Samenvatting Logistiek 1
De 50 Leerdoelen
1 - De kennis van logistieke deeltrajecten
- Black Box: Bij een black-box benadering gaat men eerst alleen de invoer en uitvoer van het
proces in beschouwing betrekken, zonder in te gaan wat er binnen de muren van de
organisatie gebeurt
- Productielogistiek: Binnen de productielogistiek moeten vele logistieke beslissingen worden
genomen zoals: materiaalbehoefteberekening, afzetprognose en orders, sturen van het
productieproces en het soort productieproces.
- Distributielogistiek: De Fysieke distributie vervult haar taak in samenwerking met en ten
behoeve van andere functies (zoals productie en verkoop) in de organisatie. We kunnen dit
onderscheiden in drie subsystemen: Voorraadbeheer gereed product, magazijnen en depots
en transport.
- Inkoop en Circulaire logistiek: inkooplogistiek omvat voor een productiebedrijf het
beheersen van de goederenstromen en de daarmee verbonden gegevensstromen vanaf de
(oer)producenten van grondstoffen en halffabricaten tot aan het begin van het
productieproces.
2 - Logistiek in een organisatie kunnen plaatsen:
Productiebedrijf: Bij een productiebedrijf gaat het voornamelijk om het wijzigen van een
product naar eigen identiteit. Een productiebedrijf zal vooral de vorm van het product
wijzigen.
Distributiebedrijf: Bij een Distributiebedrijf is de wens van de klant het uitganspunt. Welke
producten wenst de klant, wanneer, waar en in welke conditie.
Dienstverlening: Logistiek in de luchtvaart is altijd gericht op het vervoer van passagiers en
goederen. Logistiek in de luchtvaart omvat de organisatie, de planning, besturing en het
resultaat van de passagiersstromen vanaf de ontwikkeling van het netwerk en de aankoop
van het ticket voor de bestemde reis.
3 – Het logistieke concept kunnen uitleggen:
Het logistieke concept kan worden omschreven als het ontwerp van de gewenste inrichting
van de logistieke functie in een organisatie. Hierin wordt beschreven hoe de goederen-, geld-
en gegevensstromen op elkaar worden afgestemd. Het ontwikkelen van een logistiek concept
heeft in dergelijke situaties drie functies, te weten:
1. De ontwikkeling van een daadwerkelijk integrale visie op de besturing van de
goederenstroom.
2. Het bieden van een raamwerk voor een gecoördineerd actieplan
3. Het creëren van een sterk logistiek bewustzijn binnen het gehele bedrijf.
4 – Logistieke doelstelling kunnen benoemen.
De hoofddoelstelling: De verbetering van het customer-service-level bij een verlaging van de
integrale kosten. Verbeteren van het customer-service-level kan op 3 manieren:
1. Verkorting van de doorlooptijd
, 2. Verbetering van de leveringsbetrouwbaarheid
3. Verhoging van de flexibiliteit.
5 – Soorten grondvormen kunnen omschrijven.
Voorbeelden van een grondvorm zijn: De lay-out van een fabriek, de inrichting van een
magazijn of de structuur van een distributiekanaal. De belangrijkste elementen van een
grondvorm zijn: de primaire processen van inkoop tot en met nazorg, de locatie van de
voorraadpunten en de goederenbewegingen tussen processen in bedrijven. Er zijn 6
grondvormen te onderscheiden:
1. Pijplijn : Een ononderbroken proces
2. De Keten: Er komen breuklijnen voor in de goederenstroom
3. Shared resource: Een gemeenschappelijke capaciteitsbron in de keten van 2
verschillende product- of marktcombinaties.
4. Convergentie: Het aantal verbindingen convergeert vanuit verschillende processen naar
één proces.
5. Divergentie: Het aantal verbindingen divergeert vanuit één proces naar verschillende
processen.
6. Netwerk: In een netwerk bestaat zowel divergentie als convergentie tussen processen
met verschillende product- of marktcombinaties.
6 - De impact van wijzigingen van het KOOP kunnen interpreteren
7 - Op basis van een situatie, het KOOP kunnen herkennen
Het klantenorderontkoppelpunt is het punt dat aangeeft hoever een klantenorder doordringt
in het productie- of distributieproces van de aanbieder van een product of dienst. We
onderscheiden de volgende vijf klantenorderontkoppelpunten:
1. KOOP 1: maken en zenden naar voorraad. Voorbeeld: consumentenproducten
2. KOOP 2: maken van voorraad. Voorbeeld: medische apparatuur, duur installatiemateriaal
3. KOOP 3: assembleren op order. Voorbeeld: leren zitmeubels, eenvoudige auto’s
4. KOOP 4: maken op order. Voorbeeld: röntgenapparatuur en vliegtuigen
5. KOOP 5: Inkopen en maken op order. Voorbeeld: booreilanden, containerschepen.
8 - Het onderscheid tussen Klassieke en integrale benadering kunnen omschrijven
Bij klassieke benadering werd elk voorraadpunt apart aangestuurd in combinatie met het
daarbij behorende productieproces. Dit leidt vaak tot onbeheerste en ongewenste
voorraden. De tussenvoorraad wordt groter door de volgende factoren:
- Het aantal schakels in de keten.
- De levertijd of doorlooptijd.
- De onregelmatigheid van de goederenstroom.
- De variëteit van de producten.
Bij Integrale benadering worden alle voorraadpunten centraal aangestuurd.
De 50 Leerdoelen
1 - De kennis van logistieke deeltrajecten
- Black Box: Bij een black-box benadering gaat men eerst alleen de invoer en uitvoer van het
proces in beschouwing betrekken, zonder in te gaan wat er binnen de muren van de
organisatie gebeurt
- Productielogistiek: Binnen de productielogistiek moeten vele logistieke beslissingen worden
genomen zoals: materiaalbehoefteberekening, afzetprognose en orders, sturen van het
productieproces en het soort productieproces.
- Distributielogistiek: De Fysieke distributie vervult haar taak in samenwerking met en ten
behoeve van andere functies (zoals productie en verkoop) in de organisatie. We kunnen dit
onderscheiden in drie subsystemen: Voorraadbeheer gereed product, magazijnen en depots
en transport.
- Inkoop en Circulaire logistiek: inkooplogistiek omvat voor een productiebedrijf het
beheersen van de goederenstromen en de daarmee verbonden gegevensstromen vanaf de
(oer)producenten van grondstoffen en halffabricaten tot aan het begin van het
productieproces.
2 - Logistiek in een organisatie kunnen plaatsen:
Productiebedrijf: Bij een productiebedrijf gaat het voornamelijk om het wijzigen van een
product naar eigen identiteit. Een productiebedrijf zal vooral de vorm van het product
wijzigen.
Distributiebedrijf: Bij een Distributiebedrijf is de wens van de klant het uitganspunt. Welke
producten wenst de klant, wanneer, waar en in welke conditie.
Dienstverlening: Logistiek in de luchtvaart is altijd gericht op het vervoer van passagiers en
goederen. Logistiek in de luchtvaart omvat de organisatie, de planning, besturing en het
resultaat van de passagiersstromen vanaf de ontwikkeling van het netwerk en de aankoop
van het ticket voor de bestemde reis.
3 – Het logistieke concept kunnen uitleggen:
Het logistieke concept kan worden omschreven als het ontwerp van de gewenste inrichting
van de logistieke functie in een organisatie. Hierin wordt beschreven hoe de goederen-, geld-
en gegevensstromen op elkaar worden afgestemd. Het ontwikkelen van een logistiek concept
heeft in dergelijke situaties drie functies, te weten:
1. De ontwikkeling van een daadwerkelijk integrale visie op de besturing van de
goederenstroom.
2. Het bieden van een raamwerk voor een gecoördineerd actieplan
3. Het creëren van een sterk logistiek bewustzijn binnen het gehele bedrijf.
4 – Logistieke doelstelling kunnen benoemen.
De hoofddoelstelling: De verbetering van het customer-service-level bij een verlaging van de
integrale kosten. Verbeteren van het customer-service-level kan op 3 manieren:
1. Verkorting van de doorlooptijd
, 2. Verbetering van de leveringsbetrouwbaarheid
3. Verhoging van de flexibiliteit.
5 – Soorten grondvormen kunnen omschrijven.
Voorbeelden van een grondvorm zijn: De lay-out van een fabriek, de inrichting van een
magazijn of de structuur van een distributiekanaal. De belangrijkste elementen van een
grondvorm zijn: de primaire processen van inkoop tot en met nazorg, de locatie van de
voorraadpunten en de goederenbewegingen tussen processen in bedrijven. Er zijn 6
grondvormen te onderscheiden:
1. Pijplijn : Een ononderbroken proces
2. De Keten: Er komen breuklijnen voor in de goederenstroom
3. Shared resource: Een gemeenschappelijke capaciteitsbron in de keten van 2
verschillende product- of marktcombinaties.
4. Convergentie: Het aantal verbindingen convergeert vanuit verschillende processen naar
één proces.
5. Divergentie: Het aantal verbindingen divergeert vanuit één proces naar verschillende
processen.
6. Netwerk: In een netwerk bestaat zowel divergentie als convergentie tussen processen
met verschillende product- of marktcombinaties.
6 - De impact van wijzigingen van het KOOP kunnen interpreteren
7 - Op basis van een situatie, het KOOP kunnen herkennen
Het klantenorderontkoppelpunt is het punt dat aangeeft hoever een klantenorder doordringt
in het productie- of distributieproces van de aanbieder van een product of dienst. We
onderscheiden de volgende vijf klantenorderontkoppelpunten:
1. KOOP 1: maken en zenden naar voorraad. Voorbeeld: consumentenproducten
2. KOOP 2: maken van voorraad. Voorbeeld: medische apparatuur, duur installatiemateriaal
3. KOOP 3: assembleren op order. Voorbeeld: leren zitmeubels, eenvoudige auto’s
4. KOOP 4: maken op order. Voorbeeld: röntgenapparatuur en vliegtuigen
5. KOOP 5: Inkopen en maken op order. Voorbeeld: booreilanden, containerschepen.
8 - Het onderscheid tussen Klassieke en integrale benadering kunnen omschrijven
Bij klassieke benadering werd elk voorraadpunt apart aangestuurd in combinatie met het
daarbij behorende productieproces. Dit leidt vaak tot onbeheerste en ongewenste
voorraden. De tussenvoorraad wordt groter door de volgende factoren:
- Het aantal schakels in de keten.
- De levertijd of doorlooptijd.
- De onregelmatigheid van de goederenstroom.
- De variëteit van de producten.
Bij Integrale benadering worden alle voorraadpunten centraal aangestuurd.
