Samenvatting gezondheidsleer
1. Hoofdstuk: Eerste hulp
1.1 Basisprincipes van eerste hulp
- Blijf rustig in een noodsituatie
- Vermijd besmetting
- Handel als eerstehulpverlener
- Zorg voor het comfort van het slachtoffer
- Verleen psychosociale eerste hulp
- Houd rekening met emotionele reacties nadien
1.2 Vier stappen in eerste hulp
1) Zorg voor een veilige omgeving.
-> JOS: J = jezelf
O= omstaanders Als J en O veilig zijn kan je overgaan naar S
S = Slachtoffer
2) Beoordeel de toestand van het slachtoffer
= al dan niet inschatten of hij of zij in een levensbedreigende situatie is.
= rekening houden met ABC = Ademhaling, Bewustzijn, Circulatie
-> Je checkt de ademhaling door te voelen, luisteren en kijken.
-> Het bewustzijn check je door te praten tegen het slachtoffer
-> De circulatie check je door te kijken of er zichtbare bloedingen zijn.
3) Bel de hulpdiensten
= 112
4) Verleen eerste hulp
-> Probeer zelf rustig te blijven en je slachtoffer op de hoogte te stellen.
2. Hoofdstuk: De A van ademhaling
2.1 Het ademhalingscentrum
Het ademhalingsstelsel wordt geregeld in de hersenen.
-> Dit zorgt ervoor dat de ademhaling automatisch gebeurt.
Ademhalingscentrum = zeer belangrijk om lichaam van zuurstof te voorzien!!!
, 2.2 Het ademhalingsstelsel
Ademen heeft 2 doelen:
- Longen van de benodigde zuurstof voorzien die nodig is voor het functioneren van lichaam
en organen.
- De afvalproductie in de vorm van CO2 en waterdamp dat terug wordt verwijderd door ons
lichaam
Lucht dat we inademen bestaat uit:
- 78% stikstof (N²)
- 20,9% zuurstofgas (O²)
- 0,03% koolstofdioxide (CO²)
Lucht dat we uitademen bestaat uit:
- 16% zuurstofgas
- 4% koolstofdioxide
Problemen in de luchtconcentratie:
Bv de caissonziekte of duikersziekte -> hierbij wordt stikstof in het bloed samengeperst
tijdens het duiken.
Longinhoud volwassene:
• 3 tot 7 liter
• in rust 0,4 – 0,5 l lucht opnemen/afgeven
• diepe ademhaling 2,5 - 6 l
• na diepe uitademing 1,2 l
• ademhalingsfrequentie in rust 8 – 20 eenheden/minuut
• dode ruimte
• per etmaal 20.000 tal ademhalingen
• 120 liter zuurstof
Pasgeborene 30 – 40 eenheden/minuut
• Kinderen tussen 1 – 3 jaar 23 – 35 eenheden/minuut
• Kinderen 3 – 6 jaar 20 - 30 eenheden/minuut
• Kinderen 6 – 12 jaar 18 tot 26 eenheden/minuut
2.3 De bovenste ademhalingswegen
• Neusholte met trilhaartjes
• Mond-en keelholte
• Strottenhoofd met strotklepje
• Begin luchtpijp
, 2.4 De onderste ademhalingswegen
• Borstkas en ademhalingsspieren
-> Vanaf de koolstofdioxide in de longblaasjes een bepaalde grens heeft bereikt wordt er een
prikkel gegeven aan het ademhalingsstelsel.
-> Hierdoor gaat het middenrif en borstkasspieren samentrekken en inademen.
-> Hierdoor worden de longvliezen naar buiten gerekt.
-> Gevolg is dat er druk in de longen ontstaat waardoor er lucht naar binnen stroomt.
-> Door het ontspannen van ademhalingsspieren en diafragma veert de borstkas terug en
stroomt de lucht buiten?
Hoe harder spieren spannen hoe meer zuurstof er naar het bloed moet -> dit doet ons
lichaam ook vanzelf.
• Het diafragma
= het middenrif
-> Trekt samen met het inademen en ontspant bij het uitademen.
• De luchtpijptakken (bronchen)
-> Luchtpijp vertakt zich naar beide longen in de vorm van bronchiën. Deze vertakking zorgt
ervoor dat de longen zuurstof krijgen.
-> Aan het einde van de bronchiën liggen er longblaasjes.
• De longen
= 2 omvangrijke organen.
-> Zijn omgeven door dubbel vlies.
-> Binnenste vlies = Longvlies
-> Buitenste vlies = Borstvlies
-> tussen beide holtes ligt de pleuraholte -> hierin zit weinig vocht zodat de vliezen makkelijk
over elkaar kunnen glijden.
2.5 Borstademhaling
Bij een diepe borstademhaling trekken de tussenribspieren en het middenrif samen. Door de
samentrekking gaat de borstkas omhoog en wordt ze groter.
2.6 Buikademhaling
= Beste ademtechniek, vaak in rust gebruikt.
Het middenrif gaat naar beneden zodat ruimte in borstholte groter wordt, hierdoor wordt er
lucht in je longen gezogen. Omdat je organen naar voor worden gedrukt zet je buik uit.
, 2.7 Problemen met de ademhaling
Stikstof (N²)
• klinkt ‘stikkend’
• inactief (inert) gas
• weinig invloed op ademhaling behalve in hoge concentraties
• vb Caissonziekte of decompressieziekte
Koolstofdioxide (CO²)
• verbinding tussen koolstof en zuurstof
• zuivere toestand kleurloos, geurloos
• komt in aardatmosfeer voor
• combinatie waterdamp is koolzuur (bruiswater)
Maar ook:
• Luchtwegobstructie
• Koolmonoxidevergiftiging
• Klaplong
1. Hoofdstuk: Eerste hulp
1.1 Basisprincipes van eerste hulp
- Blijf rustig in een noodsituatie
- Vermijd besmetting
- Handel als eerstehulpverlener
- Zorg voor het comfort van het slachtoffer
- Verleen psychosociale eerste hulp
- Houd rekening met emotionele reacties nadien
1.2 Vier stappen in eerste hulp
1) Zorg voor een veilige omgeving.
