele strengen.
1.1.2 werking van DNA-polymerasen
• DNA-polymerasen: enzym dat nieuwe nucleotiden aanhecht op een bastaande DNA-enkelstreng.
- hecht zich aan waar de twee strengen uit elkaar gegaan zijn 3' -> hecht nieuwe nucleotiden aan in 5' naar 3'
- complementaire basenparing = cruciale rol!
• Eigenschappen DNA-polymerasen:
1) werken enkele in 1 richting, nieuwe streng opgebouwd: 5' naar 3', dus op oude streng 3' naar 5'.
2) werken zeer snel & secuur. Minder dan 1 fout per miljoen aangehechte nucleotiden.
3) sommigen: herstelenzymen: hun stappen terug te keren om foutive nucleotiden te verwijderen.
• Originele 3' naar 5' streng: DNA-polymerase gaat binnen zone
van replicatielus continu nucleotide na nucleotide aanhechten,
zonder onderbreking. Van lus naar vork.
• Originele 5' naar 3' streng: 3'-einde aan de kant van
replicatievork.
- nucleotiden aanbrengen in tegengestelde richting van het
opengaan van de strengen.
- enzym werkzaam vanaf replicatievork: stukje synthetiseren ->
sprongetje in richting replicatievork -> volgend stukje ->
blokkeert op 5'-einde van vorige fragment = nieuwe streng
discontinu, kleine stukjes met onderbrekingen
1.1.3 werking van DNA-ligase
• DNA-ligase: aaneenplakken van okazaki-fragmenten om zo doorlopende suiker-fosfaatruggengraat te
hebben. (Replicatie van de originele 5' naar 3' streng. DNA-helicase moet altijd sprongetje doen.)
1.2 Resultaat van DNA-replicatie
• DNA-molecule volledig gerepliceerd:
- 2 nieuwe DNA-moleculen zijn ontstaan
- basensequentie van nieuwe DNA-moleculen zijn
onderling identiek en identiek aan de oorspronkelijke
DNA-molecule, want op elke oude streng is een
complementaire nieuwe streng gebouwd.
• DNA-replicatie = semiconservatief: specifieke
werking DNA-polymerase -> nieuwe DNA-molecule
uit 1 oude en 1 nieuwe streng.
celdeling Page 1