INLEIDING IN DE
GEDRAGSNEUROWETENSCHAPPEN
HOOFDSTUK 1: PERIFEER EN CENTRAAL ZENUWSTELSEL
CELLEN, WEEFSELS EN ORGANEN
Andries Van Wesel (1514-1564) à gelatiniseerde naam: Andreas Vesalius
• Beschouwd als een van de grootste anatomen aller tijde à precieze beschrijvingen en
tekeningen van het menselijk lichaam, inclusief hersenen en zenuwstelsel
• Verzette zich tegen het idee dat de menselijke ziel verblijft in de ventrikels van de hersenen
• Hersenen als belangrijkste orgaan voor intelligentie en bewegings- en waarnemings-
vermogen
Anatomie: is de biologische studie van de morfologie of bouw van organismen.
Orgaanstelsel: bestaat uit verschillende organen die functioneel samenwerken. Bv.:
spijsverteringstelsel à de slokdarm, de maag, de lever, enz.
Organen: onderdelen van het lichaam met een specifieke functie, die opgebouwd zijn uit
verschillende weefseltypes.
Weefsel: verzamelingen van gespecialiseerde cellen die een gemeenschappelijke functie
vervullen in het lichaam. Histologie à weefselleer (opbouw van de weefsels). Bestaat uit 3
componenten:
1. Cellen
2. Intercellulaire substantie
3. Weefselvocht
Fysiologie: de studie van de levensprocessen die zich afspelen in levende wezens. Die
levensprocessen zijn gebaseerd op de chemische samenwerking tussen vele verschillende
structurele en functionele moleculen (biochemie).
Structuur en functie van het zenuwstelsel:
Anatomie à Neuroanatomie
Histologie We kijken naar structuur
à Neurohistologie
Fysiologie We kijken naar de functie à Neurofysiologie
1
, DELEN VAN HET ZENUWSTELSEL
Op algemene anatomisch niveau bestaat het menselijke zenuwstelsel uit:
• Centrale zenuwstelsel: omvat de hersenen en het ruggenmerg.
• Perifere zenuwstelsel: alle zenuwcellen (neuronen) of zenuwuitlopers buiten de hersenen
of het ruggenmerg.
Bundels van zenuwuitlopers vormen een netwerk van zenuwen over het hele lichaam. Het
centrale zenuwstelsel ontvangt en continue stroom van info van externe en interne oorsprong.
Afferente zenuwen van het perifere zenuwstelsel à voeren info aan en die zintuigcellen in
verschillende organen en weefsels met het centrale zenuwstelsel verbinden.
- Sensorisch van aard en vervoeren info vanuit de zintuigreceptoren in het lichaam naar
het centrale zenuwstelsel.
Efferente zenuwen van het perifere zenuwstelsel à wegvoeren van info, deze sturen prikkels
vanuit het centrale zenuwstelsel naar de rest van het lichaam.
- Motorisch en transporteren impulsen van het centrale zenuwstelsel naar de spieren.
Perifere zenuwstelsel:
• Autonome gedeelte: staat in voor de neuronale connecties naar klieren en gladde
spieren van de inwendige organen.
• Somatische gedeelte: omvat efferente en afferente zenuwen, die ervoor zorgen dat
sensorische en motorische prikkels van en naar het centrale zenuwstelsel worden geleid.
Craniale zenuwen: zenuwen die ontspringen in de hersenen. à ofwel gemend, ofwel
uitsluitend motorisch of sensorisch.
Spinale zenuwen: craniale zenuwen in verbinding met het ruggenmerg. à gemengd sensorisch
en motorisch.
