MARKTONDERZOEK - Mirjam Broekhoff, Harm Stumpel & Erik Kostelijk
HOOFDSTUK 1.
PARAGRAAF 1.1
Marktonderzoek = objectief en systematisch informatie verzamelen over
bepaalde markten/klanten. Het doel is om organisaties inzicht te leveren zodat zij
gefundeerde beslissingen kunnen nemen
Objectief = een feit
Subjectief - een mening
SOORTEN ONDERZOEK
Fundamenteel onderzoek = om algemene inzichten te verkrijgen & theorieën
ontwikkelen
Toegepast onderzoek = praktijkgericht onderzoek, het probleem van een
organisatie oplossen
Kwaliteitseisen marktonderzoeker:
- Nieuwsgierig
- Objectief
- Kritisch
- Deskundig over onderzoekstechnieken
PARAGRAAF 1.2
Big data = de enorme stroom van gegevens die beschikbaar komt doordat
mensen actief zijn op internet
Customer journey = een analyse die laat zien hoe de ‘klantreis’ verloopt vanaf
het moment dat een behoefte ontstaat tot aan de aankoop op het internet
Analytics = het bewerken van beschikbare gegevens tot betrouwbare
rapportages die antwoord geven op relevante vragen
PARAGRAAF 1.3
VORMEN VAN MARKTONDERZOEK
Desk research = secundaire data (iemand anders heeft het onderzocht)
- Voordelen: bespaart onnodig werk - goedkoop - snel beschikbaar
- Nadelen: gegevens zijn niet specifiek voor de onderzoeksvraag - gegevens
zelden actueel - gegevens moeten bewerkt worden
Field research = primaire data (jij onderzoekt zelf)
Onder field research valt kwantitatief en kwalitatief onderzoek:
Kwantitatief onderzoek = gebaseerd op grote aantallen gegevens en levert harde
cijfers
, Kwalitatief onderzoek = leidt tot inzichten en is gebaseerd op gesprekken en
andere kleinschalige interacties
KWANTITATIEF KWALITATIEF
je wilt iets vaststellen/meten je wilt iets leren/ontdekken
(cijfermatig onderzoek)
de hoeveelheid waarin een bepaald de aard of hoedanigheid van een
fenomeen voorkomt staat centraal fenomeen staat centraal
(motieven/gedrag/emoties)
cijfermatige uitspraken (aantallen, diepgang i.p.v. cijfers
percentages)
generalisatie naar gehele geen generalisatie, maar een beeld
populatie/doelgroep krijgen van de situatie
Data Triangulatie = vanuit verschillende methoden het centrale probleem
onderzoeken
enquete - interview - groepsdiscussie - observatie - desk research
PARAGRAAF 1.4
FUNCTIES VAN ONDERZOEK
1. Verkennend onderzoek = Exploratief onderzoek. Meer inzicht krijgen in
een bepaald onderwerp waar je nog niet veel vanaf weet
2. Beschrijvend onderzoek = Descriptief onderzoek. Stand van zaken in kaart
brengen
3. Verklarend onderzoek = relaties leggen / verbanden vinden. Betrekking op
causale verbanden
a. Correlatie = samenhang. Wanneer er meer ijsjes worden verkocht
zijn er meer verdrinkingen
Causaliteit = oorzaak-gevolg. Door het warme weer worden er meer
ijsjes verkocht
PARAGRAAF 1.6
Welke vorm van onderzoek wordt gebruikt bij de verschillende
onderzoeksvragen?
- Om strategische plannen te onderbouwen deskresearch
- Om een marketingplan te schrijven kwantitatief onderzoek
- Om te innoveren en veranderen kwalitatief onderzoek
o Action research = onderzoeker streeft ernaar om samen met de
werknemers van de organisatie verbetering te realiseren