Deel 2
Thema 6: Uitleiding – complexe
opvoedingssituaties?!?
complexe opvoedingssituati es vanuit verschillende invalshoeken identi fi ceren
Hoofdstuk 1: Over “situering”, “omschrijving”,
“etiketten” en verlinking met theoretische kaders
1.1 Situering
A. Vanuit literatuur: verschillende manieren om te spreken
over complexiteit
Continuüm: “alledaagse” opvoedingssituaties -------- “complexe” opvoedingssituaties
Verschillende meningen/visies over wat complex is
o Bv. kind “weigert” om te gaan slapen / kind “doet moeilijk” bij huiswerk / eenoudergezin / …
MAAR terugkerend: aanvoelen van:
Onevenwicht draagkracht – draaglast
Handelingsverlegenheid
Breuk in afstemming vraag – aanbod
Intern vs extern gedefinieerd:
- Intern: betrokkenen voelen onevenwicht / handelingsverlegenheid / breuk
- Extern: buitenstaander heeft zorgen over opvoeding/ontwikkeling
o Mensen IN situatie niet
Extra complexiteit hulpverleners
1.2 Omschrijving
Verschillende manieren om te spreken over “complexiteit”:
1) Classificeren
o = in groepen ordenen (doelgroepen)
o Obv diagnoses/kenmerken/gebeurtenissen/…
o Levert categorieën op
Hoe duidelijk zijn die???
o Voorzichtig met etikettering!
Invloed op mensen? Aanpassen aan verwachtingen etiket? …
Stigmatiserend
2) Categorieën
o Obv classificaties (ordening)
3) Modellen
o Bv. ICF-kader
DUS: complexiteit niet eenduidig!
- Verschillende manieren om te kijken
- Complexiteit is relatief
- MAAR terugkerend: gevoel van onevenwicht draaglast - draagkracht, handelingsverlegenheid
en breuk afstemming vraag – aanbod
- Proberen op genuanceerde manier:
o Situatie omschrijven => elementen classificeren + detecteren + ontleden => handelen
1
, Complexe opvoedingssituaties 2021-2022
Deel 2
A. Van ontleden tot handelen
Wat weten we? ontleden/begrijpen
Overzicht Inzicht Uitzicht handelen
analytische kaart classificerne vs verklaren
B. Eclectisch: specifieke modellen en methodieken
! Eclectisch werken bij Complexe opvoedingssituaties!
Élke insteek heeft waarde!
Gepaste manier én op juiste moment specifieke modellen/methodieken
Hoe beter je modellen/methodieken beheerst, hoe minder snel een situatie complex is
C. Boekenwijsheid en de blik van de professional
Iedereen is uniek!
o Let op voor automatische handelingen!
o Bewust éigen referentiekader
If you want to go fast, go slow
Stop – denk – doe
D. KORTOM:
- Een eclectische blik: elke insteek heeft zijn waarde, er is niet één juiste manier van kijken
- Oog individu én context
- Werk op maat (ipv etiket)
- Oog maatschappelijke invalshoek (individueel is ook maatschappelijk probleem)
- Doen wat werkt…maar ook rekening houden met wetenschappelijke onderzoeksgegevens
- Uiteindelijke doel: maximaliseren van ontwikkelingskansen en ontplooiingskansen
5 Insteken voor jeugdprofessionals in complexe situaties:
1) Vanuit verschillende invalshoeken identificeren
2) Factoren op verschillende niveaus benoemen, uitleggen en aanduiden
3) Wetenschappelijke modellen/theorieën
4) Technieken/methodieken die handelen ondersteunen
5) Verhouding theorie-praktijk kritisch beschrijven
2