100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached 4.2 TrustPilot
logo-home
Summary

Samenvatting Prof-i-leren 1: Taal (AP Hogeschool)

Rating
-
Sold
-
Pages
23
Uploaded on
12-06-2022
Written in
2019/2020

Dit is een samenvatting van Prof-i-leren 1: Taal. Dit opleidingsonderdeel wordt gegeven in het eerste semester van de lerarenopleiding secundair onderwijs aan AP Hogeschool. In deze samenvatting komen volgende onderdelen aan bod: - Basistaalvaardigheid: terminologie woordleer, onbepaalde woorden, basis van zinsleer, passiefconstructie, hoofdlettergebruik, los/aaneen/koppelteken, bezitsvorm, kommagebruik, aanhalingstekens en andere leestekens - Netiquette - Taalgericht lesgeven: 13 taaldoelen - Schooltaal - Schriftelijk vragen formuleren - Professioneel taalgebruik: te vermijden taalfouten, tekstopbouw, register, referent, antecedent en verwijswoorden, formuleren - Lezen: leesstrategieën, teksten samenvatten - Schrijven als taaldoel

Show more Read less
Institution
Module










Whoops! We can’t load your doc right now. Try again or contact support.

Written for

Institution
Study
Module

Document information

Uploaded on
June 12, 2022
Number of pages
23
Written in
2019/2020
Type
Summary

Subjects

Content preview

Prof-i-leren 1: taal examen 10/01/2020 2019 - 2020


PROF-I-LEREN 1: TAAL
BASISTAALVAARDIGHEID

1. Terminologie
term wat?
 bepaald: de, het
lidwoord
 onbepaald: een
om te verwijzen naar zaken:
zelfstandig
 mannelijk/vrouwelijk: ‘de’ onzijdig: ‘het’
naamwoord
 kan je diminutief (verkleinwoord) van maken
(substantief)
 sommige hebben geen meervoud of enkelvoud
geeft extra informatie over het substantief:
1) bijvoeglijk gebruik: staat voor substantief
bijvoeglijk naamwoord 2) predicatief gebruik: onderwerp + koppelww. + adj.
(adjectief) (passen zich niet aan het genus substantief aan)
 comparatief: vergrotende trap, bv. ‘mooier’
 superlatief: overtreffende trap, bv. ‘het mooist’
geeft extra informatie over werkwoord, adjectief, ander
bijwoord of telwoord
 plaats: op, er, ergens
 tijd: al, binnenkort, even
 frequentie: meestal, nooit
bijwoord
 waarschijnlijkheid: inderdaad, misschien, niet
 structurerende bijwoorden (signaalwoorden): om
verhaal logisch te ordenen
 voornaamwoordelijke bijwoorden (verwijswoorden):
“daar”/”hier” + voorzetsel
voornaamwoord wordt gebruikt om een persoon of zaak te vervangen
drukt uit welke handeling er gebeurt
 infinitief: onvervoegde werkwoord
 stam: infinitief – ‘en’
 congruentie: aanpassing aan getal en geslacht van ond.
werkwoord o dit/dat/het/deze/die + koppelww  aanpassen
aan het gezegde
o ‘iedereen’, ‘de helft’, ‘50%’  enkelvoud
o ‘een aantal’  enkv. of mv.
o ‘zowel … als …’  enkv., tenzij 1 groep mv. is
onveranderlijke woorden die aangeven waar een
object/persoon zich bevindt ten opzichte van een ander: aan,
voorzetsel (prepositie) achter, af, beneden, bij, binnen, boven, door, in, langs, met, na,
naar, naast, om, onder, op, over, per, rond, sinds, te, tegen,
tegenover, tijdens, tot, tussen, uit, via, volgens, voor en zonder

