Oefenopgaven rekenen aan reacties
Opgave 1
De bereiding van soda (Na2CO3) uit steenzout (NaCl) en kalksteen (CaCO3)
kan gaat volgens de reactievergelijking:
2 NaCl + CaCO3 Na2CO3 + CaCl2
a Bereken hoeveel kg kalksteen er nodig is voor 100 kg soda.
b Bereken hoeveel kg steenzout er nodig is voor 100 kg soda.
c Bereken hoeveel kg calciumchloride er ontstaat wordt per 100 kg soda.
Oefening 2
De productie van aluminium uit aluinaarde (onzuiver aluminiumoxide) komt neer op
het volgende proces:
2 Al2O3(s) + 3 C(s) 4 Al(s) + 3 CO2(g)
Bereken hoeveel kg aluinaarde er nodig is voor de productie van 1,0 kg aluminium.
Opgave 3
a Bereken hoeveel gram zwaveldioxide er ontstaat bij het verbranden van
10 gram zwavel.
b Bereken ook hoeveel dm3 zuurstof (T=273K, p=po) daarvoor nodig is.
Gebruik tabel 12.
Opgave 4
10 m3 aardgas (methaan) wordt volledig verbrand.
Bereken hoeveel m3 zuurstof (T=273K) daarvoor nodig is. Gebruik tabel 12
Opgave 5
a Geef de reactievergelijking van de volledige verbranding van propaan.
b Bereken met behulp van vormingswarmten de reactiewarmte van de volledige
verbranding van propaan
Opgave 6
Stikstofdioxidegas kan reageren tot distikstoftetraoxidegas.
a Geef de reactievergelijking
b. Bereken met behulp van vormingswarmten de reactiewarmte van deze reactie.
c. Leg uit of deze reactie endotherm of exotherm is.
Opgave 7
Waterstofperoxide (H2O2) kan ontleden tot water en zuurstof.
a Geef de reactievergelijking
b. Bereken met behulp van vormingswarmten de reactiewarmte van deze
ontledingsreactie.
c. Leg uit of deze reactie endotherm of exotherm is.
Opgave 8
Als je 1 mol methylbenzeen (C7H8) verbrandt ontstaat 7 mol koolstofdioxide.
a. Leg dit uit met een reactievergelijking
b. Bereken hoeveel gram koolstofdioxide ontstaat als je 1,0 kg methylbenzeen
volledig verbrandt.
, c. Bereken hoeveel dm3 koolstofdioxide ontstaat als je 2,0 kg methylbenzeen
volledig verbrandt bij T=273 K.
Opgave 9
Als je 1,0 mol gesmolten aluminiumchloride elektrolyseert krijg je onder andere 1,5
mol chloorgas.
a. Leg dit uit met een reactievergelijking.
b. Bereken hoeveel kg aluminiumchloride je nodig hebt om 1,0 m 3 chloorgas te
maken van T=273 K (gebruik binas tabel 12).
c. Bereken hoeveel gram aluminium je krijgt als je 30 gram aluminiumchloride
elektrolyseert.
Opgave 10
a. Leg met een reactievergelijking uit hoeveel mol broom je nodig hebt om 1 mol
C5H8 om te zetten in C5Br4H8..
b. Bereken hoeveel gram C5Br4H8 je kunt maken met 200 mg C5H8.
De massa van 1,00 mL broom is 3,12 gram.
c Bereken hoeveel mL broom je nodig hebt om 300 mg C 5Br4H8 te maken.
Opgave 11
a Geef de vergelijking van de volledige verbranding van 1,3-dipropylbenzeen. De
molecuulformule van 1,3-dipropylbenzeen is C12H18.
b Leg uit hoeveel mol CO2 ontstaat als je 1 mol 1,3-dipropylbenzeen volledig
verbrandt.
c. Bereken hoeveel kg CO2 ontstaat bij de verbranding van 3,2 kg 1,3-
dipropylbenzeen.
Opgave 12
De dichtheid van broom is 3,12 g/mL.
Bereken hoeveel mL broom je nodig hebt om volledig in het donker te reageren met
100 gram C6H10. Bij deze reactie ontstaat een stof met de molecuulformule C 6H10Br4.
Opgave 13
a. Geef de vergelijking van de elektrolyse van aluminiumoxide.
b. Bereken hoeveel gram zuurstof ontstaat bij de elektrolyse van 2,3 kg
aluminiumoxide.