Menselijke
zenuwstelsel
Centraal Perifere
zenuwstelsel zenuwstelsel
Somatische Autonoom
Hersenen Ruggenmerg
zenuwstelsel zenuwstelsel
Sympathische Parasympathische Enterisch
Telencephalon Diencephalon Hersenstam Cerebellum
zenuwstelsel zenuwstelsel zenuwstelsel
Medulla Pons Mesencephalon
2
, ZENUWSTELSEL IN BEELD
De verschillende assen die men gebruikt om de hersenen te
bekijken:
• Rostraal: in de richting van de neus
• Caudaal: in de richting van de voeten
• Ventraal of anterieur: aan de voorzijde van het lichaam
• Dorsaal of posterieur: aan de achterzijde van het lichaam
• Lateraal: posities die zich aan de zijkant bevinden
Naast verschillende assen kennen we ook verschillende
snijvlakken of doorsneden:
• Coronale vlak: het verticale vlak dat loopt van het ene oor
tot het andere
• Horizontale doorsnede: loopt van oor tot oor maar staat
loodrecht op het coronale vlak
• Sagittale doorsnede: volgt een verticaal vlak, dat de
hersenen van voren naar achteren doorsnijdt en de linker- en
rechterhelft van het zenuwstelsel scheidt
à spiegelt de twee helften van het zenuwstelsel, dat
bilateraal symmetrisch is.
VERSCHILLENDE DELEN VAN HET CENTRALE ZENUWSTELSEL
Naar schatting bevatten onze hersenen circa 100 miljard zenuwcellen en wegen volwassen
hersenen ongeveer 1,5 kg.
In het centrale zenuwstelsel onderscheiden we 2 soorten hersenweefsel:
• Witte stof: bestaat uit zenuwverbindingen
• Grijze stof: de cellichamen van de zenuwcellen à de buitenste schorslaag (cortex) van
verschillende hersendelen en in de diepte van de hersenen zitten keren van grijze stof, die
specifieke functies vervullen.
Van rostraal naar caudaal onderscheiden we verschillende grote delen van de hersenen, die niet
alleen anatomisch maar ook functioneel van elkaar verschillen.
De hersenen worden beschermd door:
• Hersenvliezen
• Bot van de schedel
3
, Het centrale zenuwstelsel
Telencephalon: helemaal vooraan in de hersenen, het
grootste deel van de menselijke hersenen dat de
cerebrale hemisferen omvat.
Diencephalon (tussenhersenen): komt na de
telencephalon en vormt daarmee de prosencephalon
(voorhersenen).
Mesencephalon (middenhersenen): eerste stukje van
de hersenstam.
De hersenstam bestaat verder uit pons en medulla
oblongata.
Cerebellum (kleine hersenen): zit aangehecht op de hersenstam en is ook
intens verbonden met hersenstamkernen.
De meest caudale delen van de hersenen sluiten aan op het ruggenmerg.
Hersenstam gaat over in ruggenmerg (medulla spinalis) à wordt omringd
door ruggenmergvliezen en ruggenwervels.
Noot: menselijke ruggenmerg is 40-45 cm lang en heeft een doorsnede van circa
1 cm.
TELECEPHALON
à (of grote hersenen), bestaat uit 2 hersenhemisferen die verbonden zijn via het corpus
callosum en gescheiden wordend door de grote longitudinale fissuur.
De buitenkant van de hemisferen wordt gevormd door de cerebrale
cortex à het corticale oppervlak = sterk geplooid en bevat groeven
en diepe groeven (sulcus, fissuur) en windingen (gyrus).
Onder de hersenschors zit de witte stof van de zenuwvezels. à
bestaat uit de uitlopers van neuronen (axonen of zenuwvezels), die
info van en naar de cortex transporteren en die georganiseerd zijn
in zenuwbanen (baan of tractus).
Cerebrale cortex (hersenschors): laag van grijze stof die veel
bloedvaten en cellichamen van cerebrale zenuwcellen bevat en
bestaat uit 6 lagen.
De verschillende soorten vezels:
• Associatievezels: verbinden de verschillende delen van de
cortex binnen dezelfde hemisfeer.
• Communicatievezels: verbinden de twee hersenhemisferen.
à grootste is de corpus callosum, dat de twee hersenhelften verbindt.
• Projectievezels: verzorgen de verbindingen tussen de hersenstam en de cortex.
