Hoofstuk 12. Het hart
Hoe noem je de kleine bloedsomloop ookwel?
- pulmonaire bloedsomloop
Waar pompt rechterkant van het hart naar en waar linkerkant?
- rechts = naar longen
- links = naar lichaam
Hoe loopt de bloedsomloop?
hart – longen – hart – lichaam – hart
Welke verschillende vaten hebben we? En wat kun je hierover zeggen?
- arterie = efferent; voert bloed weg van het hart = slagader; dikke spierlaag en kleine inhoud
- vene = afferent; voert bloed naar het doe = ader; dunnere wand grotere inhoud
- capillaire = overgang van arteriole naar de venule = haarvaten; kleine inhoud en inlagige
wand waardoor stoffen makkelijk uitgewisseld kunnen worden met weefsel
Waar bestaat het hart uit?
- atria = boezem
- ventrikels = kamers
- hartkleppen
Wat is het pericardium? Hoe ziet het eruit?
- het hartzakje
- binnenste laag = visceraal pericardium
- buitenste laag = pariëtaal ,,
- lagen zijn sereuze membranen dus geven vloeistof af zodat er geen wrijving is in de
pericariale holte
Hoe ziet de hartwand eruit?
- buitenste laag = epicardium = viseraal peritoneum = sereus membraan
- middelste = myocardium; bestaat uit spierlaag, bloedvaten en zenuwen
- binnenste = endocardium = bekleding van binnenkant
Wat kun je zeggen over de hartspiercellen?
- het bestaat uit veel mitochondriën want er is veel energie nodig
- er zijn intercalaire schijven met desmosomen en gap junctions zodat de contractie snel en
gelijkmatig door de spiercellen geactiveerd kunnen worden.
Beschrijf de inwendige anatomie van het hart in de volgorde van de bloedsomloop.
1. Vena cava superior / vena cava inferior = aanvoer van bloed naar rechter atrium
2. Rechter atrium
3. Rechter ventrikel
4. A. pulmonalis brengt bloed naar de longen
5. V. pulmonalis; brengt bloed vanuit longen naar linker atrium
6. Linker atrium
Hoe noem je de kleine bloedsomloop ookwel?
- pulmonaire bloedsomloop
Waar pompt rechterkant van het hart naar en waar linkerkant?
- rechts = naar longen
- links = naar lichaam
Hoe loopt de bloedsomloop?
hart – longen – hart – lichaam – hart
Welke verschillende vaten hebben we? En wat kun je hierover zeggen?
- arterie = efferent; voert bloed weg van het hart = slagader; dikke spierlaag en kleine inhoud
- vene = afferent; voert bloed naar het doe = ader; dunnere wand grotere inhoud
- capillaire = overgang van arteriole naar de venule = haarvaten; kleine inhoud en inlagige
wand waardoor stoffen makkelijk uitgewisseld kunnen worden met weefsel
Waar bestaat het hart uit?
- atria = boezem
- ventrikels = kamers
- hartkleppen
Wat is het pericardium? Hoe ziet het eruit?
- het hartzakje
- binnenste laag = visceraal pericardium
- buitenste laag = pariëtaal ,,
- lagen zijn sereuze membranen dus geven vloeistof af zodat er geen wrijving is in de
pericariale holte
Hoe ziet de hartwand eruit?
- buitenste laag = epicardium = viseraal peritoneum = sereus membraan
- middelste = myocardium; bestaat uit spierlaag, bloedvaten en zenuwen
- binnenste = endocardium = bekleding van binnenkant
Wat kun je zeggen over de hartspiercellen?
- het bestaat uit veel mitochondriën want er is veel energie nodig
- er zijn intercalaire schijven met desmosomen en gap junctions zodat de contractie snel en
gelijkmatig door de spiercellen geactiveerd kunnen worden.
Beschrijf de inwendige anatomie van het hart in de volgorde van de bloedsomloop.
1. Vena cava superior / vena cava inferior = aanvoer van bloed naar rechter atrium
2. Rechter atrium
3. Rechter ventrikel
4. A. pulmonalis brengt bloed naar de longen
5. V. pulmonalis; brengt bloed vanuit longen naar linker atrium
6. Linker atrium