Opgave 1
De bereiding van soda (Na2CO3) uit steenzout (NaCl) en kalksteen (CaCO3)
kan gaat volgens de reactievergelijking:
2 NaCl + CaCO3 Na2CO3 + CaCl2
a Bereken hoeveel kg kalksteen er nodig is voor 100 kg soda.
b Bereken hoeveel kg steenzout er nodig is voor 100 kg soda.
c Bereken hoeveel kg calciumchloride er ontstaat wordt per 100 kg soda.
Oefening 2
De productie van aluminium uit aluinaarde (onzuiver aluminiumoxide) komt neer op
het volgende proces:
2 Al2O3(s) + 3 C(s) 4 Al(s) + 3 CO2(g)
Bereken hoeveel kg aluinaarde er nodig is voor de productie van 1,0 kg aluminium.
Opgave 3
a Bereken hoeveel gram zwaveldioxide er ontstaat bij het verbranden van
10 gram zwavel.
b Bereken ook hoeveel dm3 zuurstof (T=273K, p=po) daarvoor nodig is.
Gebruik tabel 12.
Opgave 4
10 m3 aardgas (methaan) wordt volledig verbrand.
Bereken hoeveel m3 zuurstof (T=273K) daarvoor nodig is. Gebruik tabel 12
Opgave 5
a Geef de reactievergelijking van de volledige verbranding van propaan.
b Bereken met behulp van vormingswarmten de reactiewarmte van de volledige
verbranding van propaan
Opgave 6
Stikstofdioxidegas kan reageren tot distikstoftetraoxidegas.
a Geef de reactievergelijking
b. Bereken met behulp van vormingswarmten de reactiewarmte van deze reactie.
c. Leg uit of deze reactie endotherm of exotherm is.
Opgave 7
Waterstofperoxide (H2O2) kan ontleden tot water en zuurstof.
a Geef de reactievergelijking
b. Bereken met behulp van vormingswarmten de reactiewarmte van deze
ontledingsreactie.
c. Leg uit of deze reactie endotherm of exotherm is.
Opgave 8
Als je 1 mol methylbenzeen (C7H8) verbrandt ontstaat 7 mol koolstofdioxide.
a. Leg dit uit met een reactievergelijking
b. Bereken hoeveel gram koolstofdioxide ontstaat als je 1,0 kg methylbenzeen
volledig verbrandt.
, c. Bereken hoeveel dm3 koolstofdioxide ontstaat als je 2,0 kg methylbenzeen
volledig verbrandt bij T=273 K.
Opgave 9
Als je 1,0 mol gesmolten aluminiumchloride elektrolyseert krijg je onder andere 1,5
mol chloorgas.
a. Leg dit uit met een reactievergelijking.
b. Bereken hoeveel kg aluminiumchloride je nodig hebt om 1,0 m 3 chloorgas te
maken van T=273 K (gebruik binas tabel 12).
c. Bereken hoeveel gram aluminium je krijgt als je 30 gram aluminiumchloride
elektrolyseert.
Opgave 10
a. Leg met een reactievergelijking uit hoeveel mol broom je nodig hebt om 1 mol
C5H8 om te zetten in C5Br4H8..
b. Bereken hoeveel gram C5Br4H8 je kunt maken met 200 mg C5H8.
De massa van 1,00 mL broom is 3,12 gram.
c Bereken hoeveel mL broom je nodig hebt om 300 mg C 5Br4H8 te maken.
Opgave 11
a Geef de vergelijking van de volledige verbranding van 1,3-dipropylbenzeen. De
molecuulformule van 1,3-dipropylbenzeen is C12H18.
b Leg uit hoeveel mol CO2 ontstaat als je 1 mol 1,3-dipropylbenzeen volledig
verbrandt.
c. Bereken hoeveel kg CO2 ontstaat bij de verbranding van 3,2 kg 1,3-
dipropylbenzeen.
Opgave 12
De dichtheid van broom is 3,12 g/mL.
Bereken hoeveel mL broom je nodig hebt om volledig in het donker te reageren met
100 gram C6H10. Bij deze reactie ontstaat een stof met de molecuulformule C 6H10Br4.
Opgave 13
a. Geef de vergelijking van de elektrolyse van aluminiumoxide.
b. Bereken hoeveel gram zuurstof ontstaat bij de elektrolyse van 2,3 kg
aluminiumoxide.