4
GEDRAGSNEUROWETENSCHAPPEN
HOOFDSTUK 1: PERIFEER EN CENTRAAL ZENUWSTELSEL
CELLEN, WEEFSELS EN ORGANEN
Andries Van Wesel (1514-1564) à gelatiniseerde naam: Andreas Vesalius
• Beschouwd als een van de grootste anatomen aller tijde à precieze beschrijvingen en
tekeningen van het menselijk lichaam, inclusief hersenen en zenuwstelsel
• Verzette zich tegen het idee dat de menselijke ziel verblijft in de ventrikels van de hersenen
• Hersenen als belangrijkste orgaan voor intelligentie en bewegings- en waarnemings-
vermogen
Anatomie: is de biologische studie van de morfologie of bouw van organismen.
Orgaanstelsel: bestaat uit verschillende organen die functioneel samenwerken. Bv.:
spijsverteringstelsel à de slokdarm, de maag, de lever, enz.
Organen: onderdelen van het lichaam met een specifieke functie, die opgebouwd zijn uit
verschillende weefseltypes.
Weefsel: verzamelingen van gespecialiseerde cellen die een gemeenschappelijke functie
vervullen in het lichaam. Histologie à weefselleer (opbouw van de weefsels). Bestaat uit 3
componenten:
1. Cellen
2. Intercellulaire substantie
3. Weefselvocht
Fysiologie: de studie van de levensprocessen die zich afspelen in levende wezens. Die
levensprocessen zijn gebaseerd op de chemische samenwerking tussen vele verschillende
structurele en functionele moleculen (biochemie).
Structuur en functie van het zenuwstelsel:
Anatomie à Neuroanatomie
Histologie We kijken naar structuur
à Neurohistologie
Fysiologie We kijken naar de functie à Neurofysiologie
1
, DELEN VAN HET ZENUWSTELSEL
Op algemene anatomisch niveau bestaat het menselijke zenuwstelsel uit:
• Centrale zenuwstelsel: omvat de hersenen en het ruggenmerg.
• Perifere zenuwstelsel: alle zenuwcellen (neuronen) of zenuwuitlopers buiten de hersenen
of het ruggenmerg.
Bundels van zenuwuitlopers vormen een netwerk van zenuwen over het hele lichaam. Het
centrale zenuwstelsel ontvangt en continue stroom van info van externe en interne oorsprong.
Afferente zenuwen van het perifere zenuwstelsel à voeren info aan en die zintuigcellen in
verschillende organen en weefsels met het centrale zenuwstelsel verbinden.
- Sensorisch van aard en vervoeren info vanuit de zintuigreceptoren in het lichaam naar
het centrale zenuwstelsel.
Efferente zenuwen van het perifere zenuwstelsel à wegvoeren van info, deze sturen prikkels
vanuit het centrale zenuwstelsel naar de rest van het lichaam.
- Motorisch en transporteren impulsen van het centrale zenuwstelsel naar de spieren.
Perifere zenuwstelsel:
• Autonome gedeelte: staat in voor de neuronale connecties naar klieren en gladde
spieren van de inwendige organen.
• Somatische gedeelte: omvat efferente en afferente zenuwen, die ervoor zorgen dat
sensorische en motorische prikkels van en naar het centrale zenuwstelsel worden geleid.
Craniale zenuwen: zenuwen die ontspringen in de hersenen. à ofwel gemend, ofwel
uitsluitend motorisch of sensorisch.
Spinale zenuwen: craniale zenuwen in verbinding met het ruggenmerg. à gemengd sensorisch
en motorisch.
