Uitwerking leerdoelen
Management control systems
Gemaakt voor FCOAT
Bevat: H1 t/m H10
,Hoofdstuk 1:
1. Leg uit waarom organisaties managementcontrolesystemen nodig hebben om hun missie,
doelen en strategieën te bereiken.
Managementcontrolesystemen bestaan uit een combinatie van controlepraktijken die zijn
ontworpen en geïmplementeerd door topmanagers om de kans te vergroten dat managers
en werknemers op een lager niveau zich gedragen op een manier die consistent is met de
missie, doelen en strategieën van de organisatie.
2. Bespreek de redenen waarom managers en medewerkers op een lager niveau zich niet
automatisch gedragen in overeenstemming met de missie, doelen en strategieën van de
organisatie.
- Strategie van de organisatie wordt niet begrepen.
- Onduidelijk wat de bedoeling is (doelcongruentie)
- Het kader voor het management is niet afgebakend (wat mag je wel en wat niet)
- Doelen abstract en lange termijn. (wat betekent dat voor nu?)
(Doelcongruentie: Iedereen heeft dezelfde doelen en werkt samen om dit te bereiken)
3. Leg de verschillen uit tussen de top-down en bottom-up functies van
managementcontrolesystemen.
Top-Down:
Topmanagers voeren passende controlepraktijken uit, zodat managers en werknemers op
lager niveau een duidelijk idee hebben van welke beslissingen moeten worden genomen,
welke resultaten moeten worden bereikt, waar ze de mensen naartoe moeten leiden en hoe
ze de middelen die onder hun verantwoordelijkheid vallen, moeten gebruiken.
Bottom-up:
Rapporteren over behaalde resultaten.
Stel managers en werknemers op een lager niveau in staat om de steun te verwerven om
hun vaardigheden te ontwikkelen, evenals de organisatorische middelen om hun
verantwoordelijkheden uit te voeren.
, 4. Bespreek de verschillende soorten controlepraktijken - invoer-, doorvoer- en
uitvoercontroles - die beschikbaar zijn voor topmanagers bij het ontwerpen van het
managementcontrolesysteem van de organisatie.
5. Bespreek de faciliterende en dwingende rol van een managementcontrolesysteem.
Managementcontrolesystemen hebben een belangrijke 'faciliterende' rol bij het ontwerpen
van controlepraktijken die helpen om de vaardigheden, werkmotivatie en organisatorische
betrokkenheid van lagere managers en werknemers te behouden of te verbeteren.
Daarnaast heeft het een ‘dwingende’ rol omdat managementcontrolesystemen innovatieve
activiteiten mogelijk maken met behulp van input- en outputcontroles.
Management control systems
Gemaakt voor FCOAT
Bevat: H1 t/m H10
,Hoofdstuk 1:
1. Leg uit waarom organisaties managementcontrolesystemen nodig hebben om hun missie,
doelen en strategieën te bereiken.
Managementcontrolesystemen bestaan uit een combinatie van controlepraktijken die zijn
ontworpen en geïmplementeerd door topmanagers om de kans te vergroten dat managers
en werknemers op een lager niveau zich gedragen op een manier die consistent is met de
missie, doelen en strategieën van de organisatie.
2. Bespreek de redenen waarom managers en medewerkers op een lager niveau zich niet
automatisch gedragen in overeenstemming met de missie, doelen en strategieën van de
organisatie.
- Strategie van de organisatie wordt niet begrepen.
- Onduidelijk wat de bedoeling is (doelcongruentie)
- Het kader voor het management is niet afgebakend (wat mag je wel en wat niet)
- Doelen abstract en lange termijn. (wat betekent dat voor nu?)
(Doelcongruentie: Iedereen heeft dezelfde doelen en werkt samen om dit te bereiken)
3. Leg de verschillen uit tussen de top-down en bottom-up functies van
managementcontrolesystemen.
Top-Down:
Topmanagers voeren passende controlepraktijken uit, zodat managers en werknemers op
lager niveau een duidelijk idee hebben van welke beslissingen moeten worden genomen,
welke resultaten moeten worden bereikt, waar ze de mensen naartoe moeten leiden en hoe
ze de middelen die onder hun verantwoordelijkheid vallen, moeten gebruiken.
Bottom-up:
Rapporteren over behaalde resultaten.
Stel managers en werknemers op een lager niveau in staat om de steun te verwerven om
hun vaardigheden te ontwikkelen, evenals de organisatorische middelen om hun
verantwoordelijkheden uit te voeren.
, 4. Bespreek de verschillende soorten controlepraktijken - invoer-, doorvoer- en
uitvoercontroles - die beschikbaar zijn voor topmanagers bij het ontwerpen van het
managementcontrolesysteem van de organisatie.
5. Bespreek de faciliterende en dwingende rol van een managementcontrolesysteem.
Managementcontrolesystemen hebben een belangrijke 'faciliterende' rol bij het ontwerpen
van controlepraktijken die helpen om de vaardigheden, werkmotivatie en organisatorische
betrokkenheid van lagere managers en werknemers te behouden of te verbeteren.
Daarnaast heeft het een ‘dwingende’ rol omdat managementcontrolesystemen innovatieve
activiteiten mogelijk maken met behulp van input- en outputcontroles.