3 typen spierweefsel:
- Skeletspierweefsel ( Dwarsgestreept spierweefsel)
Kenmerken:
Een streping in donkere en lichtere kleuring dwars op de
lengterichting van de spiervezel. Meerdere kernen per vezel
Langgerekte spiervezels ( myofibrillen)
Snelle samentrekking
Snel moe
Willekeurige werking ( animale zenuwstelsel)
De streping komt door de ligging en verdeling van dikke en dunne filamenten in de
spiervezel. Soms alleen dik, soms alleen dun, en soms allebei zichtbaar.
Waar:
In skeletspieren, spieren waarmee wij het skelet kunnen bewegen
- Hartspierweefsel
Kenmerken:
Netwerk van spierweefsels
Werkt permanent en intensief
Niet snel moe
Veel zuurstof nodig
Onwillekeurige werking (autonome zenuwstelsel)
Dwars en glad spierweefsel door elkaar
Waar:
In het myocard (hartspier)
- Gladspierweefsel
Kenmerken:
Spoelvormige vezels
Langzame samentrekking
Niet snel moe
Onwillekeurige werking ( autonome zenuwstelsel)
Alleen gladspierweefsel, kleiring is in de
lengterichting van de spiervezel
Waar:
Om de organen heen (maag, darmen, luchtpijp ect.)
, Epimysium: Bindweefsel om de hele spier
Perimysium Bindweefsel om een spierbundel
Endomisyium: Bindweefsel om een spiervezel
Mitochondria: Energiefabrieken in de spier, hier wordt ATP gemaakt
Nucleus (celkern): Opslag van DNA
Sarcolemma: Dunne elastische membraan rondom elke spiervezel (celwand)
Sarcoplasma:
Vloeistof in de spiervezel
Vloeistof die spierfibrillen omspoelt en is het cytoplasma van een spiervezel
Sarcopaslmatisch reticulum (SR):
Neemt calcium op en laat het vrij.
Netwerk van buisjes om myofibrillen heen
Calcium kan worden vrij gegeven de spier in bij een zenuwprikkel
Myofibril en sarcomeren
De myofibrillen zijn de contractiele elementen van de spier. Een myofibril is opgebouwd uit
sarcomeren. Eén sarcomeer is de kleinste functionele eenheid van de spier.
Een sarcomeer is opgebouwd uit dunne en dikke filamenten.
Troponine
Actine Tropomyosine
- Skeletspierweefsel ( Dwarsgestreept spierweefsel)
Kenmerken:
Een streping in donkere en lichtere kleuring dwars op de
lengterichting van de spiervezel. Meerdere kernen per vezel
Langgerekte spiervezels ( myofibrillen)
Snelle samentrekking
Snel moe
Willekeurige werking ( animale zenuwstelsel)
De streping komt door de ligging en verdeling van dikke en dunne filamenten in de
spiervezel. Soms alleen dik, soms alleen dun, en soms allebei zichtbaar.
Waar:
In skeletspieren, spieren waarmee wij het skelet kunnen bewegen
- Hartspierweefsel
Kenmerken:
Netwerk van spierweefsels
Werkt permanent en intensief
Niet snel moe
Veel zuurstof nodig
Onwillekeurige werking (autonome zenuwstelsel)
Dwars en glad spierweefsel door elkaar
Waar:
In het myocard (hartspier)
- Gladspierweefsel
Kenmerken:
Spoelvormige vezels
Langzame samentrekking
Niet snel moe
Onwillekeurige werking ( autonome zenuwstelsel)
Alleen gladspierweefsel, kleiring is in de
lengterichting van de spiervezel
Waar:
Om de organen heen (maag, darmen, luchtpijp ect.)
, Epimysium: Bindweefsel om de hele spier
Perimysium Bindweefsel om een spierbundel
Endomisyium: Bindweefsel om een spiervezel
Mitochondria: Energiefabrieken in de spier, hier wordt ATP gemaakt
Nucleus (celkern): Opslag van DNA
Sarcolemma: Dunne elastische membraan rondom elke spiervezel (celwand)
Sarcoplasma:
Vloeistof in de spiervezel
Vloeistof die spierfibrillen omspoelt en is het cytoplasma van een spiervezel
Sarcopaslmatisch reticulum (SR):
Neemt calcium op en laat het vrij.
Netwerk van buisjes om myofibrillen heen
Calcium kan worden vrij gegeven de spier in bij een zenuwprikkel
Myofibril en sarcomeren
De myofibrillen zijn de contractiele elementen van de spier. Een myofibril is opgebouwd uit
sarcomeren. Eén sarcomeer is de kleinste functionele eenheid van de spier.
Een sarcomeer is opgebouwd uit dunne en dikke filamenten.
Troponine
Actine Tropomyosine