HOOFDSTUK 1
Met KO kun je nieuwe onderwerpen onderzoeken waar nog weinig kennis over is, omdat het begint
met onderzoeksvragen i.p.v. met hypothesen
→ Doel: iets leren over belevingen van mensen of over nieuwe dingen met een open blik.
→ RQ geeft richting, maar kan nog verder ontwikkeld worden
→ ‘Hoe beleven mensen…?’ NIET ‘Wat zijn de effecten van…?’
→ RQ moet zowel wetenschappelijk als maatschappelijk relevant zijn
Wat is er nodig om kwalitatief onderzoeker te worden?
• Interesse in processen en betekenissen
Mensen zijn processen die door de tijd een ontwikkeling doormaken
Betekenissen zijn bevindingen in hoofd van mensen, zoals meningen en gevoelens
• Kritische benadering op het leven en op kennis
Dingen worden niet zomaar geaccepteerd, er wordt gevraagd waarom ze zo zijn.
• Ogen en oren: kijken en luisteren naar mensen zorgt voor rijkere data
• Reflexiviteit: reflectie op jezelf als onderzoeker en je eigen rol binnen het onderzoek.
• Goede interactievaardigheden: mensen op hun gemak stellen → groter vertrouwen
Grote Q: het onderzoek bestaat volledig uit KO
→ Paradigma: de overtuigingen, veronderstellingen, waarden en praktijken die worden gedeeld
door een onderzoeks-gemeenschap en het biedt een overkoepelend framework voor het
onderzoek.
Kleine Q: technieken van KO gebruikt, maar het onderzoek bestaat niet volledig uit KO
→ Mixed methods
CW is interdisciplinair (psychologie, politicologie en sociologie)
1
, HOOFDSTUK 2
10 fundamenten van kwalitatief onderzoek
1 Kwalitatief onderzoek gaat om betekenissen, niet om getallen.
2 Kwalitatief onderzoek geeft niet één eenduidig antwoord.
→ Juist op zoek naar variatie in betekenissen
3 In kwalitatief onderzoek is context belangrijk.
4 Kwalitatief onderzoek kan ervaringsgericht of kritisch zijn.
→ Ervaringsgericht: valideert de betekenissen, perspectieven, ervaringen van de
deelenemers. Het gaat om de interpretaties van de deelnemers.
→ Kritisch: neemt kritische houding aan t.o.v. de betekenissen / ervaringen deelnemers
5 Kwalitatief onderzoek wordt onderbouwd door de ontologie.
→ Ontologie (zijnsleer, on = zijn): hoe men de werkelijkheid ziet
o Relativisme: werkelijkheid is afhankelijk van wie hem ervaart
Niet één vaststaande werkelijkheid
o Kritisch realisme: er bestaat een werkelijkheid buiten ons, maar die kunnen
we alleen kennen door onze eigen ogen (past bij KO)
o Realisme: er bestaat een werkelijkheid buiten ons die we objectief kunnen
kennen, maar alleen door onderzoek (past bij kwantitatief onderzoek)
6 Kwalitatief onderzoek wordt onderbouwd door epistemologie.
→ Epistemologie (kennisleer, epistèmè = kennis): wat is echte kennis?
o Constructivisme: kennis wordt geconstrueerd
o Contextualisme: kennis is afhankelijk van de context (past bij KO)
o Positivisme: er is een werkelijkheid met observeerbare feiten (‘positiva’) die
wij objectief kunnen meten (past bij kwantitatief onderzoek)
7 Kwalitatief onderzoek omvat een kwalitatieve methodologie.
→ Methode: tool of techniek voor het verzamelen of analyseren van data.
→ Methodologie: kader waarin het onderzoek wordt uitgevoerd (theorieën en praktijken)
o Hoe onderzoek moet worden uitgevoerd om geldige kennis te produceren
8 Kwalitatief onderzoek gebruikt allerlei soorten data.
o Interviews
o Focusgroepen
o Participerende observatie
o Kwalitatieve inhoudsanalyse
9 Kwalitatief onderzoek gaat om denken op een kwalitatieve manier.
→ Goed luisteren naar beleving van ander, niet denken aan eigen beleving
→ In de analyses ga je zoeken naar structuur in de rijke data
→ Beginnen met onderzoeksvragen en niet met hypothesen
10 Kwalitatief onderzoek erkent subjectiviteit en reflexiviteit.
→ Subjectiviteit: zowel onderzoeker als participant zijn onderhevig aan subjectiviteit
→ Reflexiviteit: kritische reflectie op kennis en op eigen rol in het produceren van deze
kennis
2
Met KO kun je nieuwe onderwerpen onderzoeken waar nog weinig kennis over is, omdat het begint
met onderzoeksvragen i.p.v. met hypothesen
→ Doel: iets leren over belevingen van mensen of over nieuwe dingen met een open blik.