Menselijke
zenuwstelsel
Centraal Perifere
zenuwstelsel zenuwstelsel
Somatische Autonoom
Hersenen Ruggenmerg
zenuwstelsel zenuwstelsel
Sympathische Parasympathische Enterisch
Telencephalon Diencephalon Hersenstam Cerebellum
zenuwstelsel zenuwstelsel zenuwstelsel
Medulla Pons Mesencephalon
2
, ZENUWSTELSEL IN BEELD
De verschillende assen die men gebruikt om de hersenen te
bekijken:
• Rostraal: in de richting van de neus
• Caudaal: in de richting van de voeten
• Ventraal of anterieur: aan de voorzijde van het lichaam
• Dorsaal of posterieur: aan de achterzijde van het lichaam
• Lateraal: posities die zich aan de zijkant bevinden
Naast verschillende assen kennen we ook verschillende
snijvlakken of doorsneden:
• Coronale vlak: het verticale vlak dat loopt van het ene oor
tot het andere
• Horizontale doorsnede: loopt van oor tot oor maar staat
loodrecht op het coronale vlak
• Sagittale doorsnede: volgt een verticaal vlak, dat de
hersenen van voren naar achteren doorsnijdt en de linker- en
rechterhelft van het zenuwstelsel scheidt
à spiegelt de twee helften van het zenuwstelsel, dat
bilateraal symmetrisch is.
VERSCHILLENDE DELEN VAN HET CENTRALE ZENUWSTELSEL
Naar schatting bevatten onze hersenen circa 100 miljard zenuwcellen en wegen volwassen
hersenen ongeveer 1,5 kg.
In het centrale zenuwstelsel onderscheiden we 2 soorten hersenweefsel:
• Witte stof: bestaat uit zenuwverbindingen
• Grijze stof: de cellichamen van de zenuwcellen à de buitenste schorslaag (cortex) van
verschillende hersendelen en in de diepte van de hersenen zitten keren van grijze stof, die
specifieke functies vervullen.
Van rostraal naar caudaal onderscheiden we verschillende grote delen van de hersenen, die niet
alleen anatomisch maar ook functioneel van elkaar verschillen.
De hersenen worden beschermd door:
• Hersenvliezen
• Bot van de schedel
3
, Het centrale zenuwstelsel
Telencephalon: helemaal vooraan in de hersenen, het
grootste deel van de menselijke hersenen dat de
cerebrale hemisferen omvat.
Diencephalon (tussenhersenen): komt na de
telencephalon en vormt daarmee de prosencephalon
(voorhersenen).
Mesencephalon (middenhersenen): eerste stukje van
de hersenstam.
De hersenstam bestaat verder uit pons en medulla
oblongata.
Cerebellum (kleine hersenen): zit aangehecht op de hersenstam en is ook
intens verbonden met hersenstamkernen.
De meest caudale delen van de hersenen sluiten aan op het ruggenmerg.
Hersenstam gaat over in ruggenmerg (medulla spinalis) à wordt omringd
door ruggenmergvliezen en ruggenwervels.
Noot: menselijke ruggenmerg is 40-45 cm lang en heeft een doorsnede van circa
1 cm.
TELECEPHALON
à (of grote hersenen), bestaat uit 2 hersenhemisferen die verbonden zijn via het corpus
callosum en gescheiden wordend door de grote longitudinale fissuur.
De buitenkant van de hemisferen wordt gevormd door de cerebrale
cortex à het corticale oppervlak = sterk geplooid en bevat groeven
en diepe groeven (sulcus, fissuur) en windingen (gyrus).
Onder de hersenschors zit de witte stof van de zenuwvezels. à
bestaat uit de uitlopers van neuronen (axonen of zenuwvezels), die
info van en naar de cortex transporteren en die georganiseerd zijn
in zenuwbanen (baan of tractus).
Cerebrale cortex (hersenschors): laag van grijze stof die veel
bloedvaten en cellichamen van cerebrale zenuwcellen bevat en
bestaat uit 6 lagen.
De verschillende soorten vezels:
• Associatievezels: verbinden de verschillende delen van de
cortex binnen dezelfde hemisfeer.
• Communicatievezels: verbinden de twee hersenhemisferen.
à grootste is de corpus callosum, dat de twee hersenhelften verbindt.
• Projectievezels: verzorgen de verbindingen tussen de hersenstam en de cortex.
4