Samenvatting Artikelen Burgerlijk Procesrecht (voor tentamen) HvA

BURGERLIJK-PROCESRECHT WETSARTIKELEN

Week 1

Mag de rechter op een andere grondslag zien?
 art. 23 jo. 24 jo. 25 Rv.

Ziet het processtuk op een dagvaardingsprocedure of verzoekschriftprocedure?
 art. 78 lid 1 jo. 261 lid 2 Rv
tenzij de wet anders bepaalt ( dus verzoekschrift ), dan jo. …. erachter (dit art. staat soms in de
casus)

1.1-Welke rechter is absoluut bevoegd? (bij civiele zaken) (dagvaarding & verzoekschrift)
 art. 42 RO (en als er een wetsartikel in de casus wordt weggeven, jo. … erachter)
rechtbank (in eerste instantie bevoegd)
1.2-Welke sector is bevoegd?
 artikel dat wordt weggeven in de casus (kijk ook de artikelen rondom het gegeven artikel in het
wetboek) (kanton of civiel)
OF

- In eerste instantie bij dagvaarding: sector civiel: tenzij art. 93 aanhef en sub… Rv zegt sector
kanton

Welke rechter is relatief bevoegd? (dagvaarding)
 art. 1 BZG (rechtbank) OF art. 2 BZG (gerechtshof) blz. 2773
 art. 99 Rv.
 art. 100 Rv.(uitzonderingen arbeidszaken)
 art. 101 Rv.(uitzonderingen consumentenzaken)
 art. 105 Rv.(uitzondering ondernemingsrechtelijke geschillen)

Aan wie moet de deurwaarde de dagvaarding betekenen?
 art. 49 Rv (exploten publiekrechtelijke rechtspersoon)
 art. 48 Rv (exploten Koning of Staat)


Week 2

Welke rechter is relatief bevoegd? (verzoekschrift)
 art. 262 Rv (en als er een wetsartikel in de casus wordt weggeven, jo. … erachter)
 art. 262 Rv jo. art. 1:10 lid 2 BW (bedrijf, rechtspersoon, woonplaats)
 art. 262 Rv jo. art 1:10 lid 1 BW (mens, natuurlijk persoon, woonplaats)



 Art. 265 Rv (zaken met minderjarigen)
 Art. 266 Rv (zaken met onder curatele gestelde)

Welke bewijskracht zal de rechter aan het bewijs geven?
 art. 284 lid 1 Rv. (schakelbepaling voor bewijs)
door op
 art. 152 lid 2 Rv. (lid 1 mag ook, hoeft niet) ((Vrije) waardering van bewijs)
door op
(hierbij hoort ook de belangen van partijen! Waarheidsvinding vs. Privacy)