,Prof-i-leren 1: taal examen 10/01/2020 2019 - 2020


2. De “onbepaalde woorden”
 de meeste/de meesten: je gebruikt enkel de variant met ‘-
n’ wanneer je verwijst naar personen in het meervoud én
het woord niet gevolgd wordt door een substantief
fout tegen het
 veel/vele: ‘vele’ is niet fout, maar te formeel
onbepaald telwoord
 vele/velen: je gebruikt enkel de variant met ‘-n’ wanneer je
verwijst naar personen in het meervoud én het woord niet
gevolgd wordt door een substantief
 allen en alles: nooit bij een substantief plaatsen (“alle
allen, alles en iedereen mensen”)
 iedereen: gecombineerd met 3de persoon enkv.
iets, niets, veel wat, als je een adjectief plaatst na ‘iets’, ‘niets’, ‘wat’, ‘veel’, ‘weinig’
weinig en ‘al’  adjectief + ‘-s’
 heel (bijwoord van graad): bij adjectief of bijwoord
heel en veel
 veel (onb. hoofdtelwoord): hoeveelheden aangeven
3. De basis van zinsleer
valentie van het werkwoord

zerovalent bijkomend element nodig, maar
Het regent.
werkwoord betekenisloos
monovalent
bijkomend element nodig (onderwerp) Jan voetbalt.
werkwoord
divalent twee bijkomende elementen nodig Jan is snel.
werkwoord (onderwerp + LV of gezegde) Jan koopt een nieuwe jas.
trivalent drie bijkomende elementen nodig Jan geeft de nieuwe jas aan
werkwoord (onderwerp + LV/gezegde + MV) zijn broertje.

kern: de grammaticale basis van de zin
satellieten: alles war je na de kern toevoegt (meestal bijwoordelijke bepalingen tijd/ruimte/…)
(Jan voetbal) = kern + satelliet (vanavond) OF (vanavond)(voetbalt Jan).

, Prof-i-leren 1: taal examen 10/01/2020 2019 - 2020


4. De passiefconstructie
passiefconstructie: nadruk op de actie, niet op het onderwerp
om een actieve zin passief te maken:
 LV van actieve zin wordt het onderwerp van de passieve zin
 werkwoord van actieve zin wordt uitgebreid met: ‘worden’ of ‘zijn’ + voltooid
deelwoord van oorspronkelijk werkwoord
 onderwerp van actieve zin  handelend voorwerp (‘door …’)
Actieve zin Passieve zin
Onvoltooid
Wij lezen het boek. Het boek wordt gelezen.
tegenwoordige tijd
Onvoltooid verleden
Wij lazen het boek. Het boek werd gelezen.
tijd
Onvoltooid
Ze zullen het boek lezen. Het boek zal gelezen worden.
toekomende tijd
Onvoltooid verleden
toekomende tijd We zouden het boek lezen. Het boek zou gelezen worden.
(conditionalis)
Voltooid
We hebben het boek gelezen. Het boek is gelezen.
tegenwoordige tijd
Voltooid verleden
We hadden het boek gelezen. Het boek was gelezen.
tijd
Voltooid
We zullen het boek gelezen hebben. Het boek zal gelezen zijn.
toekomende tijd
Voltooid verleden
We zouden het boek gelezen hebben. Het boek zou gelezen zijn.
toekomende tijd

5. Hoofdlettergebruik
begin van de zin Hij vroeg of ik zijn bal heb.
Karel
persoonsnamen (+ samenstellingen)
Monroeachtig
aardrijkskundige plaatsen (+ Roquefort
afleidingen) Rubensstraat

soortnamen NIET een roquefort (kaas)
eigennamen
merken Coca-Cola
instellingen het Vlaams Parlement
acroniemen (letters apart) De VRT
titels Game of Thrones
officiële feestdagen Kerst(dag)
(NIET samenstellingen) kerstvakantie
uit respect God, Zijne Majesteit de Koning, …

Get to know the seller

Seller avatar
Reputation scores are based on the amount of documents a seller has sold for a fee and the reviews they have received for those documents. There are three levels: Bronze, Silver and Gold. The better the reputation, the more your can rely on the quality of the sellers work.
wenkehelsen Universiteit Antwerpen
Follow You need to be logged in order to follow users or courses
Sold
14
Member since
3 year
Number of followers
9
Documents
26
Last sold
4 months ago

4.7

3 reviews

5
2
4
1
3
0
2
0
1
0

Recently viewed by you

Why students choose Stuvia

Created by fellow students, verified by reviews

Quality you can trust: written by students who passed their exams and reviewed by others who've used these revision notes.

Didn't get what you expected? Choose another document

No problem! You can straightaway pick a different document that better suits what you're after.

Pay as you like, start learning straight away

No subscription, no commitments. Pay the way you're used to via credit card and download your PDF document instantly.

Student with book image

“Bought, downloaded, and smashed it. It really can be that simple.”

Alisha Student

Frequently asked questions