1. Algemene structuur vd prokaryote cel 1
2. Algemene structuur vd eukaryote cel 1
3. Structuur en functie bij virussen en andere primitieve organismen 2
4. Structuur en functie vd biologische membranen 3
5. Structuur en functie vd celorganellen en andere celcomponenten 3
5.1 De kernzone bij de prokaryoten. De kern bij de eukaryoten. 3
Kernzone bij prokaryoten 4
Kern bij Eukaryoten 4
5.2 Celoppervlak: celmembraan bij dierlijke cellen en de celwand bij bacteriële, fungus- en
plantaardige cellen 5
1) Celmembraan of glycocalyx bij dierlijke cellen 5
2) De celwand bij bacteriële cellen 5
3) De celwand bij funguscellen 5
4) De celwand bij plantencellen 5
5.3 De plasmamembranen of plasmalemma 7
5.4 Intercellulaire juncties 7
Kanaaljuncties 7
Desmosomen 7
Dichte juncties 7
5.5 De mitochondriën 8
5.6 De plastiden: proplastiden, chloroplasten, amyloplasten en chromoplasten 8
Chloroplasten 8
Amyloplasten 9
Chromoplasten 9
Interconversie van plastiden 9
5.7 Het endoplasmatisch reticulum (ER) 9
RER 9
Vesikelbeweging id cel. Secretieweg vd cel 9
SER 9
Isolatie van RER en SER: microsomen 10
5.8 Golgi-apparaat 10
5.9 lyosomen 10
, 5.10 Peroxisomen 11
5.11 glyoxisomen 11
5.12 Cytoplasmatische inclusies: reservepartikels, vet- en oliedruppeltjes (oleosomen), kristallen
11
5.12.1 reservepartikels 11
5.12.2 vet- en oliedruppeltjes (oleosomen) 11
5.12.3 Kristallen 12
5.13 Microtubuli, microtubuli-organiseerende centra en structuren opgebouwd uit microtubuli:
cytoskelet, centriolen, spoelfiguur, ciliën en flagellen. 12
5.13.1 Microtubuli 12
5.13.2 Microtubuli-organiserende centra 12
5.13.3 het cytoskelet 12
5.13.4 Centriolen 13
5.13.5 Spoelfiguur 13
5.13.6 Ciliën (trilharen) en flagellen (zweepharen) 13
5.14 De vacuole 13
5.15 De ribosomen en het cytosol 14
5.16 p 266 14
Hoofdstuk 2: Structuur en functie van de cel en de celorganellen
Cytoplasma – protoplasma. Cyto: waterig milieu tss de celorganellen. Grote variatie aan
biochemische verbindingen, enzymen en grotere componente (ribosomen). Proto: gedeelte dat
ingesloten wordt dr celwand (cel min de celwand dus). Cellen zndr celwand = protoplasten
Prokaryoten – eukaryoten. Evolutie van pro n reu verkrijgen mitochondriën.
1. Algemene structuur vd prokaryote cel
Prokaryoten: bacteriën en blauwwieren. Eenvoudige opbouw v cellen: gn duidelijk compartimentatie
wel kernzone (niet vh cytoplasma afgescheiden), mesosomen en thylakoïdenstructureen
(instulpingen vh plasmalemma. Fctie: opp plasmalemma te vergroten). Ongeveer 1µm groot.
(mitochondrie in eu = 1µm). Kunnen allerlei verschillende vormen aannemen. P117!
2. Algemene structuur vd eukaryote cel
Compartimentatie -> celorganellen: kern, mitochondriën, chloroplasten (planten), golgi-apparaat,
endoplasmatisch reticulum, lyosomen (dieren) en vacuolen (planten). Komen in meeste eukar voor.