Scheikunde hoofdstuk 4 pww 2
Paragraaf 1
3 soorten oplossingen:
- zure oplossing
- basische oplossing
- neutrale oplossing
Noem twee kenmerken van een zure oplossing en een basische oplossing
1. Een zure oplossing smaakt zuur en heeft een ph lager dan 7
2. Een basische oplossing voelt zeepachtig aan en heeft een ph hoger dan 7
Zure oplossing: oplossing van een zuur in water bijvoorbeeld tafelazijn
zoutzuur: een oplossing van waterstofchloride in water
basische oplossing: ontvettingsmiddel en een oplossing van een base in water
bijvoorbeeld ammonia (vaak zeepachtig)
natronloog: vet middel en een oplossing van natriumhydroxide in water (agressiever
dan een basische oplossing)
pH: wordt aangegeven hoe zuur of hoe basisch een oplossing is (van 0 tot 14)
neutrale oplossing: een oplossing met een pH van 7
pH-indicatoren: indicatoroplossingen die kleurstoffen bevatten. Deze kunnen
afhankelijk van de pH waarde van kleur veranderen.
Oplossing ph 7 is neutraal. Onder de 7 is het zuur. Boven de 7 is het basisch
- voorbeeld: broomthymolblauw heeft een gele kleur als de pH lager is dan 6,0 en
een blauwe kleur bij een pH hoger dan 7,6. Tussen 6,0 en 7,6 heeft het een groene
kleur, de mengkleur van geel en blauw
pH-waarde in het lichaam:
Maag: erg lage pH-waarde; dit is nodig om bacteriën te doden. Ook werken
hierdoor de enzymen beter
Dunne darm: neutrale pH-waarde; dit is nodig omdat er darmbacteriën groeien
die nodig zijn voor de spijsvertering.
, verschillende reacties:
1. zuur-basereactie: als een zure en een basische oplossing bij elkaar worden
gebracht. Hierbij hebben ze allebei geen werking meer (neutraliseren elkaar)
2. neutralisatiereactie: als je zoutzuur mengt met natronloog. Hierbij ontstaat een
neutrale keukenzoutoplossing met pH 7,0 als alle zoutzuur met alle natronloog
heeft gereageerd
3. titratie: een neutralisatiereactie waarmee je het zuurgehalte van een oplossing
bepaalt. Het is een analysemethode waarmee je een gehaltebepaling kunt
uitvoeren
paragraaf 2
wet van behoud van energie: hierin staat dat er bij energie-omzetting geen energie
verloren gaat.
exotherme reacties: reacties waarbij energie vrijkomt, vaak een vorm van warmte;
warmte komt vrij
endotherme reactie: reactie waarbij voortdurend energie moet worden toegevoegd
om deze te laten verlopen; warmte nodig
reactiewarmte (∆ E): de hoeveelheid energie die vrijkomt of de hoeveelheid energie
die nodig is bij een chemische reactie (J/mol)
Exotherme reactie endotherme reactie
exotherme reactie: ∆ E < 0
endotherme reactie: ∆ E > 0
activeringsenergie (Eact): de energie die nodig is om een reactie op gang te
brengen, als een exotherme reactie op gang is, komt er voldoende energie vrij om de
reactie op gang te houden
Bij een endotherme reactie moet er voortdurend energie worden toegevoerd
om de reactie op gang te houden. Dit betekent (op microniveau) dat de
vorming van de nieuwe atoombindingen in moleculen van de reactieproducten
minder energie oplevert dan het kost
Paragraaf 1
3 soorten oplossingen:
- zure oplossing
- basische oplossing
- neutrale oplossing
Noem twee kenmerken van een zure oplossing en een basische oplossing
1. Een zure oplossing smaakt zuur en heeft een ph lager dan 7
2. Een basische oplossing voelt zeepachtig aan en heeft een ph hoger dan 7
Zure oplossing: oplossing van een zuur in water bijvoorbeeld tafelazijn
zoutzuur: een oplossing van waterstofchloride in water
basische oplossing: ontvettingsmiddel en een oplossing van een base in water
bijvoorbeeld ammonia (vaak zeepachtig)
natronloog: vet middel en een oplossing van natriumhydroxide in water (agressiever
dan een basische oplossing)
pH: wordt aangegeven hoe zuur of hoe basisch een oplossing is (van 0 tot 14)
neutrale oplossing: een oplossing met een pH van 7
pH-indicatoren: indicatoroplossingen die kleurstoffen bevatten. Deze kunnen
afhankelijk van de pH waarde van kleur veranderen.
Oplossing ph 7 is neutraal. Onder de 7 is het zuur. Boven de 7 is het basisch
- voorbeeld: broomthymolblauw heeft een gele kleur als de pH lager is dan 6,0 en
een blauwe kleur bij een pH hoger dan 7,6. Tussen 6,0 en 7,6 heeft het een groene
kleur, de mengkleur van geel en blauw
pH-waarde in het lichaam:
Maag: erg lage pH-waarde; dit is nodig om bacteriën te doden. Ook werken
hierdoor de enzymen beter
Dunne darm: neutrale pH-waarde; dit is nodig omdat er darmbacteriën groeien
die nodig zijn voor de spijsvertering.
, verschillende reacties:
1. zuur-basereactie: als een zure en een basische oplossing bij elkaar worden
gebracht. Hierbij hebben ze allebei geen werking meer (neutraliseren elkaar)
2. neutralisatiereactie: als je zoutzuur mengt met natronloog. Hierbij ontstaat een
neutrale keukenzoutoplossing met pH 7,0 als alle zoutzuur met alle natronloog
heeft gereageerd
3. titratie: een neutralisatiereactie waarmee je het zuurgehalte van een oplossing
bepaalt. Het is een analysemethode waarmee je een gehaltebepaling kunt
uitvoeren
paragraaf 2
wet van behoud van energie: hierin staat dat er bij energie-omzetting geen energie
verloren gaat.
exotherme reacties: reacties waarbij energie vrijkomt, vaak een vorm van warmte;
warmte komt vrij
endotherme reactie: reactie waarbij voortdurend energie moet worden toegevoegd
om deze te laten verlopen; warmte nodig
reactiewarmte (∆ E): de hoeveelheid energie die vrijkomt of de hoeveelheid energie
die nodig is bij een chemische reactie (J/mol)
Exotherme reactie endotherme reactie
exotherme reactie: ∆ E < 0
endotherme reactie: ∆ E > 0
activeringsenergie (Eact): de energie die nodig is om een reactie op gang te
brengen, als een exotherme reactie op gang is, komt er voldoende energie vrij om de
reactie op gang te houden
Bij een endotherme reactie moet er voortdurend energie worden toegevoerd
om de reactie op gang te houden. Dit betekent (op microniveau) dat de
vorming van de nieuwe atoombindingen in moleculen van de reactieproducten
minder energie oplevert dan het kost