-> JOS: J = jezelf
O= omstaanders Als J en O veilig zijn kan je overgaan naar S
S = Slachtoffer
2) Beoordeel de toestand van het slachtoffer
= al dan niet inschatten of hij of zij in een levensbedreigende situatie is.
= rekening houden met ABC = Ademhaling, Bewustzijn, Circulatie
-> Je checkt de ademhaling door te voelen, luisteren en kijken.
-> Het bewustzijn check je door te praten tegen het slachtoffer
-> De circulatie check je door te kijken of er zichtbare bloedingen zijn.
3) Bel de hulpdiensten
= 112
4) Verleen eerste hulp
-> Probeer zelf rustig te blijven en je slachtoffer op de hoogte te stellen.
2. Hoofdstuk: De A van ademhaling
2.1 Het ademhalingscentrum
Het ademhalingsstelsel wordt geregeld in de hersenen.
-> Dit zorgt ervoor dat de ademhaling automatisch gebeurt.
Ademhalingscentrum = zeer belangrijk om lichaam van zuurstof te voorzien!!!
, 2.2 Het ademhalingsstelsel
Ademen heeft 2 doelen:
- Longen van de benodigde zuurstof voorzien die nodig is voor het functioneren van lichaam
en organen.
- De afvalproductie in de vorm van CO2 en waterdamp dat terug wordt verwijderd door ons
lichaam
Lucht dat we inademen bestaat uit:
- 78% stikstof (N²)
- 20,9% zuurstofgas (O²)
- 0,03% koolstofdioxide (CO²)
Lucht dat we uitademen bestaat uit:
- 16% zuurstofgas
- 4% koolstofdioxide
Problemen in de luchtconcentratie:
Bv de caissonziekte of duikersziekte -> hierbij wordt stikstof in het bloed samengeperst
tijdens het duiken.
Longinhoud volwassene:
• 3 tot 7 liter
• in rust 0,4 – 0,5 l lucht opnemen/afgeven
• diepe ademhaling 2,5 - 6 l
• na diepe uitademing 1,2 l
• ademhalingsfrequentie in rust 8 – 20 eenheden/minuut
• dode ruimte
• per etmaal 20.000 tal ademhalingen
• 120 liter zuurstof
Pasgeborene 30 – 40 eenheden/minuut
• Kinderen tussen 1 – 3 jaar 23 – 35 eenheden/minuut
• Kinderen 3 – 6 jaar 20 - 30 eenheden/minuut
• Kinderen 6 – 12 jaar 18 tot 26 eenheden/minuut
2.3 De bovenste ademhalingswegen
• Neusholte met trilhaartjes
• Mond-en keelholte
• Strottenhoofd met strotklepje
• Begin luchtpijp
, 2.4 De onderste ademhalingswegen
• Borstkas en ademhalingsspieren
-> Vanaf de koolstofdioxide in de longblaasjes een bepaalde grens heeft bereikt wordt er een
prikkel gegeven aan het ademhalingsstelsel.
-> Hierdoor gaat het middenrif en borstkasspieren samentrekken en inademen.
-> Hierdoor worden de longvliezen naar buiten gerekt.
-> Gevolg is dat er druk in de longen ontstaat waardoor er lucht naar binnen stroomt.
-> Door het ontspannen van ademhalingsspieren en diafragma veert de borstkas terug en
stroomt de lucht buiten?
Hoe harder spieren spannen hoe meer zuurstof er naar het bloed moet -> dit doet ons
lichaam ook vanzelf.
• Het diafragma
= het middenrif
-> Trekt samen met het inademen en ontspant bij het uitademen.
• De luchtpijptakken (bronchen)
-> Luchtpijp vertakt zich naar beide longen in de vorm van bronchiën. Deze vertakking zorgt
ervoor dat de longen zuurstof krijgen.
-> Aan het einde van de bronchiën liggen er longblaasjes.
• De longen
= 2 omvangrijke organen.
-> Zijn omgeven door dubbel vlies.
-> Binnenste vlies = Longvlies
-> Buitenste vlies = Borstvlies
-> tussen beide holtes ligt de pleuraholte -> hierin zit weinig vocht zodat de vliezen makkelijk
over elkaar kunnen glijden.
2.5 Borstademhaling
Bij een diepe borstademhaling trekken de tussenribspieren en het middenrif samen. Door de
samentrekking gaat de borstkas omhoog en wordt ze groter.
2.6 Buikademhaling
= Beste ademtechniek, vaak in rust gebruikt.
Het middenrif gaat naar beneden zodat ruimte in borstholte groter wordt, hierdoor wordt er
lucht in je longen gezogen. Omdat je organen naar voor worden gedrukt zet je buik uit.
, 2.7 Problemen met de ademhaling
Stikstof (N²)
• klinkt ‘stikkend’
• inactief (inert) gas
• weinig invloed op ademhaling behalve in hoge concentraties
• vb Caissonziekte of decompressieziekte
Koolstofdioxide (CO²)
• verbinding tussen koolstof en zuurstof
• zuivere toestand kleurloos, geurloos
• komt in aardatmosfeer voor
• combinatie waterdamp is koolzuur (bruiswater)
Maar ook:
• Luchtwegobstructie
• Koolmonoxidevergiftiging
• Klaplong