→ RQ geeft richting, maar kan nog verder ontwikkeld worden
→ ‘Hoe beleven mensen…?’ NIET ‘Wat zijn de effecten van…?’
→ RQ moet zowel wetenschappelijk als maatschappelijk relevant zijn
Wat is er nodig om kwalitatief onderzoeker te worden?
• Interesse in processen en betekenissen
Mensen zijn processen die door de tijd een ontwikkeling doormaken
Betekenissen zijn bevindingen in hoofd van mensen, zoals meningen en gevoelens
• Kritische benadering op het leven en op kennis
Dingen worden niet zomaar geaccepteerd, er wordt gevraagd waarom ze zo zijn.
• Ogen en oren: kijken en luisteren naar mensen zorgt voor rijkere data
• Reflexiviteit: reflectie op jezelf als onderzoeker en je eigen rol binnen het onderzoek.
• Goede interactievaardigheden: mensen op hun gemak stellen → groter vertrouwen
Grote Q: het onderzoek bestaat volledig uit KO
→ Paradigma: de overtuigingen, veronderstellingen, waarden en praktijken die worden gedeeld
door een onderzoeks-gemeenschap en het biedt een overkoepelend framework voor het
onderzoek.
Kleine Q: technieken van KO gebruikt, maar het onderzoek bestaat niet volledig uit KO
→ Mixed methods
CW is interdisciplinair (psychologie, politicologie en sociologie)
1
, HOOFDSTUK 2
10 fundamenten van kwalitatief onderzoek
1 Kwalitatief onderzoek gaat om betekenissen, niet om getallen.
2 Kwalitatief onderzoek geeft niet één eenduidig antwoord.
→ Juist op zoek naar variatie in betekenissen
3 In kwalitatief onderzoek is context belangrijk.
4 Kwalitatief onderzoek kan ervaringsgericht of kritisch zijn.
→ Ervaringsgericht: valideert de betekenissen, perspectieven, ervaringen van de
deelenemers. Het gaat om de interpretaties van de deelnemers.
→ Kritisch: neemt kritische houding aan t.o.v. de betekenissen / ervaringen deelnemers
5 Kwalitatief onderzoek wordt onderbouwd door de ontologie.
→ Ontologie (zijnsleer, on = zijn): hoe men de werkelijkheid ziet
o Relativisme: werkelijkheid is afhankelijk van wie hem ervaart
Niet één vaststaande werkelijkheid
o Kritisch realisme: er bestaat een werkelijkheid buiten ons, maar die kunnen
we alleen kennen door onze eigen ogen (past bij KO)
o Realisme: er bestaat een werkelijkheid buiten ons die we objectief kunnen
kennen, maar alleen door onderzoek (past bij kwantitatief onderzoek)
6 Kwalitatief onderzoek wordt onderbouwd door epistemologie.
→ Epistemologie (kennisleer, epistèmè = kennis): wat is echte kennis?
o Constructivisme: kennis wordt geconstrueerd
o Contextualisme: kennis is afhankelijk van de context (past bij KO)
o Positivisme: er is een werkelijkheid met observeerbare feiten (‘positiva’) die
wij objectief kunnen meten (past bij kwantitatief onderzoek)
7 Kwalitatief onderzoek omvat een kwalitatieve methodologie.
→ Methode: tool of techniek voor het verzamelen of analyseren van data.
→ Methodologie: kader waarin het onderzoek wordt uitgevoerd (theorieën en praktijken)
o Hoe onderzoek moet worden uitgevoerd om geldige kennis te produceren
8 Kwalitatief onderzoek gebruikt allerlei soorten data.
o Interviews
o Focusgroepen
o Participerende observatie
o Kwalitatieve inhoudsanalyse
9 Kwalitatief onderzoek gaat om denken op een kwalitatieve manier.
→ Goed luisteren naar beleving van ander, niet denken aan eigen beleving
→ In de analyses ga je zoeken naar structuur in de rijke data
→ Beginnen met onderzoeksvragen en niet met hypothesen
10 Kwalitatief onderzoek erkent subjectiviteit en reflexiviteit.
→ Subjectiviteit: zowel onderzoeker als participant zijn onderhevig aan subjectiviteit
→ Reflexiviteit: kritische reflectie op kennis en op eigen rol in het produceren van deze
kennis
2