Quadackers, L., Groot, T., and Wright, A.M. (2014). Auditors’ professional skepticism:
Neutrality versus presumptive doubt. Contemporary Accounting Research, 31(3),
639-657.
Persoonlijke analyse ARIA College 4
What is the (management) problem?
Het vertrouwen van het maatschappelijke verkeer in de accountant lijkt af te nemen.
Dit komt door een aantal schandalen. De onderzoekers denken dat deze fouten
mogelijk verband houden met de professionele kritische instelling.
Het probleem is dat materiele fouten en onzekerheden niet ontdekt worden door de
accountants omdat zij een professioneel kritische instelling hebben. De jaarrekening
geeft dan geen getrouw beeld meer weer van de werkelijkheid.
PKI wordt in het onderzoek gezien als neutraal en vooringenomenheid.
From whose perspective is the (management) problem being studied?
In het onderzoek wordt er geschreven vanuit het perspectief van de accountant. De
accountant staat centraal, voornamelijk zijn Professioneel Kritische instelling. Hoe
komt de accountant tot een oordeelsvorming en hoe neemt hij beslissingen rondom
de risico inschatting van de klant.
What is the research question to address the (management) problem?
De hoofdvraag die bij het onderzoek hoort is: Het verkrijgen van kennis van en inzicht
in de mate waarin de PKI van de accountant, onderverdeeld in Neutrality en
Presumptive doubt, invloed heeft op de beslissing omtrent de risico inschatting van
de klant, middels de control environment van de klant.
De deelvragen die daarbij horen zijn:
- Waarom is er een relatie tussen de PKI van de accountant en de beslissing omtrent
de risico inschatting van de klant.
- Wat is de mate waarin de PKI van de accountant invloed heeft op de beslissing
omtrent de risico inschatting van de klant.
, Quadackers, L., Groot, T., and Wright, A.M. (2014). Auditors’ professional skepticism:
Neutrality versus presumptive doubt. Contemporary Accounting Research, 31(3),
639-657.
What is the conceptual model?
In het onderzoek wordt 1 hypothese genoemd:
- Vooringenomenheid is sterker geassocieerd met PKI van de accountants dan
Neutraliteit, voornamelijk wanneer de control environment risico hoger is.
- Relatie tussen risico en mate van neutral skepticism
- Relatie tussen risico en mate van presumptive doubt
What is the strength of the casual relationship?
Er is een experiment uitgevoerd onder 96 accountants. Er is in het experiment
gekeken naar de reactie van de accountants op veranderingen in de jaarrekening
(fluctuaties: Risk Assessments en het Controleprogramma).
Er zijn twee theorieën gebruikt in het onderzoek:
- Theorie 1 – Rotter Interpersonal Trust Scale (RIT) (theorie is algemeen aanvaard):
De basisgedachte is dat wanneer de accountant een lager niveau heeft van
vertrouwen met de client dat hij ook sceptischer is.
- Theorie 2 – Hurtt Professional Skepticism Scale (HPSS) (gemend bewijs dat de
score ook samenhang met sceptisch gedrag van auditors): Deze theorie richt zich op
de twijfel die consistent is met het neutraliteitsperspectief van professioneel
scepticisme.
Interne Validiteit:
- De onderbouwing van de theorie in dit paper is voldoende. De twee gebruikte
theorieen passen goed bij wat er met het onderzoek onderzocht wil worden. De RIT
(welke algemeen aanvaard is) geeft een houvast voor de gedachte dat wanneer er
een mindere vertrouwensband is tussen client en accountant dat de accountant ook
een professioneel kritischere houding heeft. Het onderzoek past derhalve bij het
onderzoek naar de mate van professioneel kritische oordeelsvorming bij de
accountant.
- Het eerdere onderzoek wat wordt aangehaald in het artikel vind ik laag, er wordt
meteen vastgehouden aan beide theorieen.
Neutrality versus presumptive doubt. Contemporary Accounting Research, 31(3),
639-657.
Persoonlijke analyse ARIA College 4
What is the (management) problem?
Het vertrouwen van het maatschappelijke verkeer in de accountant lijkt af te nemen.
Dit komt door een aantal schandalen. De onderzoekers denken dat deze fouten
mogelijk verband houden met de professionele kritische instelling.
Het probleem is dat materiele fouten en onzekerheden niet ontdekt worden door de
accountants omdat zij een professioneel kritische instelling hebben. De jaarrekening
geeft dan geen getrouw beeld meer weer van de werkelijkheid.
PKI wordt in het onderzoek gezien als neutraal en vooringenomenheid.
From whose perspective is the (management) problem being studied?
In het onderzoek wordt er geschreven vanuit het perspectief van de accountant. De
accountant staat centraal, voornamelijk zijn Professioneel Kritische instelling. Hoe
komt de accountant tot een oordeelsvorming en hoe neemt hij beslissingen rondom
de risico inschatting van de klant.
What is the research question to address the (management) problem?
De hoofdvraag die bij het onderzoek hoort is: Het verkrijgen van kennis van en inzicht
in de mate waarin de PKI van de accountant, onderverdeeld in Neutrality en
Presumptive doubt, invloed heeft op de beslissing omtrent de risico inschatting van
de klant, middels de control environment van de klant.
De deelvragen die daarbij horen zijn:
- Waarom is er een relatie tussen de PKI van de accountant en de beslissing omtrent
de risico inschatting van de klant.
- Wat is de mate waarin de PKI van de accountant invloed heeft op de beslissing
omtrent de risico inschatting van de klant.
, Quadackers, L., Groot, T., and Wright, A.M. (2014). Auditors’ professional skepticism:
Neutrality versus presumptive doubt. Contemporary Accounting Research, 31(3),
639-657.
What is the conceptual model?
In het onderzoek wordt 1 hypothese genoemd:
- Vooringenomenheid is sterker geassocieerd met PKI van de accountants dan
Neutraliteit, voornamelijk wanneer de control environment risico hoger is.
- Relatie tussen risico en mate van neutral skepticism
- Relatie tussen risico en mate van presumptive doubt
What is the strength of the casual relationship?
Er is een experiment uitgevoerd onder 96 accountants. Er is in het experiment
gekeken naar de reactie van de accountants op veranderingen in de jaarrekening
(fluctuaties: Risk Assessments en het Controleprogramma).
Er zijn twee theorieën gebruikt in het onderzoek:
- Theorie 1 – Rotter Interpersonal Trust Scale (RIT) (theorie is algemeen aanvaard):
De basisgedachte is dat wanneer de accountant een lager niveau heeft van
vertrouwen met de client dat hij ook sceptischer is.
- Theorie 2 – Hurtt Professional Skepticism Scale (HPSS) (gemend bewijs dat de
score ook samenhang met sceptisch gedrag van auditors): Deze theorie richt zich op
de twijfel die consistent is met het neutraliteitsperspectief van professioneel
scepticisme.
Interne Validiteit:
- De onderbouwing van de theorie in dit paper is voldoende. De twee gebruikte
theorieen passen goed bij wat er met het onderzoek onderzocht wil worden. De RIT
(welke algemeen aanvaard is) geeft een houvast voor de gedachte dat wanneer er
een mindere vertrouwensband is tussen client en accountant dat de accountant ook
een professioneel kritischere houding heeft. Het onderzoek past derhalve bij het
onderzoek naar de mate van professioneel kritische oordeelsvorming bij de
accountant.
- Het eerdere onderzoek wat wordt aangehaald in het artikel vind ik laag, er wordt
meteen vastgehouden aan beide theorieen.