Prehistorie
Tot 3000 v. Chr.
Tijdvak 1: Jagers en Boeren
Oudheid
3000 v. Chr. – 500 n. Chr.
Tijdvak 2: Grieken en Romeinen
Middeleeuwen
500-1000
Tijdvak 3: Monniken en Ridders
1000-1500
Tijdvak 4: Steden en Staten
Vroegmoderne tijd
1500-1600
Tijdvak 5: Ontdekkers en Hervormers
1600-1700
Tijdvak 6: Regenten en Vorsten
1700-1800
Tijdvak 7: Pruiken en Revoluties
Moderne tijd
1800-1900
Tijdvak 8: Burgers en Stoommachines
1900-1950
Tijdvak 9: Wereldoorlogen
1950-nu
Tijdvak 10: Televisie en Computer
,Kenmerkende
aspecten
1 t/m 49
Prehistorie
,De periode waarin de eerste mensen zich ontwikkelen tot denkende wezen die op
twee benen lopen. Ze ontdekken van dingen en vinden dingen uit. In de loop van
de prehistorie gaan mensen in grotere groepen samenleven. Door de verandering
van rondtrekkende jagers en verzamelaars naar groepen landbouwers die op één
plek blijven, veranderen de economische verhoudingen en sociale banden tussen
mensen. De prehistorie eindigt als de mens begint met schrijven.
Tijdvak 1: Jagers en Boeren
De mens gaat van jagers en verzamelaars over op
boeren; de landbouwrevolutie. De mens gaat op een
vaste plaats wonen.
KA1: de levenswijze van de jagers-verzamelaars
Jagers en verzamelaars;
Kleine groepen Nomaden
Trekken rond
Komen aan voedsel door jagen, vissen en noten en vruchten verzamelen
Eerst; slapen in bomen
Later; slapen in tenten en hutten
Werkgereedschap bestond in die tijd uit stenen pijlpunten en koperen bijlen,
jagers en verzamelaars waren voortdurend bezig met het verbeteren van hun
wapens.
Alle informatie uit deze tijd komt uit ongeschreven bronnen, omdat er toe nog
geen schrift was.
KA2: het ontstaan van landbouw en landbouwsamenlevingen
Landbouwrevolutie (Neolithische revolutie)= langzame revolutie tot landbouw
en landbouwsamenlevingen, die grote gevolgen hadden voor de levenswijze van
de mens.
In de vruchtbare halvemaan was er vruchtbare grond, zon en water. Dit
was een goed landbouwklimaat. In Egypte ontstaat een
landbouwsamenleving die uitgroeit tot een landbouw stedelijke
samenleving. Er woonden veel mensen en ze lieten indrukwekkende
sporen achter.
KA3: het ontstaan van de eerste stedelijke gemeenschappen
Er ontstonden stedelijke gemeenschappen, waardoor er sociaaleconomische
veranderingen ontstonden. Door de landbouw konden boeren zich op een vaste
woonplaats vestigen.
Gevolgen;
1. Als de landbouw genoeg opleverde konden bewoners zich specialiseren in
andere beroepen; ambacht, handel, bestuur en godsdienst.
2. Sommige dorpen ontwikkelden zich tot stedelijke landbouwsamenlevingen
met stenen huizen en stadsmuren. De eerste stadstaten met een
agrarisch-urbane samenleving ontstonden in het zuiden van Mesopotamië.
, Oudste schriften:
Spijkerschrift = Mesopotamië
Hiërogliefenschrift= Egypte
Gevolgen stedelijke gemeenschappen;
1. Specialisatie
2. Samenwerken en organiseren wordt belangrijker
3. Grotere sociale verschillen
Naar de volgende periode