100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached 4.2 TrustPilot
logo-home
Class notes

Nederlands 2.1 pabo hva

Rating
5.0
(1)
Sold
1
Pages
9
Uploaded on
07-04-2022
Written in
2021/2022

Samenvatting van de colleges Nederlands 2.1 van de pabo hva. LET OP: niet aanschaffen als je meeschrijft met de PowerPoints

Institution
Course









Whoops! We can’t load your doc right now. Try again or contact support.

Connected book

Written for

Institution
Study
Course

Document information

Uploaded on
April 7, 2022
Number of pages
9
Written in
2021/2022
Type
Class notes
Professor(s)
Nienke overdijkink
Contains
All classes

Subjects

Content preview

WLES 1: WOORDENSCHATONDERWIJS

Voor tekstbegrip is voldoende tekstdekking nodig.

- Tekstdekking: % bekende woorden in een tekst
- < 85%: nauwelijks begrip, 85%-19%: globaal begrip, > 90% redelijk begrip

Bij een te lage tekstdekking kun je de betekenis van onbekende woorden niet afleiden uit
de context.

- Kinderen die relatief veel woorden kennen, pikken makkelijker nieuwe woorden op
door het lezen van teksten.
- Kinderen die relatief weinig woorden kennen, pikken moeilijker nieuwe woorden
op door het lezen van teksten.

Mattheüseffect: de goede lezers worden naar verhouding beter, terwijl de zwakke naar
verhouding steeds zakker worden.

Waarom is woordenschatonderwijs zo belangrijk?

- Woorden zijn de bouwstenen van de taal
- Woordenschat van kinderen is heel ongelijk -> tegengaan van kansenongelijkheid
- Voldoende woordenschat is voorwaarde voor begrijpend lezen en voorwaarde voor
schoolsucces in alle vakken
- Hoe meer woorden je kent, hoe makkelijker je nieuwe woorden leert en dus
nieuwe kennis vergaart
- Woordenschat vergroot het begrip van en de greep op de wereld.

Inhalen achterstand niet te realiseren met alleen formele lessen

Zorg voor balans tussen twee soorten woordenschatonderwijs:


Intentioneel: Incidenteel:

Goede keuze en planning Onderwijsstijl waarin je steeds terloops
woorden toelicht en kinderen veel laat
Leerkracht bedenkt welke woorden de lezen
kinderen gaan leren
Leerkracht leert woorden aan die niet van
tevoren gepland zijn: kansen grijpen

Aanpak woordenschatonderwijs:

Label: de naam

Concept: betekenis

Incidentele aanpak:

- Nieuwe woorden (labels) bij bekende
concepten = grootvader voor opa, pantalon voor broek
- Nieuwe woorden die makkelijk aankleven in het bestaande netwerk, zoals kiwi =
een soort fruit.
- Woorden die het leesbegrip in de weg staan = een fictief voorbeeld is een
voorbeeld dat niet echt is gebeurd, dat is fictief, fictief is niet echt
 Kansen grijpen voor het snel uitbreiden van woordenschat!
- In je les en bij het voorlezen mogelijk onbekende woorden uitlichten.
- Als je met concreet materiaal werkt, terloops nog even details benoemen
- In gesprekjes met kinderen impliciet of expliciet de woordkeus verbeteren

, - Vanaf de middenbouw kinderen stimuleren woorden op te zoeken in het
woordenboek en woordleerstrategieën aanleren.
- Zorgen voor woordenboeken in de klas.



LES 2: WOORDENSCHATONDERWIJS

Selectie van woorden: 4 criteria

1. Frequentie: hoe vaak komt een woord voor?
Kies woorden die regelmatig voorkomen, superfrequente woorden pikken ze zelf
op
2. Spreiding: in hoeveel verschillende situaties komt een woord voor?
Ook: hoeveel afleidingen en samenstellingen kun je met een woord maken? In
hoeveel woordgroepen kan een woord voorkomen?
3. Nut (nu en later): is het nodig dat een kind het woord kent?
4. Pregnante (duidelijke) context: als de woordbetekenis overduidelijk blijkt uit de
context

Overige aandachtspunten:

- Kies geen woorden die de meeste kinderen al kennen, dat is zonde van de tijd
- Bied bij zelfstandig naamwoorden altijd het lidwoord erbij aan
- Denk aan idiomen (vaste woordcombinaties)
Figuurlijk taalgebruik

De opbouw van de woordenschat

Soorten woorden:

1. Algemeen Nederlands/ Thuistaal
DAT= Dagelijkse Algemene taalvaardigheid
Kopen, boodschappen, winkel, afrekenen
2. Schooltaal/ Instructietaal
CAT= Cognitieve Academische
Taalvaardigheid
Aanvankelijk, verklaren, veroorzaken,
namelijk, circa, tenzij, ondanks
3. Algemene vak-/beroepstaal
Spijsvertering, voedsel, afmeting,
bevestigen
4. (Zeer) specifieke vak-/beroepstermen
Centerpons, atonie, contusie
 2&3 vooral in het onderwijs



Inhoudswoorden Functiewoorden
Woordsoorten: Woordsoorten:
Zelfstandige naamwoorden (dokter, Lidwoorden
meisje) Voorzetsels
Zelfstandige werkwoorden (verven, Voegwoorden
slapen) Voornaamwoorden
Bijvoeglijke naamwoorden (groot, hoog) Telwoorden
De meeste bijwoorden (gisteren, morgen) Sommige bijwoorden (er, waarom, nog,
wel niet, ook)
Overige kenmerken: Overige kenmerken:
Minder frequent dan functiewoorden Hoogfrequent
Groot aantal Klein aantal
$7.53
Get access to the full document:

100% satisfaction guarantee
Immediately available after payment
Both online and in PDF
No strings attached

Get to know the seller
Seller avatar
alyssa2
5.0
(1)

Reviews from verified buyers

Showing all reviews
2 year ago

5.0

1 reviews

5
1
4
0
3
0
2
0
1
0
Trustworthy reviews on Stuvia

All reviews are made by real Stuvia users after verified purchases.

Get to know the seller

Seller avatar
alyssa2 Hogeschool van Amsterdam
Follow You need to be logged in order to follow users or courses
Sold
4
Member since
4 year
Number of followers
4
Documents
9
Last sold
1 year ago

5.0

1 reviews

5
1
4
0
3
0
2
0
1
0

Recently viewed by you

Why students choose Stuvia

Created by fellow students, verified by reviews

Quality you can trust: written by students who passed their tests and reviewed by others who've used these notes.

Didn't get what you expected? Choose another document

No worries! You can instantly pick a different document that better fits what you're looking for.

Pay as you like, start learning right away

No subscription, no commitments. Pay the way you're used to via credit card and download your PDF document instantly.

Student with book image

“Bought, downloaded, and aced it. It really can be that simple.”

Alisha Student

Frequently asked questions