Crisiscommunicatie B1
Crisis= Een zware noodsituatie die het functioneren van het stelsel ernstig verstoort.
Bijvoorbeeld veiligheidsdreigingen, organisatiecrisis, bedrijfscalamiteit.
Risicobeheersing= Pro-actie (voorkomen risicovolle situaties) en preventie (risico
reducerende maatregelen).
Crisisbeheersing= Preparatie (plannen, opleiden en oefenen), respons (incident stabilisatie
en beheersing), herstel (verantwoording en nazorg).
Framing= Door in je boodschap gebruik
te maken van frames, kun je gedachten
en gevoelens van de ontvanger ene
bepaalde kant op sturen bijvoorbeeld
door taal, beelden en cijfers.
ABABA-formule= Bepalen of iets
nieuwswaarde heeft. Actualiteit, Belang,
Afwijking, Belangstelling, Autoriteit.
Risicocommunicatie= Voorlichting en
communicatie over een mogelijke ramp
of crisis die zich in de toekomst van
voordoen en de bijbehorende gevaren.
Crisiscommunicatie= Communicatie over de gevaren en gevolgen van de crisis met
handelingsperspectieven om de negatieve gevolgen van de situatie zoveel mogelijk te
kunnen voorkomen en beperken.
Missie= vertrouwen
Risicocommunicatie is vooraf, crisiscommunicatie is tijdens en achteraf.
Wet van Pleuris 2.0= P=V x R x (S) M^3
P= Pleuris-sterkte V= Verwijtbaarheid
R= Relevantie (S)M= Sociale Mediageniekheid
Oftewel vier variabelen van een gebeurtenis om te bepalen of een gebeurtenis een crisis
wordt. Hoe groter de vier variabelen, hoe groter de maatschappelijke impact, hoe groter de
pleuris!
Crisiscommunicatie drie doelen=
IBS= Informatievoorziening, betekenisgeving en schadebeperking.
Informatievoorziening= wat is er aan de hand?
Betekenisgeving= wat betekend dit voor de burgers?
Schadebeperking= Sluit ramen en deuren en blijf weg van het incident.
1
, Crisiscommunicatie B2
Vertrouwen= betrouwbaarheid keer gelovigheid
Burgemeester in crisistijd=
1. Boegbeeld= aanspreekpunt burgers, politici, media
2. Burgervader/moeder= Steun betuigen burgers
3. Bestuurder= netwerk gebruiken, belangenbehartiger, oplossen
4. Beslisser= knoop doorhakken
Nepnieuws=
Desinformatie is bewust mis informeren van mensen.
Misinformatie is onbewust mis informeren van mensen (facebook).
Speeches over crisissituaties worden beïnvloedt door betrouwbaarheid, geloofwaardigheid,
informatie, betekenisgeving en
schadebeperking (handelingsperspectief).
Nudging= beïnvloeden van gedrag
(risicomanagement)
Betrokkenencirkel
2
Crisis= Een zware noodsituatie die het functioneren van het stelsel ernstig verstoort.
Bijvoorbeeld veiligheidsdreigingen, organisatiecrisis, bedrijfscalamiteit.
Risicobeheersing= Pro-actie (voorkomen risicovolle situaties) en preventie (risico
reducerende maatregelen).
Crisisbeheersing= Preparatie (plannen, opleiden en oefenen), respons (incident stabilisatie
en beheersing), herstel (verantwoording en nazorg).
Framing= Door in je boodschap gebruik
te maken van frames, kun je gedachten
en gevoelens van de ontvanger ene
bepaalde kant op sturen bijvoorbeeld
door taal, beelden en cijfers.
ABABA-formule= Bepalen of iets
nieuwswaarde heeft. Actualiteit, Belang,
Afwijking, Belangstelling, Autoriteit.
Risicocommunicatie= Voorlichting en
communicatie over een mogelijke ramp
of crisis die zich in de toekomst van
voordoen en de bijbehorende gevaren.
Crisiscommunicatie= Communicatie over de gevaren en gevolgen van de crisis met
handelingsperspectieven om de negatieve gevolgen van de situatie zoveel mogelijk te
kunnen voorkomen en beperken.
Missie= vertrouwen
Risicocommunicatie is vooraf, crisiscommunicatie is tijdens en achteraf.
Wet van Pleuris 2.0= P=V x R x (S) M^3
P= Pleuris-sterkte V= Verwijtbaarheid
R= Relevantie (S)M= Sociale Mediageniekheid
Oftewel vier variabelen van een gebeurtenis om te bepalen of een gebeurtenis een crisis
wordt. Hoe groter de vier variabelen, hoe groter de maatschappelijke impact, hoe groter de
pleuris!
Crisiscommunicatie drie doelen=
IBS= Informatievoorziening, betekenisgeving en schadebeperking.
Informatievoorziening= wat is er aan de hand?
Betekenisgeving= wat betekend dit voor de burgers?
Schadebeperking= Sluit ramen en deuren en blijf weg van het incident.
1
, Crisiscommunicatie B2
Vertrouwen= betrouwbaarheid keer gelovigheid
Burgemeester in crisistijd=
1. Boegbeeld= aanspreekpunt burgers, politici, media
2. Burgervader/moeder= Steun betuigen burgers
3. Bestuurder= netwerk gebruiken, belangenbehartiger, oplossen
4. Beslisser= knoop doorhakken
Nepnieuws=
Desinformatie is bewust mis informeren van mensen.
Misinformatie is onbewust mis informeren van mensen (facebook).
Speeches over crisissituaties worden beïnvloedt door betrouwbaarheid, geloofwaardigheid,
informatie, betekenisgeving en
schadebeperking (handelingsperspectief).
Nudging= beïnvloeden van gedrag
(risicomanagement)
Betrokkenencirkel
2
