Hoofdstuk 1
Advertenties worden makkelijker herkend dan herinnerd.
Plato waarheid, eerlijkheid & rechtvaardigheid
Plato sofisten, kunst van overtuigen, bedrog & manipulatie
Aristoteles (leerling Plato) benaderde proces van overtuigen op wetenschappelijke manier
→ Onderscheidde bron, ontvanger en inhoud als eerst
→ Grondlegger argumentatie-studies (= conclusies bereiken door logisch redeneren)
→ Rhetoric (boek): structuur van argument en de stijlfiguren
Nadruk op linguïstische
WOII: overtuigen Nadruk op proces:
aspecten boodschap:
Hoe beïnvloedt een
Wanneer beïnvloedt van troepen en bericht attitudes en
een bericht attitudes en thuisfront gedrag?
gedrag?
Lasswell’s model of communication: effectiviteit van informatie beter begrijpen
‘’Wie zegt wat via welk kanaal tegen wie en met welk effect?’’
Yale model of persuasion (Hovland): 4 stappen die attitude en gedrag kunnen veranderen
1. Aandacht: er moet aandacht besteed worden aan informatie in bericht
2. Begrip: boodschap is niet te moeilijk, moet begrepen kunnen worden
3. Acceptatie: boodschap wordt geaccepteerd → positievere attude t.o.v. het product.
4. Onthouden: attitude blijft positief → gedragsverandering: bv. product wordt gekocht
→ Ontvanger moet bereid zijn aandacht te besteden
→ Ontvanger moet informatie belangrijk vinden
→ Aard van bron moet aandacht trekken
→ Informatie die overeenkomt met bestaande ideeën/attitudes is effectiever
Inoculatietheorie (McGuire): mensen kunnen zich verdedigen tegen informatie die bedoeld
is om hun mening te beïnvloeden.
→ ‘’Inoculatie’’ → zwakke argumenten zijn een virus
1
, Persuasion-Communication Matrix (McGuire) = Yale model (Hovland) met permanente
gedragsverandering als einddoel
Maar:
→ Er is geen vaste volgorde: stappen overgeslagen, loops en omgekeerde volgorde
→ Persuasion from within: reclameboodschap kan i.p.v. nieuwe informatie geven ook
bestaande kennis activeren. Dit maakt mensen ook resistenter tegen mensen die hun
mening proberen te beïnvloeden, omdat nieuwe info geëvalueerd wordt a.d.h.v. al
eerder geactiveerde kennis en meningen.
→ Attitudeverandering als gevolg van gedragsverandering (omgekeerd dus)
AIDA model (Strong): marketingmodel met 4 essentiële stappen voor reclame
1. Attention: boodschap moet aandacht van doelgroep wekken
2. Interest: interesse van doelgroep moet worden gewekt
3. Desire: interesse → verlangen naar product
4. Action: doelgroep wordt opgeroepen om de actie uit te voeren (= koop het!)
Maar:
→ Stappen kunnen parallel lopen of er kunnen stappen overgeslagen worden
→ Mensen hebben niet altijd aandacht/tijd voor de boodschap
→ Ontvanger is niet altijd zo passief
Onderbewuste invloed (= subconscious influence): mensen zijn bang voor
reclameboodschappen waar ze zich niet bewust van zijn.
→ Code of Advertising zorgt dat reclame in overeenstemming is met reclamecode
Model Van der Pligt & Vliek (2017):
2
Advertenties worden makkelijker herkend dan herinnerd.
Plato waarheid, eerlijkheid & rechtvaardigheid
Plato sofisten, kunst van overtuigen, bedrog & manipulatie
Aristoteles (leerling Plato) benaderde proces van overtuigen op wetenschappelijke manier
→ Onderscheidde bron, ontvanger en inhoud als eerst
→ Grondlegger argumentatie-studies (= conclusies bereiken door logisch redeneren)
→ Rhetoric (boek): structuur van argument en de stijlfiguren
Nadruk op linguïstische
WOII: overtuigen Nadruk op proces:
aspecten boodschap:
Hoe beïnvloedt een
Wanneer beïnvloedt van troepen en bericht attitudes en
een bericht attitudes en thuisfront gedrag?
gedrag?
Lasswell’s model of communication: effectiviteit van informatie beter begrijpen
‘’Wie zegt wat via welk kanaal tegen wie en met welk effect?’’
Yale model of persuasion (Hovland): 4 stappen die attitude en gedrag kunnen veranderen
1. Aandacht: er moet aandacht besteed worden aan informatie in bericht
2. Begrip: boodschap is niet te moeilijk, moet begrepen kunnen worden
3. Acceptatie: boodschap wordt geaccepteerd → positievere attude t.o.v. het product.
4. Onthouden: attitude blijft positief → gedragsverandering: bv. product wordt gekocht
→ Ontvanger moet bereid zijn aandacht te besteden
→ Ontvanger moet informatie belangrijk vinden
→ Aard van bron moet aandacht trekken
→ Informatie die overeenkomt met bestaande ideeën/attitudes is effectiever
Inoculatietheorie (McGuire): mensen kunnen zich verdedigen tegen informatie die bedoeld
is om hun mening te beïnvloeden.
→ ‘’Inoculatie’’ → zwakke argumenten zijn een virus
1
, Persuasion-Communication Matrix (McGuire) = Yale model (Hovland) met permanente
gedragsverandering als einddoel
Maar:
→ Er is geen vaste volgorde: stappen overgeslagen, loops en omgekeerde volgorde
→ Persuasion from within: reclameboodschap kan i.p.v. nieuwe informatie geven ook
bestaande kennis activeren. Dit maakt mensen ook resistenter tegen mensen die hun
mening proberen te beïnvloeden, omdat nieuwe info geëvalueerd wordt a.d.h.v. al
eerder geactiveerde kennis en meningen.
→ Attitudeverandering als gevolg van gedragsverandering (omgekeerd dus)
AIDA model (Strong): marketingmodel met 4 essentiële stappen voor reclame
1. Attention: boodschap moet aandacht van doelgroep wekken
2. Interest: interesse van doelgroep moet worden gewekt
3. Desire: interesse → verlangen naar product
4. Action: doelgroep wordt opgeroepen om de actie uit te voeren (= koop het!)
Maar:
→ Stappen kunnen parallel lopen of er kunnen stappen overgeslagen worden
→ Mensen hebben niet altijd aandacht/tijd voor de boodschap
→ Ontvanger is niet altijd zo passief
Onderbewuste invloed (= subconscious influence): mensen zijn bang voor
reclameboodschappen waar ze zich niet bewust van zijn.
→ Code of Advertising zorgt dat reclame in overeenstemming is met reclamecode
Model Van der Pligt & Vliek (2